Ik heb erover nagedacht hoe ik aan jullie mijn topstukken zou gaan presenteren. Opdienen zoals een gerecht, beviel mij niet. Ondanks de titel van deze zilla. Waarom niet? Ten eerste kan ik simpelweg niet koken, een zachtgekookte ei beschouw ik nog steeds als een culinaire topprestatie. Ten tweede mist een gerecht voor mij de dramatiek en de mysterie die rond schrijven hangt. (Althans, voor mij toch)
Ik wilde jullie het gevoel geven dat we op een ontdekkingstocht gaan. Een tocht naar de verloren schatten en ze weer opgraven. Toen had ik het. Ik maak hiervan een rondleiding door het donkere, stoffige museum dat mijn schrijfsels herbergt. Wees maar niet bang dat u verdwaald raakt, u hebt een museumgids bij, die vreemd genoeg op dezelfde manier als ik praat, die u de weg zal wijzen. Vergeet hem echter niet op het eind. Anders zal hij zijn rechterwenkbrauw optrekken en een verschrikkelijke sarcastische opmerking maken. God behoede het dat hij sardonisch wordt.
Hij heeft trouwens de bizarre gewoonte om over de stukken te praten alsof hij ze geschreven heeft en niet ik. Het is dus niet ik die zich vermomd heeft en zich zo een excuus geeft om lekker dramatisch te doen. Begrepen? Het is gewoon een wat gekke oude man, die te lang alleen is geweest.
Genoeg gekletst. U staat op het punt om een duistere tocht aan te gaan, waar weinigen nog geestelijk gezond van terugkwamen. U gaat een museum bezoeken.
-Het eerste werk
Het is hier om de hoek, eerbiedwaardige bezoeker. Heb geduld. We zijn er bijna bij mijn allereerste topstuk. Pas op voor de spinnenwebben, wilt u? Ze geven een mooie sfeer aan dit gebouw, en ik zou niet willen dat die door uw lompe gedrag worden vernield.
Ach, we zijn er. Scherm gerust uw ogen af tegen de glanzende gloed van dit meesterwerk. Wat er zo bijzonder is aan dit eikeltje? Wel, u zult zien.
Dit is mijn allereerste verhaal dat ik durf te laten zien. Het is ook mijn eerste serieuze verhaal. De vorige waren nogal klunzig, maar dit is mijn eerste stuk dat raakt. Ik ben gefascineerd door het fenomeen dood. Wat gebeurt er als we sterven? Wat komt er wanneer onze laatste adem uitgeblazen is? Vanuit deze fascinatie is dit verhaal ontstaan. Ik besefte voor het eerst dat ik ook ‘echte’ verhalen kon schrijven. Dit markeert dus eigenlijk het begin van mijn schrijverschap.
En er zouden nog meerdere volgen, zoals u zult zien.
-Het tweede werk
Op naar het tweede meesterstuk. Daarvoor hoeven we niet ver te lopen. Wat zei u? U hoorde een kind huilen? Dat is eigenlijk normaal in dit gedeelte. Iedereen hoort hier het kind huilen. Dat komt door dit verhaal:
Ik weet niet meer waarom ik dit geschreven heb. Ik veronderstel dat ik geïnspireerd werd door een krantenartikel. Ik ben er vooral trots op dat ik geslaagd ben om vanuit het standpunt van het kind te vertellen. Voor de eerste keer moest ik een andere stem gebruiken dan die van mezelf.
Het is ook een erg emotioneel verhaal. Ik denk, qua heftigheid, dat ik het nog steeds niet overtroffen heb. Misschien omdat kinderangsten heel intens aanvoelen…
-Het derde werk
En we gaan nu een heel eind wandelen. Ik hoop dat u tegen het stof en het donker aankunt? Ja, ik weet het, het is hier een verschrikkelijk zootje. Ik heb al een klacht gestuurd naar de eigenaar. Maar hij beweert dat hij daarvoor geen tijd hebt. Maar weet u… Dit blijft toch tussen ons? Ja? Wel, hij is gewoon lui. Het is een schande, ik heb hem al vijf brieven gestuurd dat hij het hier moet opruimen. Maar het blijkt dat naast verhalen, hij ook smoesjes kan verzinnen.
Nu goed, we moeten een lang eind wandelen omdat ik in die tijd verder ging met verhalen schrijven, met hier en daar een onnozel informatief artikeltje ertussenin. Die verhalen zijn niet slecht. Maar top zijn ze ook niet. Ik was toen een beginneling die het schrijven niet erg serieus nam. (Wedden dat ik dit over mijn huidige ik ga zeggen, als ik tien jaar ouder ben?)
Wel, toen kwam er opeens inspiratie en- Ah, u zag het dus ook. Jajaja, dat is hier normaal. Een vlieger die door de lucht zweeft, met een hoed in zijn kielzog.
Een goeie raad, probeer die twee niet van elkaar te scheiden. En goed geraden, die twee zijn het volgende meesterwerk.
Dit is mijn eerste liefdesverhaal. Ik moest dat doen voor een schrijfopdracht. Ik vond het eerst verschrikkelijk. Want we hebben allemaal genoeg van die zwijmelende bakvissen en die nobele jongens gelezen. Toen dacht ik, wat als ik het eigenlijk schrijf nadat de liefde gekomen is?
Het is een prachtig verhaal. Omdat ik hier ook voor het eerst zo sterk bij een personage sta. Ik heb haar gedachten en gevoelens tot leven gebracht, zoals ik nog nooit eerder had gedaan. Het heeft ook tot nu toe de mooiste einde die ik geschreven heb.
Ja, ik ben er erg trots op.
-Het vierde werk
Goed nieuws, u hoeft deze keer niet ver te lopen. Bespaart mij mooi al dat geklaag over zere voeten. Het schijnt dat het vorige stuk voorgoed mij beïnvloed heeft en ervoor gezorgd heeft dat ik met meer ernst en aandacht ging schrijven. Dat zorgde voor een explosie van kwalitatieve artikelen.
En dit is mijn meesterwerk der meesterwerken tot nu toe. Tenminste, op literair gebied.
Vindt u het eng? Ja, ik snap dat u dit beeld niet bepaald vrolijk vindt. Een duivel die u vanaf een schilderij woest aanstaart, met een wenende duif erachter.
Vader en zoon
Dit toont een andere obsessie van mij: het kwaad. En de duivel is het oersymbool daarvan. Hij is de gevallen zoon, de verrader, de ultieme antagonist. Maar ik heb, hoop ik, een genuanceerde kijk op het kwaad. Niemand is namelijk compleet slecht. Het ultieme kwaad, de duivel, op zich bestaat niet.
En ik geloof dat verhalen ons helpen om te gaan met het ‘kwaad’ in en buiten ons. Maar, en hier ligt er nog een andere nuance, ik veroordeel het ‘kwaad’ niet. Ik zie het als het licht, maar dan met zijn rug toegekeerd naar het goede. De verloren zoon die te trots is om terug te keren en zichzelf daarmee pijnigt. Dit alles heeft geresulteerd in dit werk. Het heeft niet bepaald een vrolijk einde. Maar, als schrijver, denk ik dat hij ooit het aanbod van de duif zal aannemen. Dat hij ooit zal terugkeren. Want het kwade maakt ongelukkig, terwijl het goede ons sterker maakt. Niemand is compleet verloren.
Ik zit te broeden op een column of essay dat over het kwaad zal gaan in zowel ons echte leven als in de literatuur en de parallellen die tussen beide liggen. Maar dat ligt in een verre, afgesloten kamer die de toekomstige verhalen onderdak geeft. Alsjeblieft, kom daar niet. Dat geeft pas echt rotzooi.
-Het vijfde werk
Eventjes lekker de benen strekken en dan weer op weg. Vanaf hier komt er een duidelijke lijn in mijn schrijfsels. Ze zijn meer filosofischer, ze vertellen meer hoe ik de wereld zie. Ik heb daar lang weinig over nagedacht, maar eenmaal ik er mee begonnen ben, leek het als vanzelf te gaan. Ik leer zelfs elke dag bij. Dat zie je ook aan mijn verhalen. Natuurlijk bedenk ik niet eerst de boodschap, welke schrijver doet dat nou?, maar ze geven toch onwillekeurig iets mee van mijn gedachten. Zoals elk verhaal waar je hard aan hebt gewerkt, vermoed ik.
Ach ja, nu gaan we een uniek stuk bezoeken. Dit is namelijk géén verhaal, zelfs geen gedicht. Het is een opinieartikel. Opnieuw is de oorsprong ervan mijn gedachten over slechtheid en hoe we ermee omgaan en zouden moeten omgaan.
Vergeving of vergelding voor misdadigers
Ik geloof namelijk dat ieder mens in essentie goed is. Ik ontken niet het bestaan van misdadigers of moordenaars. Maar ik betwist dat ze compleet verloren zijn, niet meer goed kunnen zijn. Volgens mij komt al het kwaad in de wereld door de angst. Het is de angst die ons doet terugtrekken in een donker hol dan boven onszelf uit te stijgen. Dat is de echte zonde, je potentieel niet realiseren, niet zijn wie je kan zijn. Wat heeft dit te maken met misdadigers? Ik denk dat ze in hun diepste wezen zich ongelukkig en angstig voelen, wat ze ook beweren. Ze hebben hun redenen gehad om zulke dingen te doen, ik rechtvaardig die acties daarmee niet, maar ze hebben redenen gehad. En ik denk dat die allemaal voortkomen uit angst.
Er is maar een geneesmiddel tegen de angst. De geneesmiddel die de vader gaf aan zijn verloren zoon, hetgeen wat de duif wou geven: liefde. Het klinkt cliché, maar ik geloof dat het waar is.
Ik ben op dit werk trots, naast het feit dat ik voor het eerst zo voor mijn mening uitkwam, omdat er heerlijke discussies ontstonden. Er werd hevig gedebatteerd, maar zonder dat er mensen werden beledigd! Dat is een mooie prestatie, voor iedereen.
Verder toont het aan dat slechtheid echt een obsessie is voor mij. (Een gezonde obsessie, hoop ik)
-Het zesde werk
En we gaan weer een donker hoekje om. U zult wel blij zijn dat het volgende meesterwerk niet gaat over slechtheid, de duivel en nog meer van zulke vrolijke onderwerpen. Nee, nee, het gaat over nog iets belangrijkers. Daar! Ziet u het? …. Hoe? U herkent het niet? Weet u wel hoe u mij beledigt? Het is een standbeeld van mezelf in al mijn bescheiden glorie.
Het onvoltooide levensverhaal
Voor degenen die zich afvroegen, waarom ik me niet echt voorstelde, is hier het antwoord. Hier doe ik dat. Ik vind het nog steeds fascinerend, omdat ik dankzij het schrijven van mijn levensverhaal een paar rode draden heb ontwaard. Het anders zijn, uitgesloten worden, onzeker zijn, tot in het extreme aan mezelf twijfelen. Dat zijn thema’s die mij nu nog bezig houden.
Ondertussen is mijn levensverhaal natuurlijk verdergegaan. In het kort komt het erop neer, dat ik een paar moeilijke momenten heb gehad, veroorzaakt door mijn eigen gedachten. Maar ik ben er, zoals altijd, er bovenop gekomen, wijzer eruit gekomen. Zoals dat gaat in elk leven.
-Het zevende werk
Zo, we komen stilaan aan het eind. Wat zegt u? U wordt bedroefd, dat ik u straks ga verlaten? Zo is het leven, mijn eerbiedwaardige bezoeker. En soms valt daar mee te leven, zoals het volgende stuk u gaat tonen.
Wat? U vindt het weinig indrukwekkend? Een leeg bed, betekent niks voor u? Laat mij u het gedicht erachter vertellen:
Ja, ik heb ook weleens gedicht. Meestal niks bijzonders, geef mij toch maar proza. Mijn beste gedichten zijn die een beeld weergeven, in één keer. Zoals dit gedicht. En ja, dit gaat weer over een obessie: de dood. Waarom vind ik dat onderwerp toch zo interessant? Omdat het hoort bij het leven.
-Het achtste werk
En nu gaan we de laatste werk bezoeken. Ja, u merkt het meteen op. Er is hier licht. Nee, dat komt niet omdat de eigenaar eindelijk naar mij geluisterd heeft en dit gedeelte vernieuwd heeft. Helaas. Nee, het licht komt van dit volgende werk. Ja, ik ben er ook verbaasd over. Dat een simpele lotus zoveel licht kan geven. Maar is het wel gewoon een lotus?
Eerlijk gezegd ben ik een tikkeltje teleurgesteld over het gebrek aan aandacht dat dit stuk heeft gekregen. Het geeft namelijk mooi aan wat mijn houding is tegenover spiritualiteit en wetenschap. Zei ik nou die twee woorden in een zin? Jazeker. Ik ben erg nuchter ingesteld, ik geloof in feiten en ratio. U kunt mij wakker maken voor een opzienbarende ontdekking dat al onze denkbeelden vernietigt. Ik sta dan ook erg sceptisch tegenover al die theorieën over buitenaardse wezens en nog meer.
Maar ik heb ook een andere kant. Ik ben ergens ook spiritueel, in de zin dat ik geloof dat er meer is dan wij met onze verstand kunnen waarnemen. Het hart heeft zijn gebieden die de rede niet kent.
Dus ja, ik geloof in de geestelijke ontwikkeling van de mens, in de ziel. En dat er een kracht is die over ons waakt, ons uitdaagt om ons potentieel te realiseren en dat die kracht zowel in ons als buiten ons gelegen is.
Er is dus een paradox in mijn eigen geest. Aan de andere kant ben ik de nuchtere filosoof die bewijzen eist, aan de andere kant ben ik de gelovige die weet dat sommige dingen niet te bewijzen vallen. Ja, soms word ik zelf ook gek van die paradox. Maar het levert me wel veel wijsheid op.
Ik ben er trots op dat ik in dit stuk die twee kanten, wetenschap en geloof, heb verenigd op mijn eigen wijze. Want de evolutietheorie en God vermengen, nou, dat is typisch mij.
-De uitgang
En hier zijn we dan weer terug aan de poorten. Het is wennen, niet? Het zonlicht. Ach, u weent niet daarom. U weent omdat u bevreesd bent dat dit het maar is.
Laat mij uw hart verlichten. Ik ben bezig met een lang verhaal dat misschien Vader en Zoon van zijn troon gaat stoten. Binnen een korte tijd, ja, ik hou het expres vaag, zou u het kunnen bezichtigen in dit museum. Want, weet u, het draait erom dat je steeds beter word dan je vorige meesterwerken. Nooit gemakzuchtig zijn, altijd de grens verhogen, verhogen. Ik bedoel, ik schreef ooit knullige verhaaltjes en nu schrijf ik over de dood en het kwaad. Het is goed met mij gekomen, niet?
Wat zegt u? U wilt mij iets geven? Ach, ik verlang geen geld. Ik verlang dat u mijn meesterwerken echt gaat bezoeken, enthousiaste kreetjes gaat slaken ter bevrediging van mijn ego.
Dat is niet veel, niet?
Wel, ik dank u voor uw aandacht en ik ga nu, voor even, de poorten sluiten.
Reacties (35)
Je meer dan interessante rondleiding heeft voor mij alleen maar bevestigd dat wij nog lang niet op elkaars werken zijn uitgekeken. Onderwerpen als het kwaad en de dood, daar valt voor filosofen ontzettend veel over te zeggen. En zo zijn er wel meer onderwerpen, waarvan jij en ik weten dat ze tot schitterende discussies kunnen leiden waar de vonken vanaf spatten...
Ik zie voor jou, in ieder geval op schrijversgebied, een bijzonder mooie toekomst weggelegd, te meer omdat je je ogen niet sluit voor de meningen van anderen over bepaalde kwesties, ongeacht hoe ver die van jouw eigen standpunten vandaan staan. Om nog maar te zwijgen over de grondige manier waarop je over zaken nadenkt om ze vervolgens op papier (of op het beeldscherm) uitstekend te verwoorden. Want dat je dat doet, heb je wat mij betreft ruimschoots aangetoond.
Zonder te overdrijven beschouw ik je als één van de grootste talenten op Plazilla. Ga vooral zo door met schrijven en discussiëren en mijn dank voor je prachtige rondleiding!
Ja, ik raak zelf nooit uitgekeken op zulke fundamentele onderwerpen. Fundamenteel omdat ze zo onlosmakelijk verbonden zijn met het leven. Wat dan ook de reden is dat ze leiden tot discussies waarvan de vonken inderdaad vanaf spatten.
Ik denk ook niet dat ik ooit uitgekeken raak op je artikelen, wel kan het zijn dat ik ze af en toe laat liggen, omdat ze zelfs voor mij zwaar op de maag liggen. :)
Want je hebt een bijzondere manier van schrijven. Een doelbewuste, overtuigde manier van schrijven. Je gelooft dat je gelijk hebt. (Je blijft wel respect hebben voor de ander zijn mening)
Voor iemand als ik die constant twijfelt aan zijn overtuigingen en die dat gezond vindt, is dat nogal een confrontatie. :)
Tja, ik moet wel mijn ogen voor hen openhouden. Het enige alternatief is ze negeren, en dat is idioot en laf. Hoe absurd ook de stellingen van een ander voor mij ook lijken, die ander heeft het recht om het dat te verkondigen. (Al moet ik eraan toevoegen dat ik er moeite mee heb, als hij er geen argumenten ervoor heeft)
Ik ben heel blij met je complimenten en ik zal mijn best doen bewijzen dat ze terecht zijn. :)
Op mijn beurt dank ik jou voor je complimenten :-)
Ik heb het eigenlijk nooit gezien als een CV. Ik heb het gezien als een manier om jezelf voor te stellen aan de lezer. Dat betekent niet alleen je beste werken tonen, maar ook wie je bent als schrijver. Dat doe je, volgens mij, door het artikel te schrijven op jouw manier, en uit te leggen waarom je die beste werken geschreven hebt.
Ik schrijf graag dramatische verhalen die over grootse dingen gaan. Ik graaf graag diep in mijn eigen schrijfsels.En heb een aantal obsessies die terugkeren in mijn verhalen. Ik vind, als de lezer mij als schrijver wil leren kennen, dat ik al die dingen moet stoppen in de kennismaking. Dit is, je geeft het al aan, een op zich zelf staand verhaal op de wijze zoals ik schrijf.
Een lezer die houdt van korte stukjes, weet zo direct dat ik niets voor hem ben.
En ik weet dat niet iedereen de tijd heeft om de linken direct te volgen. Dus ik wou ze interessant maken, door hun herkomst te verklaren en waarom ik ze zo goed vind, zodat ze eraan zullen denken en later gaan lezen.
Ieder bereidt zijn gerechten op zijn manier, dus ook de manier waarop hij presenteert verschilt. :)
Zo dicht karazmin tussen haar artikelen, bijvoorbeeld, en zo klets ik tussen mijn artikelen. :)
Ach, het waren jouw gedachten op het moment, en nu weet je waarom ik het zo aangepakt heb, dus misschien wel goed om ermee te beginnen. :)
Ik herken nog enkele van je stukken, je mag er dus vanuit gaan dat ze indruk hebben gemaakt. De hoed en de vlieger herinner ik me zelfs erg goed en ik ben blij dat je die er tussen hebt gezet!
Ah ja, ik wist direct dat een gerecht opdienen niet bij mij paste. Ik wou het duisterder, geheimzinniger. Ik wou dat de lezer zich ondergedompeld ging voelen, en dat is gelukt. Hoop ik toch. :)
Ja, dat verhaal vind ik nog altijd een van mijn beste. Ik werd zelfs ook ontroerd bij het eind...
Het is gelukt en ik kruip zo nog even onder de poort door om een bezoekje te brengen aan een van deze waardevolle kunstwerken. Ik zal niets aanraken. ;)
Ik moet bekennen dat het mij bijna verleidde om ook een rondleiding aan te bieden door het Nonniemuseum. Bijna.
Want als het betekent dat je jouw topstukken niet bekend gaat maken, dan gaat de gids niet alleen zijn rechterwenkbrauw gaat optrekken, maar ook de linker....
Interessant. Ik ben er niet vies van om hier en daar een wenkbrauw te laten flipperen.
Maar ik moet zeggen: de verleiding is groot. Heel groot.
Ook ik zet je even bij de favo's
Slimme keus, want zo heb je meteen acht artikelen in één keer. :)