Niet alle kinderen kennen het woord drama. Zij zien dit eerder als toneelspelen, maar drama is veel meer dan dat. Je kunt op verschillende manieren drama-activiteiten met de kinderen ondernemen. Het is niet altijd even makkelijk om te bedenken wat je allemaal kan doen met drama. In dit artikel kun je lezen over allerlei activiteiten die je met de kinderen zou kunnen doen op het gebied van drama. Ook wordt er bij iedere dramavorm een voorbeeld gegeven.

 

- Wat is drama?
- Wat kun je allemaal doen met drama?
- 10 leuke en veelgebruikte drama-activiteiten

Wat is drama?
Drama kan een kunstzinnig vak zijn op school, maar het kan ook een leuke activiteit zijn voor een saaie zondagmiddag. Drama is een procesgerichte activiteit en daarnaast stimuleert het de creativiteit en de sociale vaardigheden van kinderen. Over het algemeen vinden kinderen het ontzettend leuk om drama-activiteiten te doen. Het is echter niet altijd even makkelijk om te bedenken wat je allemaal kan doen met drama.

Wat kun je allemaal doen met drama?
Er zijn vele verschillende drama-activiteiten die je kan ondernemen met kinderen.
Hieronder staat 10 veelgebruikte speelvormen op het gebied van drama.

1. Toneelspel
Hoewel drama veel meer is dan alleen toneelspel, hoort toneelspelen er natuurlijk wel bij.
Het is tevens de meest bekende vorm van drama. Het wordt ook wel acteerspel genoemd. Soms beslissen kinderen spontaan om een toneelspel voor te bereiden. In de meeste gevallen doen ze alsof ze iemand anders zijn. Soms gaan ze zich ook nog verkleden om hun rol extra duidelijk te maken.

Voorbeeld: laat de kinderen een reclamespot voorbereiden. In de reclamespot heeft iedereen een rol. Er moet een probleem zijn, dat moet worden opgelost met het reclameproduct.

2. Improvisatie
Een toneelspel kun je voorbereiden, maar bij drama kun je ook improviseren. In principe is dit de meeste moeilijke speelvorm die je kunt bedenken, maar oudere kinderen kunnen hier wel mee uit de voeten. Bij improvisatie moet je altijd meespelen met je medespelers en je moet goed op ze reageren.

Voorbeeld: Speler A belt aan bij speler B. Speler B doet open. Speler A verlangt wat van speler B ( iets verkopen, ruzie oplossen, auto verplaatsen etc. ). Speler B reageert op zijn eigen manier.

3. Jabbertalk
Misschien ken je wel de Zweedse chef van de Muppets. Wat die allemaal zegt, daar is geen knoop aan vast te knopen. Bij jabbertalk ben je eigenlijk ook met een taaltje bezig die niemand begrijpt: een fantasietaal. Een toneelstukje met jabbertalk wordt zonder bekende woorden voorgedragen. Toch kan alles heel duidelijk worden door gebruik te maken van duidelijke handelingen en lichaamstaal.

Voorbeeld: Speler A spreekt Nederlands en speler B praat in een fantasietaal. Speler B komt bij speler A en begint te vertellen in fantasietaal. Begrijpt speler A wat speler B vertelt en kan hij in dat spel meegaan? Mogelijke locaties: winkel, trein / bus / vliegtuig etc.

4. Pantomime
Pantomime zouden we ook wel ‘stil spel’ kunnen noemen. Bij pantomime wordt de stem namelijk niet gebruikt en er mogen ook geen spullen worden gepakt. Met bewegingen maken spelers duidelijk wat ze uitbeelden. Er zijn veel handelingen die je met pantomime kunt uitdrukken.

Voorbeeld: Speler A belt aan bij speler B. Speler A geeft een cadeautje aan speler B. Dit cadeautje wordt aangenomen door speler B. Hij laat zien of hij er blij mee is of juist niet.

5. Vertelpantomime
Voor jonge kinderen is een vertelpantomime leuk om te doen. Er wordt een verhaal voorgelezen en alle handelingen in het verhaal worden door de kinderen nagedaan. Niet alle verhalen zijn geschikt om een vertelpantomime mee te doen. Het is daarom verstandig om zelf een verhaal te schrijven waar veel handelingen in voorkomen.

Voorbeeld: Ze rende door de straat. Sprong over een grote plas. Opende de deur van haar huis. Stormde de trap op en ging huilen op haar bed.

6. Nasynchronisatie
Bij nasynchronisatie zijn er minstens twee spelers nodig. Wat oudere kinderen (10 jaar en ouder) kunnen met deze speelvorm overweg. De ene speler speelt zonder zijn stem te gebruiken. De andere speler vertelt wat de andere speler doet. Bij nasynchronisatie zijn de twee spelers aan het improviseren. Als de twee spelers goed op elkaar zijn ingespeeld, dan heeft dit grote kans van slagen.

Voorbeeld: Speler A beeld allerlei handelingen uit. Speler B vertelt wat speler A doet.

7. Drama met schimmen
Een fel licht, een donkere ruimte en een groot wit laken dat kan worden opgehangen. Dat zijn de dingen die nodig zijn om met schimmen te spelen. Achter het doek treden de kinderen op. Het publiek ziet de schaduwen van de kinderen. Er is meestal een verteller. Werken met schaduwen vinden kinderen al spannend, maar een voorstelling met muziek kan het nog spannender maken.

Voorbeeld: laat de kinderen zelf een verhaal verzinnen en voordragen of geef ze een bekend verhaal / sprookje dat ze samen gaan voorbereiden.

8. Tableaus vivant
Als we het letterlijk vertalen, dan kunnen we spreken van levende schilderijen. Bij deze speelvorm wordt er gewerkt met stilstaande beelden. In groepjes laten de kinderen in een stilstaand beeld een situatie zien.
Deze situatie kan van tevoren opgedragen en het publiek weet dus meteen wat ze zien, maar het kan ook zo zijn dat de spelers zelf een tableau vivant hebben bedacht en dan moet het publiek gaan raden. Zie het voorbeeld hieronder.

Voorbeeld: de kinderen maken een stilstaand beeld van een bekend sprookje. Voor het publiek moet het duidelijk worden om welk sprookje het gaat.

9. Drama met objecten
Bij drama kun je ook werken met objecten. Gooi maar een tiental objecten in het midden van een groepje kinderen. Vertel dat ze straks moeten spelen dat al die voorwerpen iets totaal anders zijn. Een pen kan zo een tandenborstel worden en een dichte paraplu een rockgitaar. Dit spel werkt het beste als er meerdere objecten gebruikt kunnen worden.

Voorbeeld: op een onbewoond eiland moet je zien te overleven met de spullen die voor je liggen. Hoe gebruik je de spullen en waarvoor?

10. Poppenspel
Deze speelvorm heeft niet veel uitleg nodig. Iedereen is bekend met poppenspel. Er kunnen poppen worden gemaakt of er kan gewerkt worden met bestaande poppen. Een poppenkast kan worden gebruikt om de voorstelling te laten zien. Kinderen kunnen ook achter een laag muurtje of iets dergelijks gaan zitten.

Voorbeeld: laat de kinderen een bekend sprookje voorbereiden met (zelfgemaakte) handpoppen en laat ze het uiteindelijk voordragen.

Klik hier voor meer activiteiten met kinderen

© Meester89 - 2015