Samenvatting van paragraaf 3.1 van 'de geo', een aardrijkskunde leerboek op het vwo.
§ 3.1 Vele steden maken (g)een Randstad
Noordvleugel: noordelijke zone van de Randstad
→ het financiële, educatieve en culturele centrum van Nederland
→ Amsterdam: commerciële dienstverlening, mainport Schiphol, industrie Noordzeekanaal
→ Utrecht: uitgesproken dienststad, creatieve sector, ICT-sector, verkeersknooppunt
→ Almere: door intense woon-werkrelaties tussen Almere – Amsterdam
Verkeersknooppunt: verbinding van enkele hoofdverkeerassen
Groeistad: buiten de Randstad gelegen steden (Amersfoort, Breda, Zwolle en Groningen) die in de jaren 80 van de twintigste eeuw de migratie naar de Randstad op dienden te vangen door bevordering van de woningbouw en uitbreiding van de werkfunctie
Zuidvleugel: het programma zuidvleugel heeft tot doel het versterken van de internationale concurrentiepositie van het zuidelijk deel van de Randstad. Onder andere maken projecten als Rotterdam Centraal, Project Mainportontwikkeling Rotterdam, A4 Delft-Schiedam, Hoeksche Waard, Zuidplaspolder en Den Haag hier deel van uit.
→ Rotterdam: wordt het hardst gewerkt als haven- en industriestad, laatste jaren meer architectuurstad
→ Den Haag: politieke stad, internationaal van belang met Internationaal Gerechtshof
→ In het grensgebied van het Groene Hart zijn het Westland, Aalsmeer en de Bollenstreek van Leiden tot Haarlem van groot economisch belang met de land- en tuinbouwgebieden
Mainport: schiphol en Rotterdam zijn de mainports, centra van nationaal belang voor verkeer en vervoer, gekenmerkt door een goede bereikbaarheid via de hoofdtransportassen voor weg-, water-, spoor- en luchtvervoer
Groene Hart: het relatief landelijk gelegen gebied te midden van de stadsgewesten van de Randstad
→ wordt steeds meer verstedelijkt, wat wordt voorkomen met het groeikernenbeleid
→ heeft nu de betekenis gekregen van ‘Nationaal Landschap’, om het contrast tussen stedelijk en landelijk gebied zoveel mogelijk te bewaren
Groeikernenbeleid: de (rijks)overheid tracht de suburbanisatie te bundelen in plaatsen (groeikernen) in de omgeving van grote steden
Groeikernen: gemeenten die in de jaren 80 van de twintigste eeuw veel gesubsidieerde nieuwbouw realiseerden om de overloop uit grote steden in West-Nederland op te vangen. Het betrof kleine dorpen die uitgroeiden tot middelgrote steden of, zoals in Alkmaar, bestaande steden die door de snelle groei hun inwonertallen soms zagen verdubbelen.
Pendelzone: gebied met woon-werkrelaties van steden
“platteland in het Groene Hart is deel uit gaan maken van de stadsgewesten, door de aanwezige (transport)ondernemingen bij de uitvalswegen en snelwegen, die verkeersstromen oproepen”
Urban field: stedelijk gebied tussen de reikwijdte van grote steden
Grootstedelijke functies: functies die je niet in kleinere gemeenten kunt vinden, zoals een concertgebouw, congrescentrum, hoger onderwijs, academisch ziekenhuis, grootwinkelcentrum, vliegveld
Argumenten voor (om over de Randstad over een urban field te spreken):
1. De nationale grootstedelijke functies zijn hier te vinden.
→ op slechts 13% van het Nederlands grondoppervlak wordt 46% van het BNP verdiend.
2. De arbeidsmarkten van de grote steden overlappen elkaar gedeeltelijk
→ lage-inkomensgroepen zijn veel nauwer afgebakend dan hoge-inkomensgroepen, die markten zijn namelijk vaak (inter)nationaal
3. Het forensisme neemt toe
4. De term Randstad heeft beeldvorming en Randstad Holland wordt gebruikt om de regio te promoten in het buitenland
Argumenten tegen (om over de Randstad over een urban field te spreken):
1. Grofweg 75% van de beroepsbevolking in de Randstad woont en werkt nog altijd in een-en-hetzelfde stadsgewest
→ noch een stadsgewest, nog een metropool
“in de Nota Ruimte (2006) heeft de overheid de term stedelijk netwerk geïntroduceerd, voor een slagvaardiger aanpak van mobiliteitsproblemen en versterking van kansrijke regio’s, dit door de druk van de grote internationale concurrentie”
Stedelijk netwerk: samenwerkende steden die gezamenlijk tot een ruimtelijke visie komen (onder andere om het stadsgewestelijk openbaar vervoer te verbeteren of afspraken te maken over nieuwe investeringen)
Deltametropool: benaming uit de Vijfde Nota is in de Nota Ruimte vervangen door de oude term Randstad Holland
“verstedelijking in stadsgewesten vindt in Nota Ruimte nu op iets hogere schaal plaats”
“veel kritiek op concept stedelijke netwerken (veel steden maken nog geen Randstad!), het bestuurlijk netwerk Regio Randstad heeft als taak de kritiek weg te nemen”
Bestuurlijk netwerk: een (vrijwillige) samenwerkingsvorm van nabijgelegen stedelijke gebieden
“het economisch belang van de Randstad wordt onderstreept door twee verkeersknooppunten van internationaal belang: Schiphol en haven Rotterdam, deze zijn in het overheidsbeleid een mainport”
Hoofdtransportassen: belangrijkste verbindingen met het achterland
Infrastructuur: alles wat voor het verkeer nodig is behalve het vervoermiddel zelf
Kenniseconomie: een samenleving waarvan de economische ontwikkeling afhankelijk wordt gemaakt van scholing, creativiteit en innovatie
→ naast bijdrage van kennis aan productiefactor wordt kennistoepassing bij dienstensector steeds belangrijker
“in de ruimtelijke ontwikkelingen van de stedelijke netwerken zijn multinationals belangrijk, overheid let hierbij op op de vestigingsplaatsmotieven van multinationals”
Halfwegzone: het overgangsgebied van Randstad naar de periferie
“De vier grote steden van de Randstad hebben elk een nationale betekenis op het gebied van verzorgende diensten als; Concerten, Sail en computerbeurzen”
Ruimtelijke ordening: de spelregels om de strijd om de ruimte controleerbaar te laten verlopen (Wet op de ruimtelijke ordening)
Onstaan congestie (vooral zichtbaar in de files):
- Globalisering
→ zorgt voor toename transport
- Welvaart
→ zorgt voor toename autobezit
- Schaalvergroting in de woon-werkafstanden
Bereikbaarheid: verplaatsingsmogelijkheden, bijvoorbeeld per auto en openbaar vervoer
→ een goede bereikbaarheid wordt als belangrijke vestigingsfactor gezien
Milieubelasting: uitputting van natuurlijke hulpbronnen en de afwenteling van productieprocessen en energieopwekking op de natuur
→ is hoog in de Randstad
“de voorgestelde groei is moeilijk in overeenstemming te brengen met de leefbaarheid in de omgeving”
“Groene Hart krijgt meer aandacht voor het herstel en behoud van het landschap, door aandacht recreatie en toerisme”
Regionaal beleid: het ontwikkelen van een samenhangend pakket maatregelen voor een speciaal gebied
Sectoraal beleid: hierbij wordt van een onderdeel van het ruimtegebruik een analyse van knelpunten en verbetermogelijkheden gemaakt
“Woningnood is een terugkerend verschijnsel in de naoorlogse geschiedenis”
Vinex-locaties: grootschalige nieuwbouwprogramma’s in bestaand stedelijk gebied in de periode 1995-2005, op grond van de Vierde Nota (extra). De latere aanvullende plannen (na 2005) heten Vinac (geactualiseerd).
“Aanpassing samenstelling woningmarkt is nodig door verhoogd aantal eenpersoonshuishoudens”
“In Nota Ruimte krijgt Randstad Holland als stedelijk netwerk veel aandacht, maar eigenlijk vindt samenwerking er alleen binnen de vleugels plaats”
“Randstad zet in om ruimtelijke specialisatie en integratie, om een betere positie in de internationale concurrentiestrijd te krijgen”
- Mainportontwikkeling
- Capaciteitsproblemen oplossen en doorstroming snel- en spoor wegen bevorderen
- Zeesluis ijmuiden; verdieping en verbreding
- Halvering reistijd tussen de 4 grote steden
- Zuiderzeelijn
- Rekeningrijden invoeren
- Kenniseconomie stimuleren
- Grootschalige ontwikkelingsplannen HSL-stations
- Waterbeheersing aanpakken
Reacties (0)