Een knippatroon is een papieren patroon voor een te maken kledingstuk, dat je in de juiste maat kunt uitknippen en op de stof kunt leggen, spelden en/of aftekenen.
Het knippatroon is meestal gedrukt op een groot vel (soms op meerdere vellen) en geeft de patroondelen van een bepaald kledingstuk aan. Er zijn knippatronen in slechts één maat, maar meestal staan op het vel een aantal maten van het maken kledingstuk afgebeeld (een zogenaamd meermatenpatroon), die elk door een andere lijnkleur of ander soort lijn worden onderscheiden. Het voordeel van een meermatenpatroon is, dat je zo nodig gemakkelijk van de ene op een andere maat kunt overstappen. Knippatronen zijn meestal te koop in stoffenwinkels of te bestellen bij een zelfmaakmodeblad of via het internet.
Wat de kledingmaten betreft, kunnen we niet zonder meer uitgaan dat alle gegeven maten even groot zijn. Ook hier geldt namelijk, dat de maten van knippatronen van verschillende leveranciers/zelfmaakmodebladen onderling kunnen verschillen (zie ook: Maten en meten).
En niet alleen per leverancier/zelfmaakmodeblad, maar ook qua land kunnen maten en modellen sterk uiteenlopen. Zo kan een patroon uit een Duits zelfmaakmodeblad een geheel andere coupe of model hebben dan bijvoorbeeld een Frans patroon. Dat komt, omdat de bouw van de gemiddelde Duitse vrouw verschilt van die van de gemiddelde Française. De gemiddelde Nederlandse vrouw lijkt meer op het Duitse type, terwijl de gemiddelde Belgische vrouw meer gemeen heeft met de bouw van een Française; bij het bestellen van knippatronen bij buitenlandse bladen dien je hier – om teleurstellingen te voorkomen – dus rekening mee te houden.
Als het knippatroon eenmaal in huis is, is het zaak altijd nog even naar de gegeven maten voor de boven-, taille- en heupwijdten in de maattabel van het knippatroon te kijken om de juiste kledingmaat te kunnen bepalen. Mocht de gewenste kledingmaat of het model van het patroon toch iets te krap uitvallen, kun je eenvoudig voor een gehele of gedeeltelijke grotere maat van het patroon kiezen, bijvoorbeeld alles in een grotere maat of alleen de bovendelen in maat 40 en de rokdelen in maat 42 of andersom. Je knipt vervolgens de patroondelen in de maat van je keuze uit.
Vrijwel altijd geeft een patroondeel maar de helft van een model, bijvoorbeeld de helft van een voorpand. Daarom wordt de stof dubbel genomen en het patroondeel daarop – aan de stofvouw –gelegd, zodat je na het knippen toch weer een heel (stoffen) voorpand hebt. Alleen van een model, dat niet symmetrisch is, wordt het patroondeel altijd in zijn geheel gegeven.
Op het patroondeel staat altijd aangegeven wat middenvoor en middenachter is en waar een patroondeel eventueel aan de stofvouw (waar de stof dubbel gevouwen is) of aan de zelfkant (de buitenranden) moet worden gelegd.
Knippatronen worden meestal zonder naden en zomen gegeven; hiervoor knip je rondom 2-3 centimeter vanaf het patroondeel. Als de naden en zomen in een uitzonderlijk geval wèl op het patroon zijn afgedrukt, dan is dat altijd heel duidelijk aangegeven en kun je je daarin eigenlijk niet vergissen. In enkele buitenlandse knippatronen (waaronder Britse) worden vaak de naden en zomen in het patroon meegenomen en zou je de stof dus vlak langs het patroondeel kunnen knippen. De ruimte voor naden en zomen oftewel 'seam allowance' is vaak maar smal, ongeveer 1,5 centimeter breed. Hierdoor hou je maar weinig marge over, als je later het kledingstuk eventueel nog een beetje zou willen uitleggen (ruimer wilt maken). Iets om rekening mee te houden dus.
Het handigst is in feite, om eerst het gewenste knippatroon te kopen en dit goed te bekijken, vòòrdat je de stof voor het te maken kledingstuk aanschaft. Daar is een goede reden voor.
Bij een knippatroon hoort een min of meer uitgebreide naaibeschrijving en een oplegschema voor het knippen. Dat oplegschema (hoe je de patroondelen het best op de lap stof kunt leggen) dien je altijd kritisch te bekijken; in veel gevallen kan het namelijk een stuk voordeliger, waardoor je minder stof zou hoeven te kopen. Doe eerst eens aan 'droogzwemmen': leg de patroondelen bijvoorbeeld eerst eens op een vel papier in de grootte van te kopen lap stof. Enkele aandachtspunten hierbij zijn wel, dat je van tevoren moet weten:
Het is verder een kwestie van goed kijken en soms een beetje rondschuiven met de patroondelen, maar dan weet je dus precies hoe de patroondelen het beste op de stof passen en hoeveel stof je echt nodig zult hebben.
Een basispatroon is in feite een heel eenvoudig patroon van een neutraal kledingstuk (een zogenaamde 'basic', bijvoorbeeld een kokerrok, een broek, een lange jurk of een jas). Het is een patroon, dat meestal glad om het lichaam valt en op talloze manieren kan worden gevarieerd.
Als je van een bepaald kledingstuk, of van een merk of zelfmaakmodeblad, een knippatroon hebt gevonden, dat goed past en/of met enkele kleine aanpassingen voor jou de juiste coupe heeft, wees er dan zuinig op. Dit patroon zou dan je standaard- of basispatroon kunnen worden voor eindeloze variaties op dit kledingstuk (andere stof, korter, langer, ruimer, versierd enz. enz. enz.), die je later nog eens kunt maken. Bij gebruik van een goed passend basispatroon weet je namelijk al van tevoren dat de pasvorm voor jou perfect zal zijn.
© ASMAY. *15
Foto's: Google.com, Pixabay.com.
(Inspiratiebron: Marion Mode.)
Meer weten of boeken vinden over zelf kleding maken? Klik hier.
Voor van alles en nog wat over handwerken, klik hier.
Zie ook:
Naaien-voor-beginners-1-basisbenodigdheden
Naaien-voor-beginners-2-stoffen
Naaien-voor-beginners-3-kopen-en-voorbereiden-van-de-stof
Naaien-voor-beginners-4-maten-en-meten
Of:
Asmay-s-handwerkmap
Asmay-s-archiefmap
Reacties (4)
Ik had er echt geen handeling voor :-)