In de zeventiende eeuw bestonden er veel verschillende literaire genres, zoals toneel, proza en poëzie. De uitvinding van de boekdrukkunst in de vijftiende eeuw maakte het mogelijk om ideeën sneller te verspreiden en bovendien werden boeken hierdoor veel goedkoper. Er waren allerlei goedkope pamfletten en boekjes in omloop, waardoor een grotere groep mensen in aanraking kwam met het geschreven woord.
De zeventiende eeuw heeft veel grote Franse auteurs voortgebracht, zoals Racine, Molière, Corneille en La Fontaine. Een groot aantal van hen is bekend geworden door het schrijven van toneelstukken. Het toneel wat in de zeventiende eeuw namelijk verreweg het belangrijkste literaire genre. We zullen een aantal fragmenten lezen uit het werk van de auteurs uit deze periode, maar eerst zullen we verder ingaan op de achtergronden die van belang zijn om hun werk beter te begrijpen.
In de Middeleeuwen vond het toneelspel plaats op straat. In de zeventiende eeuw bleef dit bestaan, maar het literaire toneel verplaatste zich van de straat naar de schouwburgen. Het ging er in de theaters echter wel heel anders aan toe dan tegenwoordig. De zalen waren vaak klein en er waren nauwelijks zitplaatsen. Een heleboel burgers stonden in de parterre, dit waren de goedkoopste plaatsen. Zij hadden vaak slecht zicht op het toneel. De galerijen en de loges waren gereserveerd voor de adel en andere welgestelde mensen. De zaal werd verlicht met kaarsen, waardoor het ’s zomers vaak enorm warm was in het theater.
Er bestonden verschillende toneelvormen in de zeventiende eeuw, deze zijn overgenomen van de Grieken en de Romeinen:
Het Classicisme was een stroming waarin orde en discipline centraal stonden, er werden daarom allerlei regels ingesteld. Rond 1630 werd er een aantal strenge regels ingevoerd in het theater, deze regels worden ook wel les règles du théâtre classique genoemd. Een van die regels is la règle des trois unités (de regel van de drie eenheden). Volgens deze regels moet een toneelstuk voldoen aan unité de temps, unité de lieu en unité d’action.
Naast la règle des trois unités bestond er nog een aantal belangrijke regels. Een toneelstuk moest vijf actes (bedrijven) tellen en moest vraisemblable (geloofwaardig / aannemelijk) zijn. Een toneelstuk moet een verhaal naar voren brengen dat echt gebeurd is of echt gebeurd zou kunnen zijn. Door deze regel en door de règle des trois unités moest de toeschouwer het idee krijgen naar een waargebeurd verhaal te kijken. Een andere regel betreft la bienséance. Op het toneel mocht niets vertoond worden dat het publiek kon choqueren, zoals vechtpartijen en andere vormen van geweld. Daarnaast moesten de zeden en de religie worden gerespecteerd. Er wordt soms wel gesproken over geweld en dergelijke onderwerpen, maar het is nooit openlijk op het toneel te zien.
_______________________________________________________________________________________Gemaakt door: H_Justin
Op dit artikel zit Copyright.
Dit artikel is geschreven tbv opleiding.
_______________________________________________________________________________________
Reacties (0)