Cornelis Lely was ingenieur en minister van Rijkswaterstaat, wiens levenswerk de drooglegging van de Zuiderzee was. Cornelis Lely was een man voor het volk. Hij had een enorme vooruitziende blik en beschikte over een lange adem.
Cornelis Lely wordt in 1854 in Amsterdam geboren als zevende kind van een succesvol graanverkoper. Lely gaat als kind vaak met zijn vader mee naar ‘plekken waar iets tot stand wordt gebracht’ op het gebied van techniek en bouwkunst. Lely studeert aan de net ingevoerde Hogere Burgerschool in Amsterdam. Ingenieurs zijn dan in opkomst, vanwege de onderwijsvernieuwingen die net zijn ingevoerd. Lely studeert Civiele techniek ook bij de Polytechnische school in Delft. Tijdens die studie wordt hij lid van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs en in 1875 studeert hij af.
Carrière bij Rijkswaterstaat
In 1877 treedt hij in dienst van Rijkswaterstaat om zich te bemoeien met de bouw van een keersluis in het Zwolse Diep. Tijdens zijn werk in Zwolle komt hij al in aanraking met politiek, als hij door de Minister van Rijkswaterstaat, Johannes Tak van Poortvliet, wordt gevraagd om mee te helpen met de voorbereidingen van de Kanalenwet, die moet zorgen voor een verbetering van de Nederlandse vaarwegen. Het plan haalt het niet waardoor de minister op stapt en het kabinet valt.
Lely blijft echter enthousiast over het plan, maar vindt bij het volgend kabinet geen gehoor. Als Lely echter naar Rijkswaterstaat in Den Haag vertrekt, mag hij zich alsnog met de kanalen bemoeien. Hij houdt zich vooral bezig met een waterverbinding van Amsterdam met de Rijn. Bij ideeën voor dat kanaal (het huidige Amsterdam-Rijnkanaal) wordt regelmatig de drooglegging van de Zuiderzee besproken.
Huwelijk en gezin.
In 1881 trouwt Lely met Gerarda Jacoba van Rinsum. Tegelijk met de geboorte van hun tweede kind wordt Lely ontslagen bij Rijkswaterstaat, omdat zijn plan om Deventer te redden van overstromingen te duur is. Het jonge gezin moet voor nood bij Lely’s ouders intrekken. Lely en zijn vrouw krijgen uiteindelijk zes kinderen van wie er twee sterven voor hun tweede levensjaar.
De Zuiderzeevereniging
Eind van de 19e eeuw wordt er al veel gesproken over de drooglegging van de Zuiderzee om zo nieuw land te creëren. In 1873 brengt een commissie al een gunstig advies uit en in 1874 wordt in de troonrede aangekondigd dat er ‘beslissende stappen’ zullen worden genomen over de Zuiderzee. Maar het volgende kabinet zet het plan weer in de ijskast.
In 1886 wordt de Zuiderzeevereniging opgericht in aanwezigheid van Lely en zijn vader. Voorman is ir Van der Toorn, waaronder Lely al een keer eerder heeft gewerkt in Zwolle.
Samen maken ze een plan om de Zuiderzee af te sluiten tussen de Wieringermeer en Friesland in plaats van – zoals daarvoor wordt bepleit – tussen de Waddeneilanden een grote dam te bouwen. Dit stuit op veel kritiek van de andere leden van de vereniging en in 1887 stapt Van der Toorn op. Lely neemt intussen de onderzoeken over en in 1891 presenteert hij het eerste technisch uitvoerbare plan voor de drooglegging van de Zuiderzee.
Politieke carrière
Meteen nadat Lely klaar is met zijn Zuiderzeeplan krijgt hij het verzoek van de liberaal Tak van Poortvliet of hij minister wil worden in diens kabinet. Lely is dan 36 jaar.
Lely wordt Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid. Hij zorgt er voor dat de landbouw opbloeit door het verbeteren van rivieren en de aanleg van tramlijnen die het platteland beter toegankelijk maken. Veel draagkracht voor de Zuiderzeehervormingen is er nog niet en dus kan Lely er als minister weinig mee doen.
In 1894 valt het kabinet, vanwege de kieswet die Tak van Poortvliet wil invoeren, waarbij iedere Nederlandse man mag stemmen. Ook Lely moet opstappen. Bij de verkiezingen leiden de liberalen een enorme nederlaag. Lely komt ternauwernood terecht in de Tweede Kamer. In deze tijd overlijden zowel zijn moeder, vader als twee van zijn kinderen. De nieuwe minister Samuel van Houten maakt inmiddels een nieuwe kieswet, waarbij alleen mannen met een redelijke opleiding en vermogen mogen stemmen. Nadat die wet erdoor is, wordt de regering opgeheven en worden er opnieuw verkiezingen uitgeschreven.
Na de verkiezingen komt het kabinet van Nicolas Pierson aan de macht en wordt Lely opnieuw Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid. Door de industrialisatie heerst er veel voorspoed in het land en is er veel interesse in vernieuwingen.
Die vinden vooral plaats op sociaal vlak, onder meer de Leerplichtwet, de Woningwet, de Gezondheidswet en de Ongevallenwet komen tot stand. Die laatste wet maakt Lely onder het volk erg populair, terwijl enkele werkgevers niets zien in een door de overheid opgelegde regeling voor ongevallen op de werkvloer. Ondanks de felle strijd tussen Lely en de werkgevers komt de wet erdoor. Lely wordt daardoor gezien als ‘goede redenaar en uitmuntend politicus’. Enkele wapenfeiten van Lely als minister zijn de ontwikkeling van de Scheveningse Haven, het uitdiepen van het Noordzeekanaal en de staatsexpolitatie van de Limburgse mijnen.
Maar nog steeds krijgt Lely niet de kans zijn plannen met betrekking tot de drooglegging van de Zuiderzee uit te voeren. Er is te weinig draagvlak. Na de regeringstermijn leiden de liberalen opnieuw een grote nederlaag en komt Lely weer in de Tweede Kamer terecht.
Gouverneur van Suriname
Een jaar naar zijn ministerschap wordt Lely gevraagd als gouverneur voor Suriname. Samen met gezin trekt hij naar de exotische Nederlandse kolonie. Het gaat dan, mede door de afschaffing van de slavenhandel, slecht met de economie in Suriname. Omdat er in het oerwoud goud wordt gevonden, breekt de goudkoorts uit. Lely probeert daar profijt uit te trekken door de Lawa-spoorlijn aan te laten leggen, een spoorlijn die het oerwoud moet verbinden met de hoofdstad Paramaribo. De hoeveelheid goud die wordt gevonden valt echter tegen en de spoorlijn wordt niet afgebouwd. Ook in Suriname voert Lely hervormingen door waardoor de landbouw, die in het slop geraakt was, weer opbloeit. Als hij in 1905 weer naar Nederland vertrekt wordt in Suriname een ‘rode loper’ van hoofddoekjes voor hem neergelegd als uiting van respect. Voor Lely en zijn vrouw waren de Surinaamse jaren zwaar en ze gaan samen enige tijd naar een rustoord.
In 1910 wordt Lely gekozen in de Eerste Kamer. Ook is hij in die tijd wethouder in Den Haag, waar hij er onder meer voor zorgt dat de bekende architect H.P. Berlage de stad opknapt. Op hetzelfde moment komt de huidige minister van Rijkswaterstaat, Jacob Kraus met een wetsvoorstel om de Wieringermeer droog te leggen, een eerste stap naar de drooglegging van de Zuiderzee. Als Lely in 1913 aan zijn derde termijn als minister begint, hoeft hij alleen nog maar die plannen door te zetten.
Zuiderzeewerken
Lely boekt zijn eerste succes als de drooglegging door koningin Wilhelmina in 1913 wordt genoemd in de troonrede:
“Ik acht den tijd gekomen om de afsluiting en droogmaking van de Zuiderzee te ondernemen (…) Een wetsontwerp tot uitvoering van deze afsluiting en gedeeltelijke droogmaking zal u worden aangeboden.”
Lely moet zich echter eerst bezighouden met iets belangrijkers, de invoering van algemeen kiesrecht.
In 1914, aan het begin van de Eerste Wereldoorlog, is Lely met zijn vrouw in een rustoord in Oostenrijk. Hij is zich nog niet bewust van wat er allemaal om hem heen gebeurt. Vanwege de spanningen wordt hij op 1 augustus door het kabinet weer naar Nederland gehaald. Net aangekomen overlijdt zijn vrouw aan een beroerte. Lely is in diepe rouw en laat de plannen voor Zuiderzee enige tijd voor wat ze zijn. De komende jaren staan volledig in het teken van de Eerste Wereldoorlog. Door de voedselschaarste komt er echter wel steeds een groter draagvlak voor de Zuiderzeeplannen, om zo de landbouwgronden uit te breiden.
Stormvloed van 1916
Januari 1916 breekt er onverwacht een stormvloed uit rond de Zuiderzee. Dijken breken, rivieren treden buiten hun oevers. Kades en polders in Groningen, Friesland, Overijssel, Gelderland, Noord-Holland en Utrecht lopen onder. Alleen de Veluwe blijft het leed bespaard vanwege zijn hoge ligging. Op het eiland Marken vallen zestien slachtoffers. Niet alleen wordt naar aanleiding van de ramp de Stormvloedseindienst ingesteld, ook wordt in 1918 de Zuiderzeewet ingevoerd. Geschiedkundigen betwijfelen of de wet er wel door was gekomen zonder de stormvloed.
Tijdens de verkiezingen in 1918 lijden de Liberalen, onder de nieuwe kieswet, een enorm verlies en dus moet Lely weer plaatsnemen in de Tweede Kamer. Hij concentreert zich in die tijd vooral op zijn voorzitterschap van de Zuiderzeevereniging. In 1920 gaan de Zuiderzeewerken van start met de bouw van een dijk door het Amsteldiep. In 1926 wordt Lely opnieuw gevraagd voor het ministerschap, maar de inmiddels 72-jarige ingenieur bedankt daarvoor. In plaats daarvan reist hij de wereld rond om lezingen te geven over de Zuiderzeeplannen.
Ingenieur Cornelis Lely overlijdt in 1929. In het hele land wordt geschokt gereageerd. De media spreken van ‘een zeer zware slag’ en zijn familie ontvangt honderden condoleancebrieven vanuit het hele land.
Afsluitdijk een feit
In 1932 is de afsluiting van de Zuiderzee een feit. In 1942 wordt de Noord-Oostpolder drooggelegd, gevolgd door respectievelijke Oostelijk en Zuidelijk Flevoland in 1957 en 1968. Omdat de Zuiderzeevereniging zijn werk heeft volbracht wordt deze in 1949 opgeheven.
De hoofdstad van de nieuwe provincie Flevoland wordt genoemd naar de ingenieur: Lelystad. Ook in Suriname bevindt zich een plaats die naar hem is vernoemd: Lelydorp. In de Wieringermeer staat het Lelygemaal. In Amsterdam is de Cornelis Lelylaan en station Amsterdam Lelylaan. Koningin Juliana onthult in 1954 een standbeeld van Lely op de afsluitdijk. Ook in Lelystad staan twee standbeelden van hem.
Reacties (7)