Onlangs stond het in de krant. De Surinaamse president Bouterse wil Fort Zeelandia veranderen in een evenemententerrein voor culturele manifestaties.
In het begin van de 17e eeuw stichtten Nederlandse kolonisten een handelspost op de linkeroever van de rivier de Suriname. Om de vestiging te kunnen verdedigen, tegen vooral de Engelsen, werd een vijfhoekig fort gebouwd. In 1651 werd het fort inderdaad aangevallen en ook veroverd door de Engelsen. Zij noemden het verdedigingswerk Fort Willoughby. In 1667 werden fort en nederzetting heroverd door de Zeeuwse commandeur Abraham Crijnssen en zijn vloot. Het fort werd van toen af Fort Zeelandia genoemd.
In 1712 werd het gebied opnieuw aangevallen, nu door de Fransen. Men vond het hoog tijd om de verdedigingswerken te verbeteren; op de rechteroever van de Suriname-rivier verrees een nieuw fort, Fort Nieuw-Amsterdam. De belangrijke rol van Fort Zeelandia als verdedigingsbolwerk was voorbij. Eerst werd het complex gebruikt als kazerne, later als gevangenis.
In 1967 werd het Fort nog volledig gerestaureerd. Het complex bevatte sinds die tijd het Surinaams Museum.
Op 25 november 1975 kwam Suriname los van Nederland en werd een democratische, onafhankelijke staat. Dat democratische gehalte duurde echter niet lang.
Op 25 februari 1980 pleegden Desi Bouterse en Roy Horb met 14 medesergeanten een militaire staatsgreep en kwamen aan de macht.
Het duurde nog even, in feite tot na de mislukte tegencoup van 11 maart 1982 (van o.a. Surendre Rambocus), maar in april 1982 namen de militairen weer hun intrek in Fort Zeelandia. Het complex werd het nieuwe Nationaal Hoofdkwartier en tegelijkertijd een gevangenis voor vooral politieke tegenstanders van het militaire bewind.
Een zwarte dag in de historie van de jonge staat was 8 december 1982. Op 7 december waren 16 prominente politieke tegenstanders van hun bed gelicht en gevangengezet. De volgende dag werden 15 van de gevangenen, zonder enige vorm van proces, in Fort Zeelandia door het militaire bewind geëxecuteerd. Er was slechts één overlevende, Fred Derby; hij werd onverwachts vrijgelaten.
Vervolging van de daders van de Decembermoorden heeft lang op zich laten wachten. Pas in november 2000 is men met een gerechtelijk onderzoek gestart. Met alle (forensische) onderzoeken duurde het tot eind 2004 voor de verdachten een kennisgeving van vervolging ontvingen.
In 2007 bood Bouterse officieel zijn excuus aan voor de moorden, waarvoor hij slechts ‘politieke verantwoordelijkheid’ zou dragen. Tegelijk pleitte hij voor volledige amnestie voor de verdachten.
Links: Presidentieel Paleis, Paramaribo.
In de loop der jaren zijn er een paar rechtszittingen geweest, die vooral worden gekenmerkt door uitstel en vertraging. Niemand lijkt zijn of haar vingers te willen branden aan dit, in Suriname ultragevoelige proces.
In april 2012 heeft de Surinaamse Nationale Assemblee de beruchte aanpassing op de Amnestiewet aangenomen, waardoor deze nu geldt vanaf 1 april 1980 in plaats van 1 januari 1985. Alle verdachten van de Decembermoorden, inclusief president Bouterse, vallen nu onder de Amnestiewet en kunnen hier niet meer voor worden vervolgd.
Vanaf 1995 was het Surinaams Museum weer in Fort Zeelandia gevestigd. Op 8 december 2009 onthulde toenmalig president Venetiaan een Monument voor de 15 slachtoffers van de Decembermoorden.
Het Surinaams Museum beheert het Fort en het Monument.
Dat de Decembermoorden een ware smet op het blazoen van president Bouterse zijn en hij, na bijna 30 jaar ermee geconfronteerd te worden, er blijkbaar schoon genoeg van heeft, blijkt wel uit het volgende.
Medio 2012 maakte de Surinaamse regering, op instigatie van president Bouterse, bekend, dat er een andere bestemming moest komen voor het Fort Zeelandia-complex. De bedoeling was, dat het Fort dienst zou doen als festival- of evenemententerrein voor feestelijke en culturele activiteiten.
Het Fort moest per 1 september 2012 zijn ontruimd. In de aanzegging tot ontruiming, wordt nog ruimhartig gemeld, dat de regering, indien nodig, kan voorzien in een container om spullen in op te slaan.
Het deel, waarin de beruchte Devlin-gevangenis was gevestigd en waar de 15 slachtoffers van de Decembermoorden zijn gevallen, zou - volgens de huidige plannen - worden ingericht als museum over Suriname in de koloniale tijd. Echter, misschien wordt het wel gewoon gesloopt.
Een eventuele, (toekomstige) gedwongen ontruiming zou wel eens het einde kunnen betekenen van het Surinaams Museum. Nabestaanden zijn bang, dat het gelijk het einde zal betekenen van de herdenking van en het Monument voor de slachtoffers van de Decembermoorden. Gelukkig heeft de regering (nog) niet de daad bij het woord gevoegd en resideert het museum tot op heden nog in Fort Zeelandia.
Suriname is een jonge natie met een jonge bevolking. Wanneer president Bouterse er in slaagt de laatste materiële bewijzen (de gevangenismuur met de kogelgaten, het Monument) te laten verdwijnen, zal over niet al te lange tijd niemand van de jeugd meer weten wat er ooit is gebeurd.
Het recht zal in deze slepende zaak niet meer zegevieren, aan de slachtoffers wordt geen recht gedaan. Fort Zeelandia wordt - als Bouterse zijn zin krijgt - een evenemententerrein, misschien zelfs wel een pretpark of kermis? Het spookhuis, met de spreekwoordelijke skeletten in de kast, staat er immers al.
© ASMAY. *12
Foto's: Asmay en Wikipedia.org.
Wilt u meer weten of boeken vinden over Desi Bouterse? Klik hier.
Of over mensenrechten? Klik hier.
Voor van alles en nog wat over Suriname? Klik dan hier.
Zie ook:
Frans-Guyana-de-gevangenis-van-Papillon-in-Saint-Laurent
Suriname-vogelavontuur-in-Bigi-Pan
Suriname-Galibi-en-het-indianendorp-Christiaankondre
Nepal-toerisme-door-ex-oorlogsgebied-de-Guerrilla-Trek
Of:
Asmay-s-archiefmap
Asmay-s-mens-&-maatschappij
Reacties (5)
Goed dat je dit aan de kaak stelt.