Hondenras kiezen: Hondenrassen en rasgroepen

U heeft besloten een hond aan te schaffen. Met meer dan vierhonderd hondenrassen is de keuze voor een bepaald hondenras of type hond echter niet gemakkelijk. De meeste rassen zijn ontstaan vanuit een gebruiksfunctie voor de mens, en dit zie je nog duidelijk terug. De diverse rasgroepen en rassen bezitten allemaal verschillende kenmerken en eigenschappen. In dit artikel leest u hier meer over.

Rasgroep 1: Herdershonden en veedrijvers
Herdershonden zijn middelgrote tot grote honden en hebben vaak staande oren en een spitse driehoekige snuit. Herdershonden zijn gericht op hun eigen groep, zowel mensen, honden als andere dieren, als deze bij de groep horen. Ze zijn groeps- en territoriumgericht, reageren vaak sterk op dingen die om hen heen gebeuren (reactief en alert) en zijn altijd in voor actie.
Voordelen: Herdershonden leren snel en gemakkelijk. Van nature blijven ze dichtbij de eigen groep, weglopen zullen ze dus niet gauw doen. Deze honden zijn zeer actief en gek op sport en spel.
Nadelen: Herdershonden hebben veel beweging en veel mentale uitdaging nodig. Krijgen ze onvoldoende actie dan kan dit resulteren in een hond die mensen en fietsers najaagt. Onbekende mensen en honden zijn niet automatisch vrienden van deze rasgroep, vanwege hun waaksheid en beschermdrift.

Rasgroep 2: Pinschers, schnauzers, molossers en Zwitserse sennenhonden
Pinschers en Schnauzers zijn klein tot groot, hebben pezig gespierde en lenige lijven. De pinschers zijn kortharig en de schnauzers ruwharig. De meeste pinschers en schnauzers zijn actief, alert en fel van aard.
Voordelen: Meestal blijven ze dichtbij haard en huis, ze zijn er in groot (riesenschnauzer) en heel klein (dwergpinscher) formaat. Ze zijn attent op hun omgeving en hen zal weinig ontgaan. Om deze reden zijn het uitstekende wakers. Het zijn intelligente honden, maar ze kiezen vaak zelf of iets wel of niet de moeite waard is.
Nadelen: Het waakinstinct en hun wakkere natuur kan ze nerveus en blafferig maken. Het zijn geen hartelijke familiehonden, met andere mensen dan hun baas en honden buiten de roedel hebben ze vaak minder op.

Rasgroep 3: Terriërs

Terriërs heb je in diverse groottes en kleuren, ruwharig en kortharig. Het zijn pittige, vasthoudende dieren en tot op zeer hoge leeftijd speels en actief. Ze zijn van nature minder geschikt om rustig samen te leven met andere, kleine huisdieren. Daarvoor is hun oorspronkelijke jachtinstinct nog te sterk aanwezig. Ook naar andere honden is de terriër niet altijd even tolerant.

Voordelen: Met een terriër haal je een hele persoonlijkheid in huis. Je zult je dus niet snel vervelen. Het zijn doenerige en slimme honden die alles willen meebeleven, altijd in voor een spelletje.

Nadelen: Terriërs zullen zelden een stap opzij zetten als iemand ze dwars zit. Van nature hebben ze de neiging om het gevecht aan te gaan, zowel met honden als met mensen. Als eigenaar moet je je dus consequent en zelfverzekerd kunnen opstellen. Verveling ligt bij deze honden snel op de loer en dat kan leiden tot vervelende hobby's, zoals het aanblaffen van passanten of het graven van gaten in de tuin.

Rasgroep 4: Dashonden
Teckels zijn de welbekende honden met korte pootjes en lange ruggen. Er zijn langharige, ruwharige en kortharige teckels in verschillende groottes en kleuren. Teckels zijn eigengereide en zelfbewuste dieren die graag hun neus achterna en op jacht gaan.
Voordelen: Het zijn grote honden in zakformaat. Met een teckel haal je veel hond in huis, ookal is hij klein van stuk. Hun aanpassingsvermogen is vrij groot, een groot of klein huis, regelmatig wat kortere of langere wandelingen, de teckel vindt het allemaal prima.
Nadelen: Blaffen is de teckel eigen: blaffen uit waaksheid, maar ook blaffen uit opwinding is een teckel meestal niet vreemd. Hun onverschrokken aard (in combinatie met hun kwetsbaarheid) kan soms tot problemen leiden met andere honden.

Rasgroep 5: Spitsen en oertypen
Veel van de honden in deze groep, doen aan wolven denken door hun dichte uitstaande vacht en hun rechtopstaande oren. Hun lijven zijn vaak net zo krachtig als hun karakter. Levenslust en pittigheid omschrijven deze honden goed. Veel van de rassen tonen nog een hoge mate van natuurlijk gedrag, zoals jachtgedrag. Er vallen echter ook andere oertypen in de rasgroep, zoals de naakthonden.
Voordelen: Voor de sportieve eigenaar zijn dit de honden die onvermoeibaar mee kunnen op pad. Hun gehardheid maakt het buitenleven gemakkelijk voor ze. Ze zijn  geschikt voor het leven in een roedel. De naakthonden zijn hierin uiteraard anders en hebben vaak een aanhankelijk karakter.
Nadelen: Een aantal rassen uit deze groep heeft veel jachtinstinct en is niet te beroerd om prooidieren, zoals katten en schapen, ook echt te doden. Een hond uit deze rasgroep heeft zeer veel beweging nodig en zijn intelligentie maakt dat weinig constructies hem binnenhouden. Trekken aan de lijn is voor de meeste trekhonden een grote hobby. Bij de naakthonden kan de verzorging van de huid een flinke klus zijn.

Rasgroep 6: Lopende honden en zweethonden
Deze honden hebben vaak lange hangende oren, korte vachten, een atletische en lenige bouw en zijn klein tot groot. Ze hebben een zachtaardig maar zelfstandig karakter en bezitten over een flinke portie jachtinstinct. Ze vertoeven het liefst in een roedel (meute) en zijn uitgesproken sociaal. Deze jachthonden bezitten en uitzonderlijk goede neus.
Voordelen: Lopende honden en zweethonden zijn bijzonder sociaal, zowel met soortgenoten als met mensen. In doorsnee zijn ze aanhankelijk en vrolijk, nervositeit is hen vreemd.
Nadelen: Deze honden staan bekend als eigenwijs. Door hun zelfstandige aard en zeer goede neus kunnen ze de benen nemen wanneer ze een spoor ruiken, wat het loslopen bemoeilijkt. Desondanks zijn het actieve honden die meer nodig hebben dan een blokje om. Ze kunnen vaak moeilijk (langere tijd) zonder gezelschap, wat kan resulteren in loeiende huilconcerten.

Rasgroep 7: Voorstaande honden
Deze honden zijn zeer atletisch gebouwd en zijn er in allerlei variëteiten, zowel kort-, lang- als ruwhaar. Voorstaande honden zijn middelgroot tot groot. Binnen deze groep vallen ook de setters. Het zijn intelligente en zeer actieve jachthonden die gericht zijn op samenwerking, maar tevens over zelfstandigheid beschikken. Het zijn zeer geschikte honden voor actieve bazen die graag sporten of activiteiten ondernemen met hun hond.
Voordelen: Voorstaande honden zijn vaak baasgerichte, sportieve en aanhankelijke huisgenoten. De omgang met soortgenoten is doorgaans prima tot zeer goed, en ook naar onbekende mensen zijn ze vriendelijk.
Nadelen: Ze zijn intelligent en leren snel, maar kunnen tegelijkertijd gauw afgeleid zijn. Sommige exemplaren zijn wat nerveus of overalert op de omgeving. Loslopen is niet overal mogelijk, omdat deze honden graag jagen. Ze vervelen zich snel en hebben iedere dag veel beweging en geestelijke stimulatie nodig om niet destructief of nerveus te worden.

Rasgroep 8: Retrievers, spaniëls en waterhonden
In deze rasgroep zitten zeer diverse rassen, van klein tot groot en van kortharig tot langharig. Deze rassen zijn doorgaans goedmoedig van aard en bijzonder intelligent en trainbaar, met name de retrievers. Ze zijn actief en kunnen beschikken over enige jachtpassie. Vrijwel alle honden in deze rasgroep zijn verzot op zwemmen en het ondernemen van activiteiten met de baas.
Voordelen: zowel in de omgang met mensen als met andere dieren zijn deze honden bijzonder tolerant en vriendelijk. Ze hebben een positieve levensinstelling en zijn actief zonder daarbij nerveus te zijn. Ze passen zich vrij gemakkelijk aan. Deze honden zijn gek op sport en spel.
Nadelen: als waakhonden zijn de meeste rassen binnen deze rasgroep niet geschikt, omdat het echte allemansvrienden zijn. Geen modderpoel is veilig voor deze honden, het liefst duiken ze in elke sloot die ze tegenkomen. Sommige spaniëls en waterhonden lopen nog wel eens hun neus achterna.

Rasgroep 9: Gezelschapshonden

Rasgroep 10: Windhonden

Windhonden zijn gemaakt op hun snelheid. Meestal zijn het mensvriendelijke, zachtaardige honden die rustig zijn in huis en een grote voorkeur hebben voor een warme, comfortabele ligplek. Buiten ziet u de andere kant van de windhond. Heel hard rennen is waar ze goed in zijn. Daarbij laten ze zich graag leiden door hun jachtdrift. Wanneer ze zich op een prooi gericht hebben, zijn ze vaak nauwelijks nog te bereiken door bijvoorbeeld roepen. Het grote verschil met de (andere) jachthonden is dat de windhonden op zicht jagen en meer reageren op wat ze zien, dan op wat ze ruiken.
Voordelen: Kalm gezelschap in huis, spectaculair renvermogen, stelt zich zachtmoedig op naar mensen en kinderen en blaft weinig tot niet. Doorgaans kunnen ze het prima vinden met soortgenoten. Windhonden zijn van nature schoon en zullen nauwelijks viezigheid mee het huis in nemen.

Nadelen: De neiging tot zichtjagen kan een risico opleveren voor de hond en zijn omgeving. Soms is een hond van een windhondenras erg op zichzelf, vanwege hun zelfstandige en onafhankelijke aard. Om deze reden kunnen ze tevens moeilijk te trainen zijn.