De geroepene,96, exodus
Daar stond zijn paard en hij dacht aan de tijd die verstreken was, sinds hij bij het klooster gekomen was. Hij aaide zijn trouwe metgezel en keek om zich heen naar de voerbak, die hij vulde met haver. 'dat zul je nodig hebben kampioen,' fluisterde hij voor zich uit. Uit de voorraadkamer haalde hij het zadel en legde eerst een ou...