In ontwerp is het één van de meest simpele kledingstukken van de wereld, en toch bestaat er zo veel verschil en subtiliteit tussen de vele verschillende uitvoeringen en hun betekenissen. Dit artikel gaat over de algemene en huidige dracht van kimono's, met andere woorden wanneer draag ik welke kimono?
Het woord kimono betekent letterlijk "ding om te dragen"; ki = aantrekken, dragen, mono = ding. Ze worden al eeuwen door de Japanse geschiedenis heen in vele vormen gedragen. Tegenwoordig draagt men in Japan vooral Westerse kleding, maar op bepaalde gelegeheden en een aantal festivals worden er door jong en oud nog steeds kimono's uit de kast gehaald om het straatbeeld op te vrolijken.
Eerst wat over kleurengebruik in Japanse kleding en cultuur in het algemeen. Elk jaargetijde heeft zijn eigen traditionele kleurenschema's, dit is zowel in de kunst als de kleding terug te vinden. De kleuren zelf hebben ook hun eigen betekenissen en associaties, net als hier in het westen.
Linksboven; de momiji ofwel de japanse esdoorn of ahorn; typische herfstkleuren in Japan.
Rechtsboven; het asanoha patroon. Dit is een populair zomerpatroon in Japan en stelt het hennepblad voor. Hennep wordt van oudsher veelal gebruikt voor zomerse werkkleding, de betekenis van het patroon heeft te maken met de sterkte en duurzaamheid van hennep. Men hoopt dus dat door het dragen van dit patroon in werkkleding wat van de goede eigenschappen van de plant in de drager worden opgenomen, hij wordt in elk geval steeds aan de boodschap herinnerd.
Ook de leeftijd speelt een grote rol bij het uitkiezen van de juiste kleuren voor een kledingstuk, aka kimono. Bonte, zeer levendige kleuren en overvolle patronen horen bij kinderen en jongeren, vooral meisjes. Hoe ouder je wordt, hoe rustiger de kleding, zowel in kleur als in patroon.
Daarbij zijn er een aantal gelegenheden zoals bepaalde feesten en festivals, maar ook familieaangelegenheden, die om bepaalde kleuren of (gebrek aan) patronen vragen. Denk aan bijvoorbeeld bruiloften en begravenissen.
Over Japanse patronen en motieven kun je hier meer informatie vinden:
http://www.xead.nl/patronen-en-motieven-van-japan-
Dit is een onderkledingstuk, meestal van fijne katoen of linnen gemaakt. Het is wit of lichtroze van kleur en wordt op het naakte lichaam gedragen, niet alleen voor wat extra warmte maar ook om de bovenliggende zijden kledinglagen schoon te houden van zweet, zijde is immers moeilijk wasbaar. De hadajuban wordt onder zowel yukata's als formele kimono's gedragen.
Dit is een tweede onderkimono, hij wordt alleen onder formele(re) kimono's gedragen. De nagajuban is van zachte zijde en heeft een verstevigde kraag. Hij dient om de bovenliggende lagen alvast vorm te geven. Deze ondekleding komt in allerlei gekleurde varianten voor, wit of lichtroze kom je het vaakst tegen. Het randje van de kraag van de nagajuban blijft te zien onder, of eigenlijk: boven de buitenste kledinglaag uit.
De meest informele kimono is de yukata. Ze worden gemaakt als dagelijks kledingstuk, van katoen, zodat ze makkelijk in de was kunnen.Yukatas zijn voor alle leeftijden en beide sekses een makkelijk en luchtig kledingstuk voor de dagelijkse bezigheden. Het is een zomerkimono, maar er zijn wat dikkere varianten verkrijgbaar. Met een onderkimono of in laagjes zijn ze ook in de andere seizoenen te dragen. Ook wordt de yukata als pyama gebruikt, om in te slapen.
Linksboven; een meisje in een nette yukata.
Rechtsboven; vrouwen in Tokyo die hun waaier, de uchiwa, in hun obi steken zodat ze hun handen vrij hebben. Dit zijn voorgestrikte "kant-en-klaar" obi's, die makkelijk en snel voor dagelijks gebruik zijn.
Yukatas hebben meestal drukkere patronen dan formelere kimono's. Deze patronen bedekken de hele kimono en kunnen van alles bevatten maar meestal zijn het bloemen of geometrische patronen. Voor kinderen zijn er vaak yukatas met konijntjes, usagi, of modernere varianten zelfs met Hello Kitty. Mannen dragen effen kleuren of geometrische patronen, kleuren zoals donkerblauw, zwart of grijs zijn geliefd.
De letterlijke vertaling van furisode is "wiegende mouwen". Dit is de meest formele kimono voor meisjes en ongetrouwde jonge vrouwen. Bruiden trekken vaak nog een laatste keer deze vrijgezellenkimono aan op de receptie van hun bruiloft. De patronen en kleuren zijn bijpassend voor jonge vrouwen; veel bloemen, vlinders en rozetinten.
Vaak wordt de furisode door elkaar gehaald met de kimono's die artiesten als maiko's (leerling geisha's) dragen, omdat ze ook lange mouwen hebben, maar de furisode heeft geen sleepje.
Boven: Ook hele jonge meisjes dragen deze plechtige kimono bij officiiële gelegenheden: De kimonos zijn nu nog wat aan de ruime kant, maar de kinderen zullen deze kledingstukken de komende jaren nog kunnen dragen. De patronen zijn passend bij de gelegenheden.
Boven: Jonge vrouwen uitgedost in formele furisode. Links; De roze shibori sjaal is goed te zien boven haar obi uit. (Beide staan beschreven onderaan dit artikel. )
Dit is de formele kimono voor getrouwde vrouwen. Hij straalt boven alles netheid en degelijkheid uit, wat verwacht werd van de Japanse huisvrouwen, maar is ook een prima kimono om de stad in te gaan of wat te gaan eten. De kleuren en vooral de patronen zijn rustiger dan die van de furisode kimono's, wat men meer bijpassend achtte voor getrouwde mensen.
Boven en rechts; twee vrouwen in houmongi kimono's, de rechter compleet met bijpassende handtas en slippers.
Deze kimono kan door zowel vrijgezelle als door getrowde vrowen worden gedragen, bij officieuze alswel officiële gelegenheden. Het woord iro betekent "kleur", dat wil zeggen dat de basiskleur van dit kledingstuk alles behalve zwart kan zijn. De mouwen hebben dezelfde standaardlengte als de houmongi, maar deze kimono is meer chique. De patronen zijn bij formele versies alleen op de onderkant aangebracht.
Bij sommige formele gelegenheden kan deze kimono worden gedragen in plaats van de formelere tomesode, in dat geval moet er op de aanwezigheid van ka mon worden gelet; familiewapens die in getale van één, drie of vijf op het kledingstuk kunnen voorkomen. Hoe meer het er zijn, hoe officiëler de gelegenheid waar de kimono voor bedoeld is. Deze ka mon of mon staan afgebeeld op de rugzijde, de mouwen en aan beide kanten van de borst.
De kleur van de slippers en het tasje is bij formeel gebruik van deze kimono altijd zilver of goud.
De meest formele kimono voor allerlei serieuze gelegenheden en bepaalde familiebijeenkomsten. Kuro betekent zwart; deze kimono's zijn zwart van kleur, maar er kunnen op de onderkant, zeker wat patronen op staan. De regel is: hoe formeler, hoe minder patroon, ook onder de meest formele kimono's ondeling geldt dat. De ka mon zijn natuurlijk ook aanwezig.
Linksboven; voorbeelden van de ka mon.
Rechts; een tomesode.
Shiromuku
De shiromuku is de Japanse versie van de trouwjurk. Deze trouwkimono is sinds de Muromachi periode (1333-1568) een gekoesterde traditie. De trouwoutfit is compleet in het wit, met opgestoken haar vol met mooie spelden en een "hoedje", er is ook een bijbehorende sluier of cape. De kleding bestaat uit de uchikake, de buitenste kimono en een voor daaronder; de kakeshita.
Irouchikake
Er kan ook een irouchikake worden gedragen in plaats van traditioneel wit; het is een rijkgekleurde en versierde uchikake. Vaak staan er gelukssymbolen zoals schildpadden en kraanvogels op.
Hikifurisode
De hikifurisode, is een furisode met een sleepje. Het ontstond in de Edo periode (1603 - 1868) als formele trouwkleding voor samuraivrouwen.
De mannen dragen hakama als ze gaan trouwen, dat is een wijde broek met zeven plooien, die ook door samurai en bepaalde hoogwaardigheidsbekleders werden gedragen. De zeven plooien staan voor de zeven deugden. Eroverheen gaat een haori, een soot kimonojasje, de officiële versie met alle ka mon op hun plek.
Rechtsboven: De laatste jaren zijn hikifurisode's populair die gemaakt zijn van fijne halftransparante stoffen zoals dunne zijde of organza.
Thuis en om het huis kan de man een yukata dragen. Bij meer formele gelegenheden zullen mannen de hakama dragen. Hoewel er ook hakama zijn voor vrouwen, kun je meestal aan de kleuren en patronen zien voor welke sekse het kledingstuk in kwestie is bedoeld. Er bestaan ook speciale hakama voor bij het afstuderen, het is een speciale outfit vergelijkbaar met de afstudeerkloffies in Amerika, maar dan op zijn Japans. Verder worden deze wijde broeken nu nog veel gedragen in allerlei Japanse vechtsporten zoals kendo en iaido.
Linksboven: Een formele outfit met hakama voor mannen genaamd montesuki. Het "jasje" dat de jongen draagt heet een haori, en het is een veelgebruikt kledingstuk door zowel mannen als vrouwen.
Rechtsboven: De manier waarop meisjes en vrouwen de hakama dragen; onder de broek wordt een furisode gedragen.
Mofuku is de naam voor Japanse rouwkleding. Alles is in het zwart, inclusief alle accesoires en schoenen. Alleen de tabi, de sokjes, en het zichtbare kraagrandje van de nagajuban zijn wit. Dit geldt voor zowel mannen als vrouwen.
Links: de mofuku, formele kleding compleet met ka mon.
Rechtsboven: een detail van een mofuku kimono. Let op het rijke doch subtiele patroon; dit soort ingeweven patronen komen vaak voor op formele kimono's en zijn alleen van dichtbij en met bepaalde lichtval te onderscheiden. Het patroon wat hier te zien is, is een vaakvoorkomend sayagata patroon, afgeleid uit de boeddhistische leer.
Naast de dagelijks gedragen kimono's zijn er ook nog de speciale kimono's voor artiesten zoals acteurs in Japanse theaters en entertainers zoals maiko's en geisha's. Deze kleding is natuurlijk opvallender dan de normale, met ingewikkeld gestrikte obi's en prachtige kleuren.
Susohiki
Maiko's, leerling geisha's, dragen een susohiki. Deze kimono's hebben net iets kortere mouwen dan de furisode en zijn wat langer met een sleepje zodat erin gedanst kan worden op de traditionele manier. Hierdoor krijgt het ook de typische beweging die je ziet als erin wordt gelopen, het heeft een zwevend effect. De maiko's leren dit loopje op speciale geta, de okobo. Op het schuine deel van deze geta, daar waar de stof uitkomt, zit een bel vast.
Boven: felgekleurde jonge maiko's die voorzichtig de tredes af gaan op hun klompjes. Als ze buiten op straat lopen houden ze hun kostbare kimono's hoog zodat deze de grond niet raken. Als ze geisha worden verandert hun kledingstijl ook.
Hikizuri
De kimono van een geisha (of geiko zoals ze heten in Kyoto) heet de hikizuri, deze lijkt op een tomesode kimono, maar is ook langer met een sleepje. De mouwen zijn net iets langer dan bij de tomesode. Voor een geisha hetzelfde als voor iedere andere Japanse vrouw; hoe ouder ze wordt, hoe rustiger en simpeler haar kleding wordt. Gelukkig voor haar ook haar schoeisel; geisha's lopen op zori of geta, afhankelijk van de gelegenheid. Het dansen van de geisha of maiko gebeurt op hun sokjes, de tabi.
Boven; een geisha tijdens een optreden. Ze heeft nauwelijks haarversieriengen en een elegante doch (relatief) eenvoudige kimono aan.
Oiran of tayuu
Dit is van oudsher een hoge courtisane, zeker niet te verwarren met een geisha. De haardrachten zijn ingewikkeld en uitgebreid met een typerend groot aantal haarspelden. Een oiran draagt de strik van haar obi aan de voorkant, dat was vroeger het gebruik bij getrouwde vrouwen en prostituees.Over de kimono heen wordt een rijkversierde uchikake gedragen. Ze lopen in nog zelfs hogere klompen dan de maiko, daarom hebben ze altijd begeleiders bij zich om ze te helpen niet op hun plaat te gaan, met alle stof en klompen is het zwaar tillen. Ook hebben ze een parasoldrager in hun nabijheid die een grote rode parasol boven het hoofd van de oiran houdt. Het lopen gaat met een karakteristieke ronde voetbeweging naar buiten, dit is mede om niet over de kimono te struikelen als ie over de grond wordt gedragen.
Er zijn tegenwoordig nog maar zo'n vier vrouwen in heel Japan die deze traditie in leven houden, het gaat hierbij om de levensstijl, niet zozeer de sexuele aspecten.
Kabuki en noh
Dit zijn oude Japanse theatervormen waarin men traditionele kleding draagt. Kabuki komt vanuit de shintoreligie en is een kleurrijk theater voor alle bevolkingslagen. Noh is ontstaat in de aristocratsche kringen en is door het uitheemse boeddhisme beïnvloed. In noh theater worden naast uitbundige kimono's ook maskers gebruikt om personages weer te geven, in kabuki worden de gezichten van de acteurs beschilderd.
Sommige kimono's bedoeld voor dit soort theater vertellen hele verhalen met hun motieven, zodat ze alleen maar voor een speciefiek stuk bruikbaar zijn. Ze zijn zo karakteristiek dat kenners aan alleen de kimono al kunnen zien om welk stuk het gaat.
Obi
Een obi is het stuk stof van ongeveer 30 cm breed en minstens twee meter lang, wat als strik om het kadootje heen om de kimono heen gaat. De "strik" zelf, op de achterkant kent vele varianten, van simpel tot ingewikkeld, ook per gelegenheid en formaliteit verschillend. De meer ingewikkelde formen moeten door een tweede persoon worden geörigamied, de te kleden persoon kan dat onmogelijk zelf. Er zijn fijne, zijden obi's voor in de zomer tot ceremoniële zware brocaten obi's.
Boven; links obi's voor kinderkimono's, rechts; een sjieke obi voor bij een formele kimono.
Obijime en obidome
De obijime is een decoratief koord wat nog over de obi heengaat. Het wordt op de voorkant met een platte knoop, sierknoop of door middel van een obidome, een soort broche-achtig klemmetje, vastgemaakt. De losse einden worden meestal om de obijime heen om het middel geslagen naar achter toe.
Aan de bovenzijde van de obi steekt een stuk stof uit, fijne zijde vaak bewerkt met speciale knoop- en verftechnieken waardoor de stof geribbeld wordt. Dit effect heet shibori, dat letterlijk "gekreukeld" betekent. Een shibori stof kun je nooit meer wassen omdat dan de ribbeltjes eruitgaan. Een sjaaltje van deze stof wordt langs de bovenkant van de obi gewonden en aan de voorkant vastgemaakt, de uiteinden worden onder de obi weggewerkt.
Geta en zori
Wat voor schoenen trek je aan onder een kimono? De geta bijvoorbeeld. Dit zijn houten teenslippers, het koord wat over je voet heengaat is van zijde of katoen gemaakt.De formelere zori zijn slippers van stof, tegenwoordig worden veel kunststoffen gebruikt die makkelijker zijn om schoon te houden.
Linksboven;zori Rechtsboven; een paar mannen- en een paar vrouwengeta.
Tabi
Het was vroeger in Japan onfatsoenlijk om als vrouw je blote voeten te laten zien, daarom worden tabi gedragen; sokjes met een "losse" grote teen, zodat ze makkelijk in teenslippers gedragen kunnen worden. Meestal zijn ze wit, maar je ziet ze ook regelmatig in het zwart of andere kleuren, met en zonder patroon. Vroeger waren dit stugge sokjes die je met clipjes vastmaakte, tegenwoordig hebben ze tabi in alle mogelijke kleuren, patronen en stoffen, incllusief van rekbaar katoen zoals in het westen.
Van links naar rechts op de foto's; traditionele witte tabi, moderne rekbare tabi en tabi met traditioneel model en moderne kleuren en motieven.
Tot slot; deze geweldige kimono kon ik niemand onthouden, een ode aan het overleven en aanpassen van de kimono in deze moderne tijd.
Meer informatie over de betekenissen van de patronen en motieven op kimonos en andere Japanse spullen, is te vinden in dit artikel:
http://www.xead.nl/patronen-en-motieven-van-japan-
Lees hier over de Japanse waaier en zijn gebruik en betekenis:
http://www.xead.nl/japanse-waaiers-als-gebruiksvoorwerpen-en-symbolen-
De andere kant van Japanse mode; de Harajuku stijlen uit Tokyo:
http://www.xead.nl/harajuku-japanse-straatmode-
Asuka,2011
Reacties (3)
Je hebt er een mooi en goed artikel van gemaakt. heerlijk!