‘Goedemorgen meneer Tersteggen, neemt u plaats.’ ‘Dank u, psychiater, typische stoel.’ ‘Wilt u koffie?’ ‘Nee, ik teer op thee, alstublieft.’ ‘Juffrouw Janny, wilt u een thee en een koffie brengen?’ ‘Wilt u er iets bij?’ ‘Toespeelt u op taart?’ ‘Nee, sorry, slechts koekjes.’ ‘Doet er niet toe, da...