Welkom, ik ben Sabrina en ik ben een kinderboek aan het schrijven. Ik wil jullie hoofdstuk 1 laten lezen. En hoop een eerlijk antwoord van jullie te krijgen wat jullie er van vinden. En of je na dit hoofdstuk verder zou lezen om er achter te komen hoe het afloopt of niet.
Hoofdstuk 1:
Op weg naar school zag Marlies verschillende ouders met hun kinderen naar school fietsen. Toen ze in de straat van de school aankwam zag ze een groepje meiden uit haar klas. Marlies keek om maar zag dat er niemand meer achter haar liep, ook zag ze geen ouders meer fietsen. Ze wilde omdraaien om terug naar huis te gaan, maar dat kon niet want dan zou haar moeder erg boos zijn. ’Ook kon ze geen andere weg nemen, omdat de school in een doodlopende straat stond en de enige weg ernaar toe was waar de meiden stonden. Marlies zag de meiden kijken en naar haar toe lopen, ze wilde rennen, gillen maar niemand die het zou zien of horen. Ze was erg bang omdat ze met zijn vieren waren en zij alleen. Toch liep ze verder en deed net of ze de meiden niet gezien had. Ze ging aan de overkant van de straat lopen maar de meiden kwamen haar achter na. Marlies begon in de richting van de school te rennen, maar ze waren sneller. Kim en Esmee pakten haar aan haar armen, zodat ze niet weg kon lopen. “Niet zo snel jij” zei Natalie “we zijn nog niet uitgepraat met jou. We willen het hebben over gister.” Gister is Marlies gepest door de meiden en heeft Sanne haar een stomp in haar buik gegeven. “Ik neem aan dat je vandaag niets tegen meester Broere zegt over wat er gebeurd is.” Ze schudde bang nee. “Weet je het heel zeker, want ik heb geen zin om na te blijven bij meester Broere.” Zei Sanne boos. Ze schudde haar hoofd. “Vooruit dan maar. Dan zouden we dat maar geloven.” Kim en Esmee lieten Marlies niet zomaar los. Ze duwde haar op de grond in een plas met modder. De kleding van Marlies was helemaal nat en smerig. “Ik zou maar naar huis gaan om je om te kleden” zei Natalie met een lach op haar gezicht. “Zo weten we ook zeker dat je niks tegen meester Broere zegt.”
De meiden draaide zich om en liepen naar school. Gierend van het lachen. Marlies bleef alleen achter in de modder plas, en kon alleen maar huilen. Ze wilde niet naar huis, want wat moest ze tegen haar moeder zeggen. De waarheid kon ze niet vertellen, want haar moeder zou haar niet geloven. Toen hoorde Marlies iemand zeggen “wat is er gebeurd?” Ze keek op en zag daar een vrouw staan met bruin haar dat in een knot zat en bruine ogen. Marlies herkende de vrouw als de lerares van groep 5. ‘Ik ben gestruikeld.” Zei ze. De lerares van groep 5 zei “loop maar met mij mee, dan gaan we je moeder bellen om je op te halen” “Dat hoeft niet, ik loop wel naar huis” De lerares bleef aandringen dat het beter was dat Marlies mee ging naar school, dus liep ze samen met de lerares naar school. Marlies heeft de hele weg naar school niks tegen de lerares gezegd en kon alleen maar hopen dat haar moeder de telefoon niet op zou nemen.
De lerares ging eerst door de schooldeur en Marlies liep vlak achter haar. Ze kwamen een grote hal binnen waar aan de linkerkant drie deuren waren. Dit waren de deuren van groep één, twee en drie. Aan het einde van de gang waren de deuren van groep vier en vijf en aan de rechterkant waren de deuren van groep zes, zeven en acht. De deuren hadden een crèmekleur en op elke deur zat een plaatje van welk klaslokaal het was. Marlies haar ogen zagen rood van het wrijven. De lerares liep eerst door de deur van groep vijf, en zag dat de directeur de opening van de dag aan het doen was. De lerares bood haar excuses aan dat ze te laat was, en zei dat ze de lessen zo over zou nemen. Marlies stond alleen in de grote hal en ze voelde de tranen branden in haar ogen. De lerares sloot de deur van groep vijf en liep samen met Marlies naar de deur van groep zeven. De lerares vroeg aan Marlies of ze nog even op de gang wilde wachten. De lerares openende de deur van groep zeven, en vroeg meester Broere naar de gang te komen. De kinderen in de klas begonnen te lachen en Sanne riep door de klas “De meester heeft een vriendin.” Meester Broere reageerde hier niet op en sloot de deur achter zich, toen zag hij Marlies staan in haar modderige, natte kleding en rood doorlopen ogen.
Ze voelde meteen dat de tranen weer over haar wangen begonnen te lopen, en ze kreeg van de lerares een papieren zakdoekje. “Marlies, wat is er gebeurd?” vroeg de meester. “Ik ben gestruikeld op straat en in een modderplas gevallen” snotterde ze. De juffrouw keek de meester aan en schudde nee. “Wat is er echt gebeurd?” vroeg de meester nog een keer. “Dit is de waarheid, echt waar.” De juffrouw zei “ ik zal even je moeder bellen, want dan kan ze schone kleding komen brengen.” De juffrouw liep naar het kantoor van de directeur en draaide het nummer van Marlies haar huis. De telefoon ging één, twee, drie, vier keer over maar werd niet beantwoord. De meester probeerde nog steeds achter de waarheid te komen. Wat er buiten schooltijd was gebeurd, Want hij geloofde het verhaal niet. “De telefoon wordt niet opgenomen” zei de juffrouw tegen de meester en Marlies. Ze begon nog harder te huilen en schreeuwde: “Sanne, Natalie, Kim en Esmee hebben me in de plas met modder geduwd!” Ze kon het niet langer voor zich houden, ze voelde zichzelf een klikspaan en was bang dat de meiden haar nu echt iets aan zouden doen.
De andere hoofdstukken uit deze serie vind je hieronder:
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 4
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 7
Hoofdstuk 8
Hoofdstuk 9
Hoofdstuk 10
Hoofdstuk 11
Hoofdstuk 12
Hoofdstuk 13
Meer verhalen, gedichten en artikelen van mij lezen: www.sabrina-jansen.nlGroetjes,
Sabrina
Reacties (9)
Groetjes Sabrina