Europa’s vroegste beschaving ontwikkelde zich op het eiland Kreta.
Kreta ligt in het zuidelijkste deel van de Egeïsche Zee, een met eilanden bezaaide zee tussen Griekenland en Turkije. De Kretenzische cultuur heeft zich waarschijnlijk onafhankelijk ontwikkeld, hoewel het vrijwel zeker is dat ze daarbij werd beïnvloed door contacten met Klein-Azië (Turkije) en in mindere mate Egypte. Al in 1950 v. Chr. bezat Kreta schitterende paleizen en grote, welvarende steden, vermoedelijk het resultaat van de grootschalige teelt van olijven en druiven en van de levendige handel met volkeren in het oostelijke Middellandse Zeegebied.
De geschiedenis van deze beschaving berust voornamelijk op legenden. De bekendste daarvan vertelt hoe de Griekse stad Athene elk jaar jonge mannen en vrouwen als tribuut naar de Kretenzische koning Minos moest sturen. De koning offerde hen aan de Minotaurus, een monster dat half mens half stier was en zich ophield in het hart van een labyrint. Uiteindelijk doodde de Atheense held Theseus het monster om uit het labyrint te kunnen ontsnappen. Door deze legende staat de Kretenzische beschaving bekend als Minoïsch. In werkelijkheid werden er waarschijnlijk stieren in plaats van mensen geofferd en bestond er alleen enig gevaar voor acrobaten die erop waren getraind om een stier bij de hoorns te grijpen en met een salto over het dier heen te springen.
Uit de felgekleurde schilderingen op de paleismuren blijkt dat de Minoïsche maatschappij buitengewoon zorgeloos en ontspannen was. De Kretenzers waren vreedzaam of voelden zich in ieder geval veilig, aangezien de paleizen niet waren versterkt en soldaten eeuwenlang geen wapenrusting droegen.
De Minoërs waren echte levensgenieters. Zij besteedden veel aandacht aan de decoratie van hun huizen en beschilderden de muren met felgekleurde fresco's |
Knossos, waar waarschijnlijk de koning of opperheerser van het eiland woonde, was verreweg het grootste paleis en beschikte net als andere paleizen ( en ook steden ) over stromend water en rioolstelsels.
Rond 1750 v. Chr. werden de paleizen verwoest door een catastrofe, vermoedelijk een aardbeving, maar de Minoïsche cultuur kwam de klap te boven en de paleizen werden allemaal op nog grotere schaal herbouwd. Waarschijnlijk kwam na 1600 v. Chr. het keerpunt van de Minoïsche beschaving. In ieder geval heeft ze zich nooit geheel hersteld van een nieuwe catastrofe die het eiland rond 1450 v. Chr. trof, namelijk een vulkaanuitbarsting die een enorm gat sloeg in het eiland Thera (tegenwoordig Santorini ), zo’n 100 km ten noorden van Kreta. Het is mogelijk dat Kreta als gevolg daarvan werd getroffen door een enorme vloedgolf, evenals het hele oostelijke Middellandse Zeegebied. Men denkt dat de verwoesting van Thera aanleiding gaf tot het ontstaan van de legende over een verdwenen continent, Atlantis, waarvan men dacht dat het in de oceaan was gezonken.
Schijf van Phaistos, gevonden in een ondergrondse kamer in een Minoïsch paleis. Dateert ongeveer uit 1600 v. Chr.
De Minoïsche beschaving ging binnen een paar generaties ten onder. Uit die laatste fase zijn grote aantallen kleitabletten overgebleven, die beschreven zijn in een schrift dat verwant is aan een vroege vorm van Grieks. Hieruit kan worden afgeleid dat Kreta in handen was gevallen van strijders afkomstig van het Griekse vasteland , de Achaeërs of Myceners. De Achaeërs waren een barbaars volk dat vanuit het noorden Griekenland binnentrok omstreeks dezelfde tijd dat zich op Kreta een beschaving ontwikkelde. In tegenstelling tot de kleine, glasgeschoren Minoërs waren de Achaeërs groot en droegen ze een baard. Bovendien waren ze oorlogszuchtig. Ze vochten met strijdwagens ( onbekend bij de Kretenzers ) en bouwden versterkte steden met extra verdedigde citadels.
De meeste steden lagen op Peloponnesos,het grote schiereiland in het zuiden van Griekenland. Mycene was de meest indrukwekkende stad en werd in gedichten en legenden beschreven als rijk aan goud en als hoofdstad van de opperkoning van de Achaeërs. Dit is de reden waarom de Achaeërs en de manier van leven die ze gedurende het 2de millennium v. Chr. ontwikkeld hadden, Myceens genoemd werden.
Net als alle Myceense steden was Mycene ommuurd en op een strategische plek gebouwd
Rond 1600 v. Chr. waren de Myceense steden tot bloei gekomen. Ze ontwikkelden hun eigen cultuur, waarbij ze in eerste instantie sterk beïnvloed werden door het Minoïsche Kreta. De Myceners verspreidden zich over het grootste deel van de eilanden in de Egeïsche Zee en terwijl Kreta in verval raakte, bouwden zij een handelsnetwerk op dat het hele oostelijke Middellandse Zeegebied omvatte. Waarschijnlijk had Mycene lange tijd de status van een grootmacht die op gelijke voet kon onderhandelen met de Hettieten en Egyptenaren.
In de 13e eeuw v. Chr. begonnen zich tekenen van onrust en verval voor te doen. Een mogelijke oorzaak is dat de Myceners zichzelf overschatten in de langdurige oorlog tegen Troje en haar bondgenoten.
Het is ook mogelijk dat de komst van een nieuw Grieks sprekend volk, de Doriërs vermengden zich weliswaar uiteindelijk met elkaar en werden als gevolg daarvan één volk, maar in eerste instantie was de opschudding ernstig genoeg om een migratie van Achaeërs naar Ionië ( de westkust van het tegenwoordige Turkije ) te veroorzaken. Wat de reden ook moge zijn, de belangrijkste Myceense centra gingen gedurende de 12de eeuw v. Chr. ten onder.
Gedurende deze periode was er ongetwijfeld geen sprake meer van enige beschaving. Tegen de 11de eeuw v. Chr. was de kunst van het schrijven verloren gegaan en werden zelfs geen kunstwerken en aardewerk meer gemaakt. Nieuwe, onbekende catastrofen verwoestten Griekenland, dat regelrecht in de ‘donkere eeuwen’ belandde.
Reacties (8)
Tijdens 1 van mijn vakanties naar Europa ben ik er geweest,
Knossos was idd indrukwekkend.