Vandaag deel 2 van de reeks Industrialisatie en ismen
In de wereld waarin wij leven, spelen machines een belangrijke rol. Vliegtuigen, treinen, auto’s en brommers zorgen ervoor dat we ons snel en gemakkelijk kunnen verplaatsen. Het meeste voedsel wordt met behulp van machines geproduceerd. Computers staan in bijna iedere woning in de westerse wereld. Internet, e-mail en fax worden door steeds meer mensen gebruikt.
Het is haast niet meer voor te stellen dat het ooit anders is geweest. En toch, pas de laatste tweehonderd jaar maakt de mens op grote schaal gebruik van machines. Pas in die tijd zijn mensen gebruik gaan maken van steenkool, gas, olie, elektriciteit en atoomenergie. Het gebruik van al deze nieuwe machines en energiebronnen werd pas mogelijk door een groot aantal uitvindingen vanaf het einde van de 18de eeuw. En aan die uitvindingen is nog steeds geen einde gekomen.
De uitvindingen maakten het ontstaan van industrieën mogelijk. Maar daarvoor was nog meer nodig:
Toen de mensen van jagen en verzamelen overgingen op akkerbouw en veeteelt als belangrijkste middelen van bestaan, bracht dit grote veranderingen in de samenleving met zich mee.
En opnieuw veranderde er veel, toen de landbouw voor steeds meer mensen in West-Europa als belangrijkste middel van bestaan werd verdrongen door de industrie. De veranderingen waren zo groot, dat men ook wel spreekt van de Industriële Revolutie. Door de Industriële Revolutie ontstond er een industriële samenleving. Met een industriële samenleving bedoelen we een samenleving waarin de meeste goederen in fabrieken worden gemaakt en waarin de meeste mensen in steden wonen. Als een agrarische samenleving door het toenemen van het aantal industrieën verandert in een industriële samenleving, wordt deze verandering industrialisatie genoemd.
In Engeland ontstond het eerst een industriële samenleving. Daar werd de industrialisatie halverwege de 18de eeuw al op gang gebracht. West-Europa en de Verenigde Staten (VS) volgden ongeveer een eeuw later het Engelse voorbeeld. En aan het einde van de 19de eeuw begon ook de industrialisatie in Oost-Europa en Japan. In de 20ste eeuw kwam de industrialisatie in de andere landen van de wereld op gang, maar landbouw bleef daar in de meeste gevallen nog het belangrijkste middel van bestaan.
Andere delen uit de reeks:
http://industrialisatie-en-ismen.plazilla.com/deel-1-industrialisatie-en-ismen
http://industrialisatie-en-ismen.plazilla.com/deel-3-snelle-groei-van-fabrieken-en-steden
http://industrialisatie-en-ismen.plazilla.com/deel-4-overgang-van-handelskapitalisme-naar-industrieel-kapitalisme
http://industrialisatie-en-ismen.plazilla.com/deel-5-grote-veranderingen-in-de-gelaagdheid-van-de-bevolking
http://industrialisatie-en-ismen.plazilla.com/deel-6-conflicten-tussen-kapitaal-en-arbeid
http://industrialisatie-en-ismen.plazilla.com/deel-7-nationalisme
http://industrialisatie-en-ismen.plazilla.com/deel-8-conservatisme
http://industrialisatie-en-ismen.plazilla.com/deel-9-liberalisme
http://industrialisatie-en-ismen.plazilla.com/deel-10-socialisme
http://industrialisatie-en-ismen.plazilla.com/deel-11-confessionalisme
http://industrialisatie-en-ismen.plazilla.com/deel-12-feminisme
http://industrialisatie-en-ismen.plazilla.com/deel-13-imperialisme
Reacties (0)