De gatenplant is een liaan uit Panama en zuidelijk Mexico, waar de plant tot twintig meter de bomen in kruipt. De bladeren van een jonge plant zijn hartvormig. Wanneer de liaan op een lichte, niet al te droge plek wordt gekweekt, krijgen de nieuwe bladeren diep ingesneden bladranden. Onder ideale omstandigheden wordt het blad nog groter, met ovale gaten erin (vandaar de naam gatenplant).
Monstera is een gemakkelijke kamerplant, die ook in de halfschaduw groeit en tamelijk goed tegen droge lucht kan. Dof geworden bladeren gaan weer glimmen nadat deze met een doek gedrenkt in wat karnemelk, zijn afgenomen.
Een lichte, vochtige groeiplaats, uit de zon is ideaal voor deze makkelijke kamerplant. Giet in de zomer ruim, met handwarm water, in de winter minder water geven. Hierbij is het niet erg dat de plant af en toe gewoon vergeten wordt, de plant is niet zo makkelijk dood te krijgen.
Let wel: alle delen van de gatenplant (Monstera deliciosa) zijn giftig!
Een cactus die in de winter bloeit en met name in de decembermaand erg geliefd is in veel huishoudens, omdat de plant veel kleur heeft en de donkere maand opfleurt. Van nature komt de kerstcactus uit de omgeving van het Braziliaanse Rio, waar de plant in bomen groeit. In Nederland wordt de plant in potten of hangmandjes geweekt, die voor het raam geplaatst/gehangen kunnen worden (uit de felle zon).
De plant vraagt een lichte standplaats, uit de felle zon, en net als met de meeste cactussen geldt voor de kerstcactussen eveneens dat men liever te weinig water geeft dan te veel. In de regel is 1x per week gieten voldoende, zelfs als de plant in bloei staat. Wie zich aan eerder genoemde regels houdt, zal in staat zijn de plant het jaar door te laten groeien, zodat de kerstcactus in december weer volop in de bloei zal staan.
8. Geldboom/apebroodboom (Crassula ovata)
Deze soort is niet te verwarren met de echte apebroodboom, de baobab met zijn enorme stam. De ongeveer 300 jaar oude Crassula soorten worden ook wel dikblad genoemd vanwege de volsappige bladeren, die de stengels soms volledig verhullen. Ze groeien bijna allemaal in zuidelijk Afrika.
De Crassula ovata is een van de makkelijkste kamerplanten. Ze verdraagt droge lucht, slechte potgrond, volle zon, maar ook halfschaduw en ongeregeld gieten. Ze kan alleen niet tegen een voetbad (te veel gieten). De vetplant groeit onstuitbaar, waarbij de ronde stammen zich rijkelijk vertakken, zodat een struikvorm ontstaat van tientallen centimeters hoog. Ze kan bloeien met witachtige stervormige bloemen in kleine schermen bij elkaar, maar dit gebeurt in de huiskamer zelden.
Wordt de plant te groot, dan is ze zeer gemakkelijk te verjongen. Men breekt gewoon de oudere bladeren van de stam en zet deze aan de voet ervan weer in de aarde. Hieruit zullen vanzelf weer jonge plantjes groeien. Een ideale manier ook om anderen te verrassen met een leuke plant, die zelf gekweekt is, zelfs al heb je geen groene vingers!
Aglaonema’s groeien in de tropische wouden van Zuidoost-Azië, de soort commutatum op de Phililppijnen en het noordoosten van Sulawesi. Het ongeveer twintig centimeter lange blad is van nature langs de nerven gevlekt. Veredelaars hebben daar dankbaar gebruik van gemaakt om er afwijkende patronen in te kweken.
De plant mag niet in een voetenbad staan, maar in de zomer mag met gulle hand gegoten worden. In de winter matig met vocht zijn. De plant heeft weinig licht nodig om in leven te blijven, al groeit ze op een lichte standplaats beter.
Menig planten liefhebber verkeerd in de veronderstelling dat deze plant giftig is, hetgeen echter niet waar is: de plant is niet giftig en derhalve veilig voor mensen die kleine kinderen hebben.
Het is één van de populairste bladsierplanten, die, vooral enige jaren geleden, zeer veel verkocht werd.
De plant dient op een plaats gezet te worden waar het kwik niet onder de 15˚C komt. Verder vraagt de croton een redelijk hoge luchtvochtigheid, waardoor deze kamerplant juist weer gebaat is bij men juist weer meer water mag geven. De potgrond behoort mildvochtig te zijn. Zet de plant verder op een lichte plek, uit de felle zon.
5. Graslelie (Chlorophytum comosum)
Eveneens een van de gemakkelijkst te kweken kamerplanten voor mensen die geen groene vingers hebben. De grasgroene sprieten groeien in zon en schaduw, in warme en koele ruimten (minimumtemperatuur dient wel 5˚C te zijn), al dan niet vochtig, maar indien men de plant een keer vergeet met gieten dan is dit geen probleem. In de dikke wortels van deze Zuid-Afrikaanse plant zit waterreserve.
De graslelie, die ook wel ‘chloro’ wordt genoemd, ontwikkelt zich het mooist op een zeer lichte, eventueel zonnige plek. Daar zal men kunnen genieten van witte bloempjes die de plant produceert onder de meest ideale groei omstandigheden. Later worden aan de bloei stengels talloze nieuwe blad toeven gevormd, die kunnen afgesneden kunnen worden en opgepot kunnen worden, om zodoende nieuwe planten te kweken.
Niet alleen een makkelijke kamerplant, maar ook nog eens een gezonde kamerplant, die luchtzuiverend is. De 36 bekende soorten Spathiphyllum groeien in de vochtige bodem van tropische wouden in Midden – en Zuid-Amerika, maar ook in Zuidoost-Azië. De plant mag op een donkere plaats staan, al zal men dan vooral van mooi donkergroen blad kunnen genieten. Wie graag een bloeiende kamerplant in huis heeft, kan de lepelplant het beste op een lichte plaats (uit de zon) zetten. In de zon zal het blad verbranden (het blad begint dan naar achteren te krullen en wordt geleidelijk geel).
De plant mag zo nu en dan onder de douche gezet worden. 2 x per week water geven is voor de lepelplant voldoende.
In 2007 was de lepelplant om zijn zuiverende werking uitgeroepen tot bureauplant van het jaar.
3. Zamioculcas Zamiifolia
Nederlandse naam is niet bekend. Een zeer makkelijk te houden kamerplant, die liever vergeten kan worden, dan overgoten. De plant houdt van een lichte standplaats, maar niet in de directe zon, mag eveneens in de halfschaduw. De potgrond van de plant liever aan de droge kant houden, teveel water zal de ondergang van de plant betekenen.
De plant komt oorspronkelijk uit Oost-Afrika. Deze karakteristieke plant is opgebouwd uit een aantal 'veren' (stengels), die uit ondergrondse wortelstokken groeien. In deze veren slaat de plant reserve-water op, met name in de verdikte basis. De plant heeft van nature mooie glimmende bladeren.
Klimop was vroeger een van de populairste planten, zowel buiten als in huis. Na een tijdje ‘uit’ te zijn geweest, is de klimop toch weer herontdekt en biedt bescherming aan buitenmuren, zorgt voor broed – en schuilgelegenheid voor vogels en is door zijn isolerende waarde een ware energiebespaarder te noemen (de isolatiewaarde stijgt met 30% indien klimop langs de muren geplant is).
Als kamerplant is de klimop uitermate makkelijk te noemen: de plant groeit in de schaduw nog steeds ideaal, sterker nog, een plek in de zon wordt afgeraden.
Klimop wortelt oppervlakkig en kan in een ondiepe pot gehouden worden. Dit heeft als voordeel dat de aarde van de plant na het gieten snel droogt. De plant behoeft pas nieuw water indien de grond werkelijk droog aanvoelt. Dan kan men de plant het beste onderdompelen en erna goed uit laten lekken. Hierna gewoon weer links laten staan. Er zijn verschillende soorten klimop te koop, die elk een ietwat ander uiterlijk hebben.
1. Kaaps viooltje (Saintpaulia)
Een ideale kamerplant voor een ieder die geen groene vingers heeft, maar toch genieten wil van een bloeiende kamerplant. Kaapse viooltjes zijn dankbaar bloeiende kamerplanten, die uitstekend tegen warmte en droge lucht kunnen en maanden achtereen kunnen bloeien.
De standplaats dient licht te zijn, maar wel uit de zon. Nooit besproeien! Giet pas wanneer de aarde nagenoeg uitgedroogd is, maar zelfs bij het gieten geldt: weinig water is voldoende (in principe is 1x per week gieten afdoende, voor dit plantje, dat oorspronkelijk uit Afrika komt.)
Reacties (6)
Richard Biesma
www.plantje.nl
www.plantje.be
Ik ben er geen krak in om planten te verzorgen, te veel water ..; te weinig water ... de tuin daarentegen heb ik beter in handen!
dank om dit mee te delen en dikke duim