Voor mijn profielwerkstuk die ik heb moeten maken in mijn eindexamenjaar (5 Havo), heb ik het onderwerp: de verschillen en overeenkomsten tussen Hitler en Stalin genomen. Dit profielwerkstuk is onlangs ingeleverd en dus zou ik het nu graag hier willen publiceren om de kennis die ik heb opgedaan tijdens mijn onderzoek te kunnen verspreiden.
Het profielwerkstuk is opgedeeld in vijf hoofdstukken. Elke week zal ik een nieuwe hoofdstuk plaatsen. In dit eerste hoofdstuk wordt de jeugd van Jozef Stalin en Adolf Hitler besproken.
Stalin
Jozef Stalin, wiens oorspronkelijke naam Iosif Vissarionovitsj Dzjoegasjvili is, werd geboren op 21 december 1879 in Gori, een stad in Georgië. Stalin groeide op in een arm gezin en zijn ouders waren analfabeet. Dit was vrij gewoon in Georgië: het land was in de 19de eeuw door Rusland ingelijfd en sindsdien was er veel armoede en was zo'n driekwart van de bevolking analfabeet. Zo kon in 1897 gemiddeld slechts 224 mannen en vrouwen per duizend inwoners lezen en schrijven.
Stalins ouders waren beiden afkomstig uit boerenfamilies, dit maakte Stalin automatisch ook een boer. Toen in 1864, vijftien jaar voordat Stalin geboren werd, de lijfeigenschap (verschillende vormen van persoonlijke afhankelijkheid van een heer, het verplichten tot leendiensten en pacht) werd afgeschaft, waren de ouders van Stalin pas vrij. De vader van Stalin trok naar Gori om zijn beroep als schoenmaker uit te oefenen en ontmoette daar Jekaterina Geladze, een roodharige, wilskrachtige en vrome vrouw, met wie hij trouwde.
Voordat Stalin geboren werd hadden zijn ouders al twee kinderen gekregen. Beiden overleden echter bij de geboorte. Ook Stalin had zijn vijfde levensjaar bijna niet gehaald. Hij kreeg de pokken, en dat zorgde ervoor dat hij de rest van zijn leven een pokdalig gezicht had. Vader was aan de drank geraakt en was ruw en gewelddadig. De jonge Stalin en zijn moeder werden dan ook vaak geslagen. Dit verklaart waarschijnlijk een deel van Stalins persoonlijkheid: hij haatte iedere vorm van gezag, wat er later voor zou zorgen dat hij zich zo tot het communisme aangetrokken voelde. In tegenstelling tot zijn vader, gaf zijn moeder hem alle liefde en steun die hij nodig had. De liefde van zijn moeder zorgde ervoor dat zijn geest niet knakte door de ruwe handelingen van zijn vader.
Ondanks de liefde die zijn moeder hem gaf, toonde Stalin weinig waardering voor zijn moeder. Zo zag hij haar maar een paar keer nadat hij betrokken raakte bij revolutionaire activiteiten en woonde hij de begrafenis van zijn moeder in 1936 niet bij.
Stalins vader stond er op dat Stalin meeging naar Tiflis, zodat hij het schoenmakersvak onder de knie kon krijgen. Stalins moeder was ondertussen als huishoudster ingetrokken bij een priester en had ervoor gezorgd dat Stalin naar de school van de Orthodoxe Kerk kon gaan, waardoor hij later priester zou kunnen worden. Moeder haalde Stalin dan ook terug, zodat hij zijn opleiding af zou kunnen maken en priester kon worden.
Tijdens zijn verblijf op de parochieschool in Gori werden de lessen in het Russisch gegeven, in plaats van in het Georgisch. Dit alles was een gevolg van het russificatiebeleid. Deze verandering van taal zorgde voor botsingen met de Russische ambtenaren die de verandering moesten doorvoeren. Stalin was één van de leidende rebellen in deze reeks botsingen.
Op de parochieschool werd er tweemaal per dag gebeden. De jongens moesten op zondagen en kerkelijke feestdagen de kerkdiensten, die meestal drie of vier uur duurden, staand bijwonen. Deze verplichtingen zorgden voor een krachtige antigodsdienstige reactie bij de studenten. De monniken bespioneerden hun leerlingen door ze onder andere af te luisteren, hun kleding te doorzoeken en ze te verklikken bij de rector bij wijze van tegenreactie. Vanwege de invoering van het Russisch in de lessen, heeft Stalin altijd belangstelling gehad voor onder andere de Georgische cultuur.
Eén van de boeken die hij las was gebaseerd op een waargebeurd verhaal uit 1840. Het boek, ‘De vadermoordenaar’, gaat over Koba. Koba is het best te omschrijven als de Kaukasische Robin Hood: hij verdedigde de rechten van de boeren en wreekt de vrienden die in de val van de vijand zijn gelopen. Koba werd Stalins God en hij moest koste wat kost een tweede Koba worden. In 1841 verliet Stalin Gori om, net als zeshonderd andere studenten, leerling te worden aan het Russisch-orthodoxe theologische seminarie in Tiflis (Kaukasus).
Er hing een hardvochtige sfeer. Dit kwam onder andere omdat de tsaristische autoriteiten geen toestemming hadden gegeven voor een universiteit in Kaukasus. Dit hielden zij tegen, omdat ze bang waren dat de universiteit een haard zou worden voor een nationalistische en radicale beweging. Het gevolg was dat de seminarie in Tiflis de haard werd. De kruising tussen een klooster en een kazerne bleek net zo goed een haard te zijn voor subversieve ideeën als een universiteit.
Mentaal was Stalin sterk, fysiek minder. Hij was 1 meter 60 en had, door een verwonding, een kortere linkerarm. Desondanks had hij geen gebrek aan zelfvertrouwen. Echter, na twee jaar in de seminarie werd Stalin teruggetrokken en zwijgzaam. Stalin verachtte iedereen: zowel tsaristische ambtenaren en monniken, die het gezag handhaafden als diegenen die zo stom waren om zich over te geven aan dit gezag.
De rebellie van Stalin voedde zich door het lezen van verboden boeken die hij haalde uit een bibliotheek in de stad, iets wat streng verboden was voor studenten van het seminarie. Niet alleen vertaalde westerse literatuur, maar ook verboden Russische klassieken werden door Stalin gelezen. Dit laatste heeft er voor gezorgd dat Stalin kennis maakte met de radicale ideeën van, zo wordt gezegd, Darwin, Comte en Marx. Maar ook het werk van Pechanov, de eerste Russische marxist, was een bron voor Stalins rebellie.
De rebellie van Stalin werd gevoed door het lezen van verboden boeken die hij uit een bibliotheek in de stad haalde, iets wat streng verboden was voor studenten van het seminarie. Stalin las niet alleen vertaalde westerse literatuur, maar ook verboden Russische klassieken werken. Dit laatste heeft er voor gezorgd dat Stalin kennismaakte met de radicale ideeën van, zo wordt gezegd, Darwin, Comte en Marx. Maar ook het werk van Pechanov, de eerste Russische marxist, was een bron voor Stalins rebellie.
Stalin was niet tevreden over de vage en romantische idealen van het Georgische nationalisme, en dus besloot hij een socialistische studiekring te organiseren. Eén van de leden van deze studiekring was Iremasjvili. Hij vond dat Stalin zich al gauw onverdraagzaam gedroeg tegenover de leden van de studiekring die tegen zijn ideeën ingingen. Stalin voelde zich van nature aangetrokken tot de marxistische leer van de onvermijdelijkheid van klassenoorlog, en dus ook van de omverwerping van een onrechtvaardige en corrupte 'sociale' orde.
Hitler
Adolf Hitler werd geboren op 20 april 1889 in Brauna am Inn, een stad in Oostenrijk. Net zoals de familie van Stalin, was die van Hitler een boerenfamilie. Er was echter een groot verschil tussen de twee families. Hitlers familie bestond uit pachtboeren, en geen horigen zoals Stalins familie. De vader van Hitler, Alois Hitler, was de eerste in de familie die geen boer werd: Alois werd douaneambtenaar. Terwijl Stalins familie in armoede leefde, had Hitlers familie het financieel een stuk breder. In tegenstelling tot wat Hitler in zijn biografie ‘Mein Kampf’ schrijft, leefde hij niet in armoede en werd hij ook niet door zijn vader hardvochtig behandeld.
Hitler had drie broers, twee zusters, een halfbroer en een halfzuster. Hitlers vader was autoritair en egoïstisch, toonde weinig begrip voor zijn kinderen en hield niet echt rekening met zijn tweeëntwintig jaar jongere vrouw. Op 3 januari 1903 overleed zijn vader; hij zakte achter een tafel in elkaar en kon niet meer geholpen worden.
Op de basisschool deed Adolf het redelijk goed maar men ontdekte al snel dat hij lui, koppig en onbeleefd was. Toen Hitler naar de middelbare school in Linz ging werd het nog erger: de enige voldoendes die hij haalde, waren voor het vak tekenen. Nadat hij van school was afgetrapt, bedacht zijn moeder dat het misschien een idee was om Hitler naar een kostschool in Steyr te sturen. Ook dit bleek niet te helpen. De jongen werd in schoolrapporten nog steeds omschreven als lui, koppig en onbeleefd.
Toen Hitler in de zomer van 1905 een longinfectie kreeg, wist hij zijn moeder ervan te overtuigen dat het het beste was om hem helemaal niet meer naar school te laten gaan. Hij zou proberen of hij toegelaten kon worden op de kunstacademie van Wenen, iets wat hij twee jaar lang uit heeft weten te stellen met allerlei smoesjes. Van de herfst van 1905 tot de herfst van 1907 was Adolf dus in principe een vrij man. Hitler werd onderhouden door zijn moeder, daar hij het vertikte om te werken.
Door zich te kleden als een ‘jeugdige bon vivant’ probeerde Hitler zich voor te doen als een student. Langzaam maar zeker kreeg Hitler het beeld van zichzelf dat hij zijn leven lang zou behouden: een heroïsche rebel. Omdat hij zichzelf bovendien als een geniaal kunstenaar beschouwde, kreeg deze rebel een bijzonder karakter. Hitlers publiek bestond uit slechts drie personen: Hitlers moeder, zijn zuster en August Kubizek, zijn enige vriend.
Samen met August Kubizek bezocht hij veel opera’s en theaters en Hitler had één grote held: Richard Wagner. Het feit dat Wagner antisemitisch was, is niet de belangrijkste reden dat Hitler hem als idool zag. Het theatrale en het epische van Wagners opera’s vond Hitler geweldig en dat was dan ook de oorsprong van het theatrale en meeslepende karakter van Hitlers politieke stijl.
Hitlers moeder heeft verschillende pogingen gedaan om Hitler serieus over zijn toekomst na te laten denken. Dit heeft ze onder andere geprobeerd door hem vier weken in Wenen te laten verblijven, uiteraard op haar kosten. Uiteindelijk gaf ze hem toestemming om geld te gebruiken van zijn vaders erfenis om schilderlessen aan de Kunstacademie in Wenen te volgen. Ze gaf toestemming omdat er bij haar borstkanker geconstateerd was en ze Adolf op zijn bestemming, de kunstacademie, wilde zien, voordat ze zou sterven. Hitler was er niet van op de hoogte dat zijn moeder ziek was en hij was net op tijd in Wenen om aan de toelatingsexamens van oktober 1907 deel te nemen.
Zijn tekeningen werd beoordeeld met een onvoldoende en dus werd hij afgewezen. Dit kwam bij Hitler aan als een schok. De tweede schok kwam toen Hitler hoorde dat zijn moeder stervende was. Net als Stalin had hij veel aan zijn moeder te danken en hij keerde dan ook direct terug naar Linz, zodat hij zich kon wijden aan haar verpleging en verzorging. Haar dood was een grote klap voor Hitler.
Ondanks de dood van zijn moeder en de schok die hij hiervan had gekregen, bleef hij in zijn droomwereld leven. Hij luisterde niet naar familieleden die zeiden dat hij een baan moest zoeken. Hij liet ze geloven dat hij aan de kunstacademie studeerde en zodra de erfenis van zijn moeder en zijn pensioen waren afgehandeld, ging hij weer terug naar Wenen. Hij wist zijn oude vriend Kubizek en Kuzibeks ouders over te halen om mee te gaan. In tegenstelling tot Hitler werd Kubizek zonder problemen toegelaten op de muziekacademie.
Toen Kubizek na zijn eerste voltooide jaar op de muziekacademie in juni 1908 terugkeerde naar Linz, maakte hij de afspraak met Hitler dat ze bij zijn terugkomst weer zouden gaan samenwonen. Maar toen Kubizek in november terugkeerde, was er van Hitler geen spoor te bekennen.
Zonder het iemand te vertellen had Hitler nogmaals een poging gedaan om op de kunstacademie toegelaten te worden, maar hij werd afgewezen zonder dat hij überhaupt toelatingsexamen mocht doen. Deze afwijzing was de vernietiging van zijn alibi als ‘kunstenaar’. Hij durfde geen enkele bekende onder ogen te komen, verbrak alle banden met zijn familie en met Kubizek, en verdween in de anonimiteit van de stad.
De verschillen en overeenkomsten
Voor dit eerste hoofdstuk zijn verschillende bronnen gebruikt:
http://coltonspointtimes.blogspot.nl/2010/09/saviors-of-20th-century-hitler-stalin_21.html
Reacties (7)
Suc6