Op kamers gaan: sommigen beschouwen het als de laatste stap naar volwassenheid, anderen vinden het maar niks en blijven liever thuiswonen- hoe je er ook over denkt, het is een feit dat als je eenmaal op jezelf gaat wonen, er veel veranderd. In dit artikel lees je op welke dingen er écht gaan veranderen en waar je in het begin heel erg aan zal moeten wennen plus handige tips.
1 Tijd
Als je verhuist naar de stad van je hogeschool/universiteit, of naar een nabijgelegen plaats, heb je (zeker als je eerder een lange reistijd had) veel meer tijd over. In het begin, als je net op kamers zit, is dat echt wennen. Ging je eerst misschien meteen na je lessen naar huis, nu blijf je misschien wat langer op school rondhangen om wat bij te kletsen. Probeer voor jezelf een nieuw ritme te creëren, zowel 's ochtends, 's middags als 's avonds. Hieronder volgen wat tips:
- Gewend dat je 's ochtends wel wakker wordt gemaakt of wakker wordt van de geluiden? De kans is groot dat dat in je nieuwe huis niet zo werkt: of je nu kamergenoten of gebouwgenoten hebt. Zet voor jezelf een alarm, desnoods twee, zodat je zeker weet dat je je niet verslaapt. Handig is in het begin iets meer tijd uit te trekken voor het klaarmaken dan normaal, omdat je een nieuw ochtendritme moet creëren.
- Maak een huiswerkplanning. Eerder zeiden je ouders misschien dat je wat aan school moest gaan doen, of struikelde je vanzelf over je schoolboeken, nu hoeft dat niet het geval te zijn. Schrijf al je taken op een briefje of zet het in je computer en maak ze op tijd.
- Bepaal een tijd waarop je uiterlijk naar bed gaat. Zonder ouders is de verleiding groot om tot half twee te blijven internetten, maar een goede nachtrust is ontzettend belangrijk voor je algemene welzijn en je schoolprestaties. Zorg er dus voor dat je genoeg slaap krijgt.
2 Budget
Als student heb je ineens een budget: je moet je eigen eten, kleren, verzekeringen etc. betalen. Als middelbarescholier had je relatief veel geld te besteden, nu kan het soms aanvoelen alsof al je duurverdiende centjes meteen opgaan aan "serieuze" zaken. Hoe zorg jij er nou voor dat je aan het eind van de maand niet alleen nog droog brood kan eten? Hieronder volgen wat tips:
- Maak voor je weggaat een algemene budgetplanning. Schrijf eens schematisch op wat je verwacht aan uitgaven (op de site van het Nibud kan je voorbeeldbedragen vinden) en aan inkomsten.
- Zorg dat je wat gespaard hebt. In de eerste maand is het nog erg uitvinden hoeveel je nou precies aan wat moet uitgeven en het kan best zijn dat je niet helemaal uitkomt aan het eind van de maand. Als je geld gespaard hebt, hoef je je daar geen zorgen over te maken.
- Betaal al je transacties met je pin. Op die manier houd je een goed overzicht van je uitgaven, die worden vaak automatisch bijgehouden met de optie Internetbankieren. Ook is het makkelijker en sneller.
- Houd ook al je uitgaven bij in een Excelfile. Zo houd je ook een eigen overzicht van je uitgaven en kan je aan het eind van de maand berekenen hoeveel je waaraan hebt uitgegeven.
3 Boodschappen doen
In het begin kan het best vreemd zijn: je moet ineens ervoor zorgen dat je eten in huis hebt, je moet bepalen wat je 's avonds wil gaan eten en je moet zelf naar de supermarkt. Het is absoluut geen onmogelijke taak, maar als je eerder bijna nooit mee ging boodschappen doen of nadacht over het eten, kan het best een overstap zijn. Hieronder volgen wat tips:
- Voor je naar de winkel gaat, is het handig om eerst de buurt te verkennen. Je kan natuurlijk met Google Maps je omgeving scannen, maar het is handiger (en leuker!) om zelf eens rond te lopen.
- Vraag de recepten van je lievelingsgerichten bij je ouders op. Het bespaart je een hoop opzoekwerk, je weet vantevoren al dat je het lekker vindt en je ouders weten het vast wel om te bouwen tot een eenpersoonsmaaltijd. Win-win!
- Maak voor je weggaat een boodschappenlijstje. Dat klinkt misschien heel suf, maar het is echt veel makkelijker dan wezenloos naar een schap staren terwijl je je probeert te herinneren welke hoeveelheid wortel er in het recept stond.
4 Koken
Koken kan in het begin ook best een uitdaging zijn. Je hebt een voordeel als je thuis al veel kookte, maar als je het helemaal zelf moet doen, kan het best anders zijn. Je hebt niet meer de pannen die je thuis hebt, misschien heb je nu een inductiekookplaat in plaats van een gasfornhuis, je mist een oven/magnetron, etc. en alle messen (en ander bestek) zijn anders. Hieronder volgen wat tips:
- Tutorials op internet. Het is heel simpel: internet. Op het internet kan je letterlijk alles vinden. Van een ei bakken tot een maaltijdsoep brouwen. Op veel websites zijn ook filmpjes waarop je precies kan zien hoe iets in z'n werk gaat.
- Durf te vragen! Kom je er echt niet uit? Wees dan niet bang om het te vragen! Of het nou je huisgenoot, je moeder of een goede vriend van je is: de meeste mensen vinden het helemaal niet erg om iemand te helpen. Gewoon doen dus.
- Mocht het toch een keer fout gaan: geen paniek. Probeer de situatie onder controle te krijgen en ga dan pas de schade herstellen. Onthoud wat je verkeerd deed en voorkom dat het nog een keer gebeurt.
5 Schoonmaken
Ook hier geldt: als je het eerder al veel deed, valt het nu best mee. Zo niet... dan is het een grote verandering! Als je eraan gewend bent dat iemand anders altijd alles schoonmaakte, de keuken, de badkamer, etc., dan is het best een overstap als je op kamers gaat. Hieronder volgen wat tips:
- Vraag advies bij het inkopen van schoonmaakmiddelen. Als kamerwonende student heb je namelijk niet alles uit het schoonmaakschap nodig, lang niet! Koop alleen de belangrijkste spullen zoals allesreiniger, vaatwasmiddel en toiletreiniger, sponzen, vaatdoekjes, etc.
- Weet je niet hoe alles werkt? Check dan de gebruikersaanwijzing op de verpakking of zoek het op met Google.
- Maak een schoonmaakroutine: zeker als je in de weekenden naar huis gaat, hoef je je niet te houden aan een standaard schoonmaaklijst. Het is handig om de vaat meteen te doen, maar bijvoorbeeld je toilet of douche grondig met schoonmaakmiddel doen hoeft echt niet zo vaak. Bepaal zelf wanneer het ongeveer tijd is om iets schoon te maken.
6 Kamer- gebouwgenoten
Als je op kamers gaat, deel je meestal een kamer of gebouw met andere studenten. Ook dit kan best even wennen zijn, zeker als je eerder ook nooit in een flat hebt gewoond. Zo hoor je ineens mensen heen en weer lopen over de gang, deuren open- en dichtslaan, stemmen, gesnurk. Hieronder volgen wat tips:
- Ongeacht of je huisbaas zei dat het "goede muren" waren, de meeste kamers zijn niet geluidsdicht. Dat betekent dat je naar alle waarschijnlijkheid je buren gaat horen en... zij jou ook. Stond je er thuis altijd bekend om dat je keihard zong onder de douche, of het volume van je laptop altijd op 100% had staan? Doe dit op je kamer liever niet. Op die manier voorkom je kwade buren.
- Anderzijds geldt ook: het zal ook gebeuren dat jij je buren hoort. De ene heeft het meer dan de ander, maar de meeste geluiden zijn onvermijdelijk. Het is vervelend dat je, als je op een bepaalde plek in je badkamer staat, je precies hoort wanneer de wc wordt doorgetrokken aan de andere kant, maar het zij zo. Ook het open- en dichtslaan van deuren is iets wat erbij hoort. Als je daarentegen echt geluidsoverlast hebt, bijvoorbeeld van keiharde muziek, dan kan je overwegen om naar je huisbaas te stappen (je kan ook kwaad aankloppen bij diegene, maar dat raad ik je persoonlijk af).
- Tot slot: je kamer- of gebouwgenoten zijn ook maar mensen! Sterker nog, soms zijn het hele leuke mensen! Maak eens een praatje als je iemand tegenkomt op de gang, zo kom je te weten wie er eigenlijk bij je in het gebouw wonen en doe je nieuwe contacten op.
7 Eenzaamheid
Hier kan niemand je op voorbereiden, maar: in het begin kan je je best weleens eenzaam voelen. Als je alleen op je kamer zit, of je kamergenoten zijn er wel maar bezig met andere dingen en je denkt aan thuis, aan je familie, aan je vrienden in je oude woonplaats... Heimwee komt veel voor onder studenten, je hoeft je er dus echt niet voor te schamen. Zeker als je in het weekend naar huis gaat, kan je soms niet wachten om weer thuis te zijn, waar alles vertrouwd is. Hoe kan je daar nou mee omgaan? Hieronder volgen wat tips:
- Herken het gevoel. Dit klinkt misschien zweverig, maar probeer het je actief te realizeren. Als je eenmaal accepteert dat je heimwee hebt, je familie mist, terug naar huis wil, kan je er namelijk wat mee doen. De hele dag blijven sippen en geen hap door je keel krijgen maakt niemand beter.
- Zoek afleiding. Oké, dus je voelt je miserabel? Doe wat! De slechtste remedie die je kan bedenken is binnenblijven en internetten. Wat wel helpt? Ga lekker naar buiten, maak een wandeling door de buurt, spreek af met iemand, ga ergens koffie drinken, bezoek de bibliotheek, ja, zelfs boodschappen doen is nog beter!
- Onderhoud je contacten met thuis. Soms is het ook gewoon heel fijn om je familie weer eens te spreken aan de telefoon, ze te horen zeggen dat ze jou ook missen en alles zo anders is zonder jou. Overdrijf hier niet mee, één keer per dag is echt het maximum. Vergeet ook je oude vrienden niet! Het kan lastig zijn omdat je elkaar echt uit het oog kan verliezen, maar probeer dan gewoon afspraken te plannen waarbij je elkaar weer bijpraat.
Tot slot...
Op kamers gaan is vooral ook heel leuk. Het gevoel van ultieme vrijheid, de zelfstandigheid... Het voelt misschien niet altijd zo, maar je studententijd is een hele bijzondere periode in je leven, geniet ervan! Vergeet dus vooral niet de positieve kanten van op jezelf wonen!
Reacties (1)