Taal is dynamisch! Nieuwe woorden komen en oude woorden gaan. Daarom besloot het Comité van Ministers van de Taalunie van de Lage Landen in 1994 dat de woordenlijst van het Groene Boekje om de tien jaar moest herzien worden. Dit zonder fundamenteel de regels te wijzigen.
De eerste revisie verscheen in 2005 en is officieel van kracht sinds 2006. Echter, hoe kwam het tot deze situatie? Welke evolutie heeft onze spelling doorgemaakt? Laten we even dieper ingaan op de herkomst.
1. Middelnederlands of spelling ‘avant la lettre’
Onze dierbare spelling ontstond in de middeleeuwen toen Nederlanders en Vlamingen die hadden leren schrijven in het Frans of Latijn hun kennis daarvan op het Nederlands toepasten. Echter, gezien er geen regels waren om de typische Nederlandse klanken vast te leggen, had ieder al gauw zo zijn eigen interpretatie. Verschillende spellingen voor eenzelfde woord werden zo typerend voor onze contreien. Dat maakt de studie van het Middelnederlands er niet éénvoudiger op, maar anderzijds toch ook weer mateloos boeiend.
2. Moderne tijden, .. laten we officialiseren!
Een eerste maal kwam een zeker officialiseren tot stand door de vruchten van de Leidse hoogleraar Matthijs Siegenbeek. In 1804 stelde hij in opdracht van de overheid een officiële spelling op. Daar dit initiatief van de Bataafse Republiek (een tijdelijk Nederlands regime onder Franse voogdij) uitging, was het niet van doen voor Vlaanderen.
3. Op zoek naar eenheid
In het midden van de negentiende eeuw werd het plan opgevat om een 'Woordenboek der Nederlandsche Taal' samen te stellen voor zowel Nederland als Vlaanderen. De eerste redacteuren De vries en te Winkel vonden dat een stabiele spelling nodig was om het werk over generaties tot een goed einde te brengen. Ze gingen uit van de Siegenbeek-spelling, maar gingen deze verder verduidelijken en gaven hierbij ook een omschrijving van de uitgangspunten. Hun belangrijkste principe was dat spelling moest berusten op de ‘beschaafde’ uitspraak, namelijk je schrijft zoals je spreekt. Dit wordt echter beperkt door andere regels, zoals bijvoorbeeld de gelijkvormigheid van woorden of delen ervan.
4. Oproep tot veréénvoudiging
Hun spelling werd officieel ingevoerd bij de overheid en in het onderwijs. Vooral vanuit het onderwijs zou er echter stelselmatig kritiek komen. De roep om aanpassingen begon steeds luider te klinken en vanaf het einde van de negentiende eeuw begonnen aantal regels steeds meer en meer polemiek te veroorzaken. Dit duurde tientallen jaren en werd pas in 1934 definitief opgelost door de Nederlandse minister H.P. Marchant. In 1947 werd de spelling-Marchant officieel ingevoerd, ook in België. Eveneens werd een herziening van de Woordenlijst in het vooruitzicht gesteld.
5. Zelf kiezen dan maar
De herziening kwam er in 1954. Voortaan konden taalgebruikers voor veel bastaardwoorden kiezen tussen een ‘conservatieve’ en een ‘progressieve’ spelling. Voor veel betwiste woorden werden twee versies aanvaard, meestal met een voorkeurspelling en een na-keurspelling. Deze laatste werd echter snel verboden in het onderwijs en de ambtenarij door de Nederlandse en Belgische regeringen. De Nederlandse media volgden, maar de Vlaamse niet. Dit alles veroorzaakte twijfel bij de taalgebruiker en protest bij taalliefhebbers en pedagogen. Om de twijfel weg te nemen richtten de regeringen in de jaren vijftig en zestig allerlei commissies op. Toen de voorstellen echter bekend geraakte, ontstond er hevig protest en de hervormingsplannen werden snel opzij geschoven.
6. De geboorte van de Taalunie
De Nederlandse Taalunie werd in 1980 opgericht als een instelling waarin Nederland en België (en later voor cultuurzaken Vlaanderen) een gezamenlijk beleid voeren over Taal en Letteren. Een nieuwe commissie-Geerts moest de aanslepende problemen omtrent bastaardwoorden oplossen, maar opnieuw stuitten de voorstellen op heftig protest. Er werd echter snel gehandeld, omdat de Taalunie heel erg een nieuw Groen Boekje ambieerde. De dubbele spelling werd afgeschaft door de woorden van de na-keurspelling niet meer op te nemen in de Woordenlijst. Dit op een aantal gevallen na. Tegelijk werd een heel nieuwe regel ingevoerd voor de tussenklanken in samenstellingen en afleidingen. Echter, door gebrek aan overleg ontstonden duizenden verschillen tussen de officiële Woordenlijst en de belangrijkste woordenboeken. Dit was zeer storend.
7. Enkel nog schoonheidsfoutjes!
Met de publicatie van het Groene boekje in 1995 had de Taalunie, zoals aangehaald, het voornemen op zich genomen om de Woordenlijst om de tien jaar te herzien. Daarbij zou het steeds gaan om een actualisering en hooguit het herstellen van fouten en inconsequenties. Spellingregels zouden niet meer ter discussie komen. Tien jaar later betrok de Taalunie ook de makers van de woordenboeken. Dit kwam de uniformiteit ten goede kwam en deed de verschillen tussen naslagwerken afnemen. Een groot aantal officiële regels waren tot dan toe vaag. Met de herziening van 2005-2006 wilde men de onduidelijkheden wegwerken.
8. Eenheid toch weer zoek?
In Nederlandse kranten ontstond een protestgolf. Dit mondde uit in een oproep om de officiële spelling te boycotten en een alternatieve Woordenlijst uit te brengen. Zo ontstond het Witte boekje, opgemaakt door een grote groep van Nederlandse taalliefhebbers, verenigd in het 'Genootschap Onze Taal'. In het onderwijs en de overheid blijft de officiële spelling evenwel van kracht. Het is dan ook moeilijk in te schatten hoeveel aanhangers het Witte boekje heeft.
Ben ik nu verplicht alle nieuwe regels goed van buiten te leren? Uiteraard is het altijd een goed idee om uw kennis van de spelling op te frissen. Echter, het mag niet vergeten worden dat het vooral een middel blijft om gedachten op papier te zetten. Nooit mag het een belemmering vormen. Immers, … verschillen komen en verschillen gaan!
Reacties (3)
Het gaat over de geschreven taal. Het begin. Voordat de Europese talen er waren. Er was maar een heel klein groepje dat kon lezen en schrijven.
Er waren drie geschreven talen. Het Grieks. Het Romeins. En de geschreven taal van de Jezus beschaving. Het Latijns. Met de gesproken taal is het heel anders. Ieder dorp had zijn eigen gesproken taal. Die veelal nog bestaat: het dialect.
Dat het volk leerde schrijven en lezen is ontstaan toen schoolplicht ingevoerd werd.
De ontwikkeling van de geschreven taal is ook beïnvloed door de ontwikkeling van apparaten,
Dat het type apparaat algemeen gebruikt ging worden heeft tot veranderingen geleid in de geschreven taal geleid.
Dat de computer ingevoerd werd heeft wereldwijd tot verandering in de geschreven faal geleid.
Er zijn pogingen gedaan een Europese taal te ontwerpen. Het Esperanto. Er zijn pogingen gedaan een wereldtaal te ontwerpen. Dat is een andere geschiedenis.
Als we de wereld bekijken staan we wat betreft de geschreven taal nog in de baby schoenen.