Kikkers zijn amfibieën, gewervelde dieren die zowel op het land als in het water leven. Biologisch gezien, is er heel weinig verschil tussen een kikker en een pad. |
Kikkers hebben doorgaans een gladde huid, lange achterpoten om te springen en de vliezen aan hun poten zijn goed ontwikkeld om te kunnen zwemmen. Padden hebben een ronder, droog en vaak met wratten bedekt lichaam, korte achterpoten om te kruipen en om kleine sprongetjes te maken. De vliezen op de achterpoten van de pad zijn slecht ontwikkeld, omdat ze weinig tijd in het water doorbrengen. Kikkers en padden horen tot de amfibieënorde Anura (staartloze amfibieën), die zich waarschijnlijk pas zo’n 150 miljoen jaar geleden heeft ontwikkeld.
Kikkers zijn koudbloedige dieren, hun lichaamstemperatuur is altijd gelijk aan de lucht om hen heen, daarom voelen ze koud en vochtig aan.
De kop van een kikker is breed en plat en ze hebben een grote bek. Het lichaam is rond. Ze hebben een paar korte voorpoten en een paar lange achterpoten. Kikkers hebben meestal vier tenen aan elke voorpoot en vijf aan elke achterpoot. De tenen zijn met elkaar verbonden door een vlies. Bij sommige soorten die in het water leven, eindigen de tenen van de achterpoten in scherpe klauwen die worden gebruikt om de prooi te verscheuren. De ogen van kikkers zijn groot. De meeste soorten zijn nachtdieren.
Kikkers kunnen sprongen maken van vele malen hun lichaamslengte. Wanneer een kikker op het punt staat te springen, tilt hij het voorste deel van zijn lichaam hoog op en springt vervolgens omhoog. Kikkers met zwemvliezen brengen de meeste, zo niet alle tijd in het water door. Er zijn kikkers die in bomen leven. Ze hebben geen vliezen tussen hun tenen maar hechtschijfjes aan elke teen van voor- en achterpoten. De onderkant van het hechtschijfje is bedekt met ruwe huid, waardoor de kikker over een oneffen oppervlak van bijvoorbeeld een boomstam kan klauteren.
De meeste kikkers leggen hun eitjes in het water. Een enkel vrouwtje kan een klont kikkerdril leggen die uit wel duizenden eitjes bestaat. De eitjes zijn vaak erg klein (een paar mm in doorsnee) en elk is omgeven door een beschermend, geleiachtig laagje om te voorkomen dat ze door roofdieren worden gegeten. In plaats van duizenden eitjes zomaar in de vijver achter te laten, leggen sommige soorten veel minder eitjes, maar ze doen de grootste moeite om deze te beschermen. Het smidskikkervrouwtje, bijvoorbeeld graaft haar eigen poeltje aan de rand van het water vlaak voor het begin van het regenseizoen. Zij legt daarin haar eitjes en de kikkervisjes zijn volkomen veilig als ze uitkomen.
De achterpoten van een kikkervisje ontwikkelen zich net onder de staartinplant. Zodra deze zichtbaar zijn, beginnen de voorpoten zich onder de huis te vormen. De voorpoten breken door de huis als ze groot genoeg zijn, maar niet allebei tegelijk. Het is heel gebruikelijk voor een kikkervisje om een tijd lang slechts drie poten te hebben. Wanneer alle vier ledematen zichtbaar zijn, begint het lichaam van het kikkervisje te veranderen van een rond bolletje tot een meer kikkerachtige vorm. De bek wordt breder en de ogen beginnen uit te puilen. Ten slotte wordt de staart kleiner en kleiner, omdat het lichaam deze opneemt, totdat er alleen nog een stompje overblijft. In deze fase zal het kikkertje besluiten het water te verlaten. Er zijn verschillende kikkersoorten die hun eieren onder bladeren of stenen op het land leggen. Het stadium van kikkervisje wordt in dat geval in zijn geheel overgeslagen en na een paar weken komt er een piepklein, volledig gevormd kikkertje tevoorschijn.
Verschillende kikkersoorten doen de grootst mogelijke moeite om voor hun opgroeiende kroost te zorgen. De helmkopkikker, die zijn hele leven op het land doorbrengt, draagt de eitjes op de rug, waar ze zich rechtstreeks tot kleine kikkertjes ontwikkelen. De mannetjes van sommige soorten pijlgifkikkers, die in Zuid-Amerika voorkomen, dragen ook de dikkopjes op hun rug. Sommige boomkikkers, zoals de buidelkikker, gaan nog een stapje verder;
het vrouwtje heeft een grote buidel op haar rug en het mannetje gebruikt zijn achterpoten om de eitjes in de buidel te schuiven. Een paar weken later komen de volledig ontwikkelde kikkertjes uit de opening van de buidel.
De meeste kikkers leven van insecten en daarbij hangt de grootte van de prooi af van de grootte van eigen bek en lichaam. De Zuid-Afrikaanse stierkikker eet ongeveer alles wat hij kan doorslikken, waaronder giftige slangen, ruizenduizendpoten, schorpioenen en zelfs andere stierkikkers.
Heeft de kikker eenmaal de prooi gezien of gevoeld, dan gaat het dier ernaartoe en doet een uitval. De prooi wordt gevangen met de kleverige tong. Het insect wordt niet doodgebeten of gekauwd, maar eenvoudig levend ingeslikt.
Kikkers worden door veel verschillende dieren gegeten en daarom hebben ze een groot aantal reacties en andere aanpassingen ontwikkeld om te voorkomen dat ze gevangen worden. Sommige soorten worden erg agressief en bespringen hun aanvaller met opengesperde bek, zelfs als ze geen echte tanden hebben. Dit kan heel goed werken, vooral wanneer de kikker de omvang heeft van de Zuid-Afrikaanse stierkikker, die zo’n grote bek heeft, dat je er een vuist in kunt steken. Veel roofdieren worden daardoor afgeschrikt.
Pijlgifkikkers hebben een giftige huidafscheiding die vrij komt als een vijand ze probeert te eten
Sommige soorten hebben bepaalde kleuren of tekeningen om te voorkomen dat ze gevangen worden.Veel boomkikkers zijn in hun normale houding egaal bruin of groen, maar wanneer ze opschrikken en wegspringen worden de felle kleuren van de beide zijden van hun lichaam en van hun achterpoten zichtbaar.De plotselinge kleurenflits is meestal genoeg om een roofdier te laten schrikken, zodat de kikker tijd genoeg heeft om te ontsnappen.
Kikkers worden in vele delen van de wereld gegeten. De eetbare kikker is een delicatesse die onder de naam ‘kikkerbilletjes’ wordt opgediend. De eetbare kikker is nu echter zo zeldzaam geworden, dat Aziatische soorten in grote hoeveelheden worden geïmporteerd om aan de grote vraag te voldoen.
In Noord-Amerika is vooral de stierkikker gewild; deze soort is zeer groot en heeft enorme achterpoten. De kikkers worden vaak s’nachts gevangen, nadat ze verblind zijn door felle lampen.
Reacties (1)