Uitgestippeld in schaarse momenten van fortuin. Furiositeit komt in verstikkende duisternis aandonderen. Het felle licht is alleen voor planeet Aarde. Sprankelend levendig en op warme dagen fijn vertoevend. Een plek waar water nat is en maaltijden goed smaken. Waar het effect van sommige ondoordachte daden niet te zien is. Laat staan de teweegbrenging bij uitvoeringen ervan. Ik baadde in zoete geuren van aandacht en ontving duizend kusjes. De lente en zomer vlogen nimmer voorbij. Mijn besef van tijd is vertroebeld. Überhaupt niet wat het zijn moet. Ik zweef tussen Hemel en hel, maar geef voorkeur aan het eerste. Onvoorwaardelijke liefde. Ik dacht altijd te weten wie deze creaturen zijn die mij een huiden omhulsel gaven. Tegen mekaar aankruipende schepsels. Ze doen dit omdat ze weten dat het hoort. Ik waarneem sinistere geluiden. Kan deze niet goed van mekaar onderscheiden. De ruimte bruist en het gestommel verward me. 268 Dagen van rumoer hielden mij in bedwang. Kon mijn vinger hierdoor niet op de zere plek leggen. Zie hier; een vrouwtjesdier getiteld mama. Een prinses van het sterke soort. Vanuit het standpunt der affectie een uitgestorven ras. Teder en zorgzaam als geen ander. Ze lachte vaak. Altijd vrolijk. Dit was helaas allemaal schijn. Uiteindelijk lachte ze als een boer met kiespijn met een ingetogen vrolijkheid die thuishoort op een gemaskerd bal. Een toneelspelende Romeinse god, waarmee ze veelvuldig de liefde bedreef, had een mand vol zure appels. De zuurpruim vindt altijd wel reden deze met haar te schillen. Bah! Nauwelijks voor rede vatbaar en hierdoor zeer onredelijk. Niet in staat tot inleving wat zijn sobere regie haar aandeed. Gewoon onvoldoende inzicht voor andermans miserie. De bekende pijnstreken interesseerde hem niet. Enige wat hij wilde, was het veelvuldig naar binnen gieten van volle glazen bier. Champagne. Cognac. Hij wilde feesten. Vrouwen versieren en ze afzonderlijk van mekaar domineren. Zoals de wereld draait om haar as, zo draait de omgeving volgens zijn misberekeningen om hem. Geen tijd voor zorggevoelens. Hij had behoeftes waarbij leek alsof niemand hieraan kon voldoen. Onverzadigbaar. De zoete geur waarnaar ik eerder refereerde, is het water der hoop. Een kooi van vocht en sap waarin ieder organisme zich veilig waant. In elk geval tijdens de dracht. Het zoveelste zoogdier in de maak was een feit. Moeders aaide over mijn bol. Ze wist me te raken ook al zit ik verstopt. Ik ben onzichtbaar, maar alsnog haar vlees en bloed. Haar streling maakte mijn dagen buitensporig goed. Ik voedde mezelf met het verlangen haar nooit te verlaten. Een filantropische veronderstelling. Ongeacht de tegenslagen wilt ze zielsgraag voor het wezen zorgen. Dit ongeboren ding diep genesteld tussen haar ingewanden. Vader moet spoedig opzoek naar een andere plek. Eentje waar zijn haatdragende daden geen impact hebben. Echter hij bleef. De zwak die ze voor deze rockartiest heeft, is van ongekende lengte. Hij raakte haar snaren op de juiste manier. Ze danst op elk deuntje vol naar zijn pijpen. De drumstokken die deze meneer hanteert, slaan met de juiste kracht ritmisch op het drumstel. Mama is blind voor het spel dat hij speelt. Hij is metaforisch met zijn gitaar vingervlug en blijkt een aardig nootje te kunnen zingen. Ondanks zijn gebrek aan inspiratie lukt het telkens weer de juiste liedjes te componeren. Deze idioterie kwam me onderhand de spuigaten uit. Ik wilde hem tegenhouden. Ik wilde met haar praten. Zeggen dat ze moet stoppen. "Hij is je aan het bekoren, mama.” Ze bleek doof voor mijn raadgeving. Haar behoeden voor de snode plannen die hij terplekke uit zijn mouw schudde, bleek tevergeefs. Ze komt er wel achter. Papa was een rokkenjager van het hoogste segment. Geenszins terugdeinzend voor een “Nee!” Stond niet in zijn in woordenlijst. De opgebouwde referenties spraken voor zich. Een recommandatie als bedrijfsleider in dienst te gaan bij een bordeel sloeg hij in de wind. Evenals de Schotse vrijheidsstrijder William Wallace behaalde vader belangrijke overwinningen. Bij vrouwen, ja. Want hij bespiegelde zichzelf vrij. Ontketend van elke verplichting tot op het onverantwoordelijke af. Wie was deze man, toch? Een nette dokter voor het oog van het publiek? Een harde werker? Eerlijk van aard? Vriendelijk? Nietsontziend maar hartstochtelijk? Hebberig en toch vrijgevig? Zonder zijn inzet kwamen dagelijks tientallen mensen niet verder dan de rand hun ziekbed. Hij wist wat ze nodig hadden. Hij kon ze laten herstellen. Hij voorzag de zieken van begrip en compassie. Hij leefde mee. Hij kwam met heldere diagnoses en voorschreef altijd de juiste medicatie. Ze kende hem allemaal. Ze zouden voor hem door het vuur gaan. Niemand zou mama geloven. Wat ze ook ging zeggen. Niemand heeft begrip voor haar. Wanneer ze het verdriet aan de grote klok hangt, zal ze worden uitgelachen. “Ach, mens!!” zouden ze roepen. Vader had het aanzien van een edelhert en gedroeg zich inderdaad als een dier. Niemand kon hem raken. Niemand kon hem deren. Hij was koning in een klein kasteel. Dit liet de krijger in zijn bol stijgen. Onaantastbaar als hij was, stond hij aan het roer van een gammel schip. De kapitein in matrozen kledij. Een eenduidige omschrijving zou zijn: Opzienbarend. Overal waar hij kwam, stond men aan zijn zijde. Ze hadden ontzag. Hij kweekte respect. Van top tot teen fraai gekleed. Geen kreuk te bekennen. Rook goed. Was geknipt. Geschoren. Tanden wit. Blik scherp. Geen tijd voor nonsens. Een bijzonder man. Ik weet nu wie hij is. Hij is het schepsel die mij leven gaf door het diepste van mijn moeder te betreden. Veel was hier trouwens niet voor nodig. Een paar zinnen. Een knipoog. Even lachen. Een vriendelijk gebaar. Een uitnodiging. Bam! Klaar. Ze viel ervoor. Dit meisje spartelde als een vis op het droge. Ze kon ook niet anders. Die ene meneer bij de tennisclub viel af. Getrouwd. Plus mama kwam allang niet meer sporten i.v.m. de zwangerschap. Het contact is verwaterd, zeg maar. Die ene andere snuitert van de bibliotheek kon. Echter is deze van slappe was gemaakt. Hier marchandeert moeders in twee ademteugen zo overheen. Ook afgeschreven, dus. Wie hebben we nog meer? Ah.. Bertus de biertapper. Als cafés bedden zouden huisvesten, zou deze pipo er wonen. Denk niet dat dit vrouwtje een ongebalanceerde zwaargewicht drinker als bedpartner wilt. Volgens mijn huidige gegevens waren deze drie toch echt de top 'crème de la crème.' Qua levendigheid was dit verlaten dorp aan de rand van het bos sowieso niveau kak. Vandaar we er alleen voor stonden. Ons kent ons cultuur. Maar ons kennen, wilde ze niet. Mama kon soms dagen niet praten. Het leed brak haar uiteen. Verschrikkelijk haar zo te moeten zien. Wekelijks ging het hier mis. "Waarom is dit zo? Waarom moet ze zoveel lijden?" Het vruchtwater schommelt van links naar rechts. Het geluid van buiten dringt troebel door. Ik waggel met de stroming mee. De heftigheid waarmee dit gepaard gaat, is goed voelbaar. Het is storm op zee en drie keer raden wie kapitein is. Op een mooie voorjaarsdag nog wel. Het is trouwens 11 februari. Nog twee maanden te gaan. Alle hens aan dek met deze gast. “Is er echt niemand die je kan helpen, mama?” Geen respons. Waarschijnlijk druk bezig voorbereidingen treffen. Ik ken haar. Ze weet wat ze doet. Ze is echt niet dom, hoor. Geloof me. Gedenkpenningen voor heldhaftigheid alom. Ze is misschien het zwakkere geslacht. Ze is hoe dan ook verre van achtergesteld en al helemaal geen lafaard. Haalde ten tijden van haar eerste periode op de middelbare school gemiddeld een 8. Ongeacht het vak. Kwam vlak voor de zwangerschap nog wekenlang uit voor de nationale garde. Tot op heden krijgt ze uitnodigingen om haar intrede weer een feit te maken. Ze weigert. Ze kiest voor het gezin.
Haar wederhelft duidelijk niet. Thans, als je moet afgaan op zijn instabiele gedrag. Positiviteit is het sowieso niet. Wie komt die gast hier voor de gek houden, eigenlijk? Proberen mag altijd. Maar dit is gewoon dom. Doorzichtiger kan haast niet. Spijtig genoeg zijn we overgeleverd aan zijn wensen. “Luguber om zo iemand als man te willen, mama. Wat bezielt je? Laat hem los!” Liefde maakt in vele gevallen meer blind dan je lief is. Gedumpt aan de kant van de straat. Het leek op een scene uit een bizarre film met slechte acteurs. Na dagen van slaap ontwaakte ik een ruimte die doet denken aan crematoria op zondag. Dood en verlaten. Een vuilnisbak. Wie aanziet deze miserie die ons tijden lang in haar greep houdt? Ik keek om me heen. "Waar is iedereen? Mama! Mama!!" Geen reactie.. Plots schrok ik van een grote schaduw. Er boog zich een vrouw over me heen. Aan haar geur te merken bij lange na niet iemand vanuit mijn kringen. En aan haar kop te zien al helemaal niet mijn moeder. Ze tilde me op. Maakte van akelig dichtbij stevig oogcontact. Kneep zachtjes in mijn wangen. Kuste mijn voorhoofd. Pakte een laken. Draaide zich om. Liep naar de telefoon. Drukte een paar knopjes. Wachtte even. Hing weer op. Liep een stuk terug. Plaatste me op de commode en zei troostbaar dat alles goed zou komen. “Waar is mijn mama?” vroeg ik. De vrouw grinnikte, maar leek me niet te verstaan. “Ik wil mamaaahh!!” Opnieuw lachte ze, maar inhoudelijke feedback bleef uit. Intussen lag ik in mijn blote kont en was de vrouw druk met doekjes en poedertjes aan het goochelen. Ik zette uit protest een sirene op waar je u tegen zegt. Kennelijk deerde het niet. Ze zette ongestoord haar riedeltje voort. Plots komt een meneer binnengelopen. Hij draagt een pak en houdt een koffer vast. Ze schudde mekaar de hand. De man pakt een formulier tevoorschijn en overhandigde deze. Hij kwam goed en slecht nieuws brengen. Het slechte nieuws: Papa is voorgeleid en hangt een lange gevangenisstraf boven het hoofd "maar dat kunnen we hier niet bespreken" fluisterde hij. Het goede nieuws: Jeugdzorg had per toeval een leuk gezin gevonden. Ze zouden de kleine van 2 maanden hartelijk ontvangen. Alles is goedgekeurd. Alles is rond. De overdracht vind morgenochtend plaats. "Proficiat" gebaarde de man en vertrok zo gauw als hij kwam. In de buik van mama genoot ik 9 maanden weelde. Intense zaligheid. Hier, in de maag van Moeder Aarde, ben ik opweg naar 100 jaar verdoemenis! "Had me maar gelaten waar ik was. Een ongeboren geest dolend tussen Hemel en hel. Zwevend naar de grenzen van oneindigheid. Een eenzaam bestaan, ja. Maar tenminste kende ik geen verdriet.. Ik mis je, mama."
Reacties (0)