Als ik in de rechterbenedenhoek van m'n computerscherm kijk zie ik dat het inmiddels al weer vier uur is, mooi nog een half uurtje te gaan en dan snel naar huis. Vlug wat eten, spullen pakken en weer wegwezen. Het is immers donderdag. De donderdagavond is het enige moment van de week dat ik niet deel met m'n vrouw Isabella. Verder doen we alles samen, maakt niet uit wat. Of het nu boodschappen doen is, of wandelen en fietsen in het weekend, op bezoek bij familie en vrienden, een dagje uit met of zonder kinderen, wij doen alles samen! Maar niet op donderdagavond. Voor Isabella is het vaste prik, ze gaat op bezoek bij haar moeder en ik ga kaarten bij Bert.
Bert is een dienstmaat van me, heeft samen met me bij de commando's gezeten. Hij heeft weinig contact met andere. Eigenlijk ben ik de enige die Bert nog regelmatig spreekt, buiten zijn moeder dan. Hij is kort na zijn militaire loopbaan bij haar gaan wonen. Jane de vrouw waarmee Bert getrouwd was kon het niet aan, ze was vrijheid gewend en haar leven veranderde totaal toen Bert thuis kwam te zitten. Een half jaar later was zijn echtscheiding al een feit. Bert trok toen in bij zijn moeder. We hebben samen dingen meegemaakt waar we nooit meer over willen praten, ook niet met elkaar. Maar we zijn maten voor het leven. Maar goed ook, want in werkelijkheid zie ik Bert maar zelden. Hooguit een keer per maand ga ik bij hem op bezoek. Maar we hebben een afspraak, als er ooit iemand naar informeert: WIJ KAARTEN IEDERE DONDERDAGAVOND SAMEN!
Ik ruim wat dossiers op en stuur nog een e-mailtje aan een collega. Nadat ik de computer heb afgesloten en de koffiekopjes in de daarvoor bestemde bak heb gezet verlaat ik "mijn hok" Zoek mn auto op in de parkeerkelder onder ons kantoorpand en roep naar de gast die de zaak hier zo'n beetje beheert "zo weer een dag naar de kloten!". Hij lacht en roept terug: "je hebt geluk, deze jongen moet nog tot tien uur werken!" Het is ongeveer een kwartiertje rijden naar huis, net na vijven rij ik onze oprit op. Ik laat de auto maar voor de garagedeur staan, moet immers toch zo weer vertrekken.
Hallo schat, roept Isabella, mijn vrouw, als ik de voordeur nog maar net open heb, hallo roep ik terug, nog voordat we elkaar gezien hebben. Als ik de keuken binnen kom, zitten Isabella en onze twee dochters Ilse en Ivette al aan tafel. Ik heb het eten al klaar zegt Isabella, we kunnen dus meteen beginnen. O mooi, dan kan ik op tijd weg het is al weer donderdag he, is mijn antwoord. Soep slaan we vandaag maar over, zegt Isabella. We beginnen dus maar meteen aan de overheerlijke ovenschotel met prei, die ze merkbaar met liefde bereid heeft Zodra alle borden leeg zijn en onze 19-jarige tweeling verteld heeft hoe hun schooldag is geweest, loop ik de trap op. Nog even naar boven, snel wat spullen pakken. Eigenlijk ligt alles wat ik nodig heb onder het reservewiel van m'n auto, alleen die ene pruik ligt nog ergens op zolder. Ik moet wel even zoeken, kom ook nog die elektrische vliegenmepper tegen die al een tijdje zoek was, ach daar ligt die pruik, bovenop die oude plunjezak van het leger. Mooi, vandaag is alles zo snel verlopen dat er nog veel tijd overblijft om er eens een leuke donderdagavond van te maken. Onderweg door de hal en de keuken hoor ik nog net dat Ilse en Ivette met vriendinnen een filmavondje hebben afgesproken, Isabelle wens ik met een dikke kus, een fijne avond bij haar moeder en als ik al naast de auto sta, roept ze nog, doe Bert de groeten van me! Doe ik, tot vanavond of als je al slaapt tot morgen, roep ik terug terwijl ik instap.
Zo effe doorgassen want waar ik naar toe moet is bijna een uur rijden. Het schiet weer niet echt op, op die A2. Het gaat wel een stuk sneller dan vroeger, voordat die derde rijstrook aangelegd was, maar rond deze tijd van de dag blijft het toch aanmodderen. Net voorbij de afslag Boxtel is het weer prijs, een Poolse trucker probeert een collega chauffeur in te halen met een snelheid verschil van een kilometer per uur. Dat gaat zo wel even een paar minuten duren en tot overmaat van ramp rijd op de meest linkse baan zo'n geitenwollensokken figuur in een Deux-Chevaux, met exact dezelfde snelheid als die Europese gelukzoeker. Rustig blijven, denk ik, wat maakt het uit een paar minuten eerder of later. Zo bij Vught kan ik de snelweg af en dan is het nog maar een stukje voordat ik op de plaats van bestemming ben. Ik probeer een plaatsje te vinden dicht bij de ingang. Gelukkig dat lukt. Zo snel even die spullen uit de achterbak pakken. Even die vloermat opzij en met m'n ene hand het reservewiel optillen, met m'n ander hand trek ik de tas onder het wiel vandaan. Ziezo dat ging goed. Ik heb alles. Het lijkt wel op zo'n operatie die ik jaren geleden in het midden-oosten uit moest voeren, ik voelde een vergelijkbare spanning. Ik loop de ingang binnen, het is best wel rustig en ik loop in de richting van de lift, met de trap kan ook wel, maar ik wil niet uitgeput aan m'n missie beginnen. De liftdeur gaat open, ik wil instappen maar moet een vrouwtje met een kapsel als een suikerspin en een karretje er eerst uit laten. Ze kijkt me aan en lijkt me te herkennen waarschijnlijk werkt ze hier, ze zegt in slecht Nederlands, hallo meneer, u gaat weer nummertje doen? Voel me betrapt en knik bevestigend naar haar, ik krijg een kleur en neem van mij aan, dat gebeurt niet snel. De lift brengt me naar de vierde etage, ik stap uit en ga meteen de toiletruimte in. Ik doe dit nu al bijna een jaar, iedere donderdagavond, maar ben nog steeds bevreesd een bekende tegen te komen. Het zal je maar gebeuren dat je hier iemand tegen het lijf loopt die je kent, een van je buren of iemand van het werk. Moet er niet aan denken om tijdens deze opdracht herkend te worden.
Op het toilet pak ik vlug m'n spullen. Met die pruik op ben ik niet meer herkenbaar, de jas en broek passen prima, al vind ik de kleur wel iets te opvallend en bovendien die schoenen dat blijft een lastig verhaal. Als ik die aantrek krijg ik direct een beetje een raar loopje. Maar misschien maakt dat het geheel wel tot de perfecte camouflage. Ik loop een lange gang in. Aan de rechterkant, de tweede kamer daar moet ik zijn. Nummer 4, daar is het te doen. Naast de deur staat een plaatje met de naam: Moniek. Hier moet het zijn, dat is de naam die ik doorgekregen heb. Ik kijk nog even om me heen, de kust is veilig. Ik moet wel wat kracht zetten om de deur te openen. Er zit natuurlijk zo'n deurdranger op die er normaal voor zorgt dat de deur niet hard dicht valt. Maar openen wordt hierdoor ook een beetje lastiger. Hij gaat langzaam open, ik kijk naar binnen en ik zie een jongedame zitten. Dat moet haar zijn. Ze zit op de rand van het bed maar met haar rug naar me toe. Er schieten twee gedachten door m'n hoofd. Zal ze op de hoogte zijn van mijn komst en hoe zorg ik ervoor dat ze niet onnodig schrikt. Ik duw met wat meer kracht de deur verder open en laat op hetzelfde moment een klein kuchje horen. Ze draait langzaam haar hoofd om, ik zie haar ogen. Ze kijkt me aan met een wat trieste blik. Nu draait ze ook haar lichaam en haar dunne benen bungelen over de rand van het bed. Ik lach naar haar en steek mijn rechterhand in de zak van m'n geruite jasje. Ik moet even zoeken maar vind dan wat ik zoek. Even blazen, even draaien, nog een keer m'n zak in en in een tijdsbestek van vijftien seconden maak ik voor haar een leuk klein hondje van drie gekleurde ballonnen. Er komt wat meer glans in haar ogen, haar mondhoeken gaan omhoog, ze lacht. Ze wijst naar mijn rode neus, die vindt ze duidelijk grappig. Ze steekt haar beide handjes uit om het hondje aan te nemen. Ze drukt de ballonnen teckel tegen haar snoetje en zegt zachtjes, dank u wel Pipo. Ik ben zo blij dat ook deze operatie weer geslaagd is. Ik heb in mijn leven moeilijkere opdrachten uitgevoerd. Maar nooit heb ik zoveel voldoening gehad als van deze donderdagavond missie's die ik voor de stichting CliniClowns mag uitvoeren.
Ik deel deze avonturen alleen met Bert, hij is precies op de hoogte van mijn opdrachten, hij dekt me in als dat ooit nodig mocht zijn. De donderdagavond blijft "iets" dat alleen tussen kameraden gedeeld wordt. Isabella en de kinderen weten van niets maar mocht het ooit uitkomen, dan ben ik er van overtuigd, dat ik het kan uitleggen. Echter als voor mij de tijd rijp is, zal ik alles onthullen en zullen we er hartelijk om lachen.
NC-Klopedy 29 oktober 2014
Reacties (18)