De telefoon gaat... het is mijn vader. 'Ik ben bijna thuis hoor, dan kan je met de auto'. Mooi, denk ik. Mijn vader heeft een auto van de zaak en reist op kosten van de zaak, altijd. 'Oke top' zeg ik tegen mijn vader en ik hang op. Ik pak een flesje vitamine water en stop deze in mijn handtasje. Ook mijn pasjes, sleutels en vase...