Na zes uur hoor ik het constante lawaai van de motoren niet meer. Ik verveel me stierlijk tussen al die slapende wildvreemden. Als ik de benen strek is nergens iemand wakker om een gezellig praatje mee te maken en de gedachtenstroom in mijn hoofd is niet te beteugelen. Zodra ik in de stoel zit wisselen de spannende beelden zich in rap tempo af als in een doordraaiende film. Schijnbaar in onwillekeurige volgorde buitelt heden, verleden en toekomst over elkaar heen. De chaos voor dit haastige vertrek weeft zich als vanzelf door het tapijt van verwachtingen over wat me straks te wachten staat en de derde lauwe slappe koffie herinnert me daaronherroepelijk nog meer aan. Over vijf uur zal ik landen, in alle vroegte en er zal niemand zijn om mijn beleving mee te delen.
Vanmiddag heb ik, op de valreep, nog wel een mail naar EmjE gestuurd, die ze misschien nog niet heeft gekregen. Daarin kon ik de reden van het vervroegde vertrek niet noemen, omdat niemand weet wie de mails meeleest, had Mattie me gewaarschuwd. Ik schreef dus iets onzinnigs over dat de situatie in Nederland me ertoe dwong een week eerder terug te komen. Diezelfde mail ging naar haar werk, want als ik land bereidt ze daar vast één of andere ingewikkelde vergadering voor die ze daarna notuleren moet. s Woensdags komt ze gelukkig wel een uurtje eerder thuis.
Een geluk bij een ongeluk. Ik heb in de rustige week na onze filmdag voor het afscheidsfeestje, dat voor de volgende zaterdag stond gepland, op mijn gemak de inkopen kunnen doen en de cadeautjes voor het stichtingsbestuur en vrienden in Nederland in kunnen slaan. ‘Ik ben niet op Nederland gekleed, zal letterlijk en figuurlijk kou lijden tot ik EmjE zie. Mijn rug is aan zijn taks. Straks de oefeningen doen want met de trein moet zal ik alle bagage zelf versjouwen. Hoe ik het wend of keer: de wereld is verdeeld in vóór en ná. Dat heimelijke gesprek met Mattie opTidgi 's binnenplaats scheidt de tijd in twee volslagen andere dimensies.
Binnen was de feestvreugde van het afscheidsfeestje nog in volle gang. In dat kleine hokje zaten twaalf mensen rond de tafel, of ze lagen op de matrassen die de meisjes in de kamer hadden neergelegd. In mijn Ethiopische jurk uit Jimma had ik de show gestolen. Met behulp van Tidgi en Negist, was de gasten van dramagroep een echte koffie ceremonie aangeboden. Ik had dit verzonnen omdat zij dat als verrassing voor mij ook hadden gedaan, die eerste keer dat ik vertrok, toen er nog geen sprake was van een stichting of frietproject. Dat ik de koffiepot net zo hoog hield als een volleerde Ethiopische vonden ze geweldig. Daarna aten we gezamenlijk. Iedereen die het missen kon had iets lekkers meegebracht en mijn gehaktballetjes waren een megagroot succes. In een vloek en een zucht was de hele schaal leeg. De satésaus daarentegen vonden de jongelui maar raar smaken. Ze zongen liedjes, lachten onbekommerd en vertelden elkaar duidelijk schuine mopjes, maar Mattie was onrustig. Hij had me die dag al drie keer afgewimpeld als ik vroeg wat hem dwars zat en opnieuw viel het me op dat hij met iets worstelde. Ik kon het amper aanzien. Binnen koelde bijna onaangeroerd, een fikse schaal Nederlandse pindasaus af. Buiten liep de hitte op omdat ik uiteindelijk al mijn Hollandse vasthoudendheid in de strijd gooide om Mattie over zijn zorgelijke gezicht uit te horen.
“Mattie, zeg nou eindelijk eens wat je dwars zit.”
“Nee, Dora, het is niets, of, eh, nou ja....Nee niets, echt waar niet.”
“Denk je echt dat ik blind ben? Je bent er niet bij met je hoofd. Gedeelde smart is halve smart!” Hij glimlachte verlegen om die uitspraak, bloosde daarna met een weg kijkend hoofd, wat me meer verontrustte dan het feit dat hij me weer eens trachtte te ontzien. Had hij er zoveel moeite mee dat ik vertrok? Ik beloofde hem plechtig dat ik snel terug zou komen, maar hij schokschouderde, onverschillig leek het bijna en dat hoorde beslist niet bij hem.
Ook nu zucht ik weer hartgrondig om de strijd die hij leverde en ik wil die confronterende beelden eigenlijk helemaal niet terug zien. Verkleedpartijen achter struiken schuiven die schokkende middag even opzij en ik sta ineens weer in het dal om te filmen. De lol is veel aangenamer om de tijd mee te doden. De muzikanten, die enkel hoeven te play backen, zitten weer in vol ornaat op een rij klaar in mijn hoofd. Met rode sjerpen om de kraakheldere witte pakken. Alle dansers zijn omgekleed en, alsof God inderdaad heeft meegekeken, is er geen enkel wolkje meer aan de lucht. De nevel is opgetrokken, het plaatje is perfect zomers en, hoe kan het ook anders, binnen de kortste keren is er publiek. Herders, die in deze contreien onder de blote hemel slapen en nieuwsgierigen uit het nabijgelegen dorp. Ik moest moeite doen om hen uit beeld te houden.
Reacties (13)
daarom snel naar het volgende deel
verdorie! wat schrijf je goed en wat heb je mij weer in je ban!
maar in het volgende deel hoor je het wat uitvoeriger...
Weer een mooie aflevering, ben wel benieuwd naar dat gesprek met Tidgi