Gokken
Public

Nederlandse grammatica: woorden benoemen!

H_justin > Nederlandse taal

Het schema om alle woordsoorten te benoemen!

Woorden benoemen

Afkoring

Betekenis

Wat is het?

blw Bepaald lidwoord De, het
olw Onbepaald lidwoord Een
zn Zelfstandig naamwoord Eigennamen, dingen, planten, dieren, mensen, abstracte begrippen, waar je de, het of een voor kunt zetten.
bn Bijvoeglijk naamwoord Zegt iets over een zelfstandig naamwoord. '' De grote man''. Maar ook '' de man is groot''.
vz Voorzetsel

Een voorzetsel is een woord dat niet zelfstandig voorkomt. maar dat je ergens vóór zet. Het hoort altijd bij een naamword en is meestal het begin van een zinsdeel.

Voorzetsels zijn alle woorden die je bij 'de kooi' of 'het feest' kunt zetten en waarmee het dan een compleet zinsdeel vormt.

bw Bijwoord

Er zijn veel (soorten) bijwoorden. Bijwoorden zeggen iets over een werkwoord (Hij rijdt hard.) of over een bijvoeglijk naamwoord (Hij is erg groot). Bijwoorden kunnen ook zelfstandig zijn en iets zeggen over:

  • Tijd: nu, toen, dan, straks, gauw, binnenkort
  • Plaats, richting: daar, opzij, rechtsaf, hier
  • Frequentie: soms, vaak, dikwijls, telkensd
  • Graad: nogal, enigszins, zeer, erg
  • Hoeveelheid: helemaal, vrijwel, nauwlijks
  • Ontkenning: niet, nooit
  • Signaalwoorden als: maar, slechts, zelfs, juist, ook, bovendien, echter
  • Vraagwoorden als: wanneer, hoe, waar
zww Zelfstandig werkwoord Het belangrijkste werkwoord in de zin.
kww Koppel werkwoord Zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken, voorkomen.
hww Hulp werkwoord Een werkwoord dat iets zegt over het zelfstandig werkwoord.
Ns.vgw

Onderschikkend voegwoord

Koppelt een hoofdzin aan een andere hoofdzin. Nevenschikkende voegwoorden zijn: En, maar, want, dus, of.
Os,vgw Onderschikkend voegwoord Koppelt een bijzin aan een hoofdzijn. Onderschikkende voegwoorden zijn; Als, toen, terwijl, omdat enz. (''of'' kan zowel nevenschikkend als onderschikkend zijn)
Pers.vnw Persoonlijk voornaamwoord

Ik, jij, hij, zij, het, wij, jullie, zij,

Mij, jou, hem, haar, u, ons, jullie, hen, hun 

Bez.vnw Bezittelijk voornaamwoord

Duiden een bezit aan: Mijn boek, jouw auto

Mijn, jouw, zijn, haar, uw, ons, jullie, hun

Aanw.vnw Aanwijzend voornaamwoord Die, deze, dat, dit
Vr.vnw Vragend voornaamwoord

Vragen naar mensen of naar dingen, dus niet naar het hoe en waarom. Wie, wat, welke en wat voor een zijn vragende voornaamwoorden.

Wed.vnw Wederkerend voornaamwoord

Een wederkerend voornaamwoord zit vast aan een wederkerend werkwoord (zich vergissen, zich vervelen. Een wederkerend voornaamwoord past zich aan het onderwerp aan dat bij het werkwoord hoort.

ik verveel me, jij verveelt je, hij/zij/u verveelt zich, wij vervelen ons, jullie vervelen je, zij vervelen zich. (je kunt er -zelf achter denken. je verveelt jezelf)

Wedig,vnw Wederkerig voornaamwoord Alle wederkerige voornaamwoorden zijn afgeleid van elkaar. We kennen nog: mekaar, elkander. De een houdt van de ander en de ander van de een. Ze houden van elkaar. Er is een actie die van twee kanten komt. De gevoelens zijn wederkerig.
Onbep.vnw Onbepaald voornaamwoord Onbepaalde voornaamwoorden verwijzen niet naar iets concreets; de inhoud ervan is niet helemaal duidelijk. Het gaat om de woorden als: men, iedereen, alles, iets, wat (in de betekenis van ietsniets, elk(e), al(le), allemaal, iemand, niemand, enig(e), enkel(e), sommige, verschillende.
Betr.vnw Betrekkelijk voornaamwoord

De belangrijkste betrekkelijke naamwoorden zijn: die, dat en wat. Een betrekkelijk naamwoord verwijst naar een woord (of een zin) dat er vlak voor staat. Betrekkelijke voornaamwoorden staan aan het begin van een bijvoeglijke bijzin. Het woord waar het betrekkelijke voornaamwoord naar verwijst noemen we antecendent

  • Het huis, dat ik koop....
  • De jongen, die daar loopt....
  • Alles wat je zegt. is gelogen.
  • Je stinkt uit je mond, wat ik heel vervelend vind.

 

Telwoorden

Telwoorden geven een hoeveelheid aan (de hoofdtelwoorden) of een volgorde (de rangtelwoorden). Er zijn bepaalde en onbepaalde telwoorden. Bij de bepaalde weet je de hoeveelheid of de volgorde precies, bij de onbepaalde niet.

  Hoofdtelwoorden (hoeveelheid) Rangtelwoorden (volgorde)
Bepaald Één, twee, vijf, achtste, enz. Eerste, tiende, vijfentachtigste, enz.
Onbepaald

Veel, meer, meest, weinig, minder, minst, zoveel, hoeveel

Geven een plaats aan in de rangorde: Laatste, hoeveelste, zoveelste

 

____________________________________________________________________________________

Gemaakt door: H_Justin

Op dit artikel zit Copyright.

Dit artikel is geschreven tbv opleiding.

____________________________________________________________________________________

# Voornaamwoord
# Werkwoord
# Zelfstandig
# Naamwoord
 15
       
 
13/03/2013 10:43

Reacties (5) 

Voordat je kunt reageren moet je aangemeld zijn. Login of maak een gratis account aan.
 
 
 
 
02/06/2013 20:40
Achtste hoort bij rangtelwoord he , niet bij hoofdtelwoord ..
 
 
 
 
03/07/2012 11:21
Goede taal tips, Duim taco
 
 
 
 
03/07/2012 11:21
Nou maar hopen dat velen dit bij de favo's zetten
 
 
 
 
03/07/2012 09:57
Dankjewel!
 
 
 
 
03/07/2012 09:51
Weer even opgefrist!
Meer reacties weergeven