“Luister eens,” zegt de man, “we moeten toch echt een manier vinden om orde in ons leven te brengen.
Deze maand zijn we wéér niet met ons huishoudgeld uitgekomen. Sterker nog, we hebben zelfs honderd euro teveel uitgegeven! Op de een of andere manier doen we toch iets verkeerd.”
De jonge vrouw antwoord niet. Haar sensuele mond staat een beetje open, ze glimlacht.
“Zeg, luister je eigenlijk wel?”, vraagt de man wat wrevelig.
“Luister, als we nou in het vervolg maar één keer per week vlees eten, besparen we ongeveer vijftig euro per maand. We kunnen toch nog wel wat besparen op het eten, toch?”
“Wat mooi”, zegt de vrouw ineens.
“Wat?” vraagt de man.
“Nou, die prachtige wolken”, zegt ze zacht.
“Kijk niet naar de wolken maar naar de hoge uitgaven waar we wat aan moeten doen”, zegt hij mopperend.
“Zie je dat, die wolkenpartij lijkt op een schip met spierwitte zeilen”, zegt ze fluisterend.
De man kijkt ongeïnteresseerd omhoog en mompelt, “Nee, ik zie alleen maar een wolk met gaten!”
Hij kijkt naar haar, schraapt zijn keel. “Misschien wonen we wel te duur, we moeten een goedkopere woning gaan zoeken.”
De vrouw ligt nog steeds met haar hoofd in het gras, haar ogen lachen. “Gut, nu lijkt die wolk ineens op een grote beer, een rennende beer.”
Hij schudt mistroostig zijn hoofd. “Liefje, ik denk over ons moeilijke leven na en jij ziet beren in de lucht. Rennende beren nog wel, en je laat mij alleen tobben met al mijn zorgen.”
De vrouw richt zich op. Ze kijkt belangstellend naar de bootjes op het meer, ze hoort zachte muziek haar kant opwaaien. Hij haalt zuchtend zijn afgezakte schouders op en zegt, “Driehonderd euro meer en alles zal er voor ons beter uitzien, zonder geld kun je toch niet van het leven genieten?”
Zij glimlacht, de zon brand op haar mooie gezicht, haar lippen zijn zacht en prachtig rood.
Ze kijkt hem aan en zegt, “De beer is veranderd in twee honden, zie je dat?”
“De honden zijn niet in de lucht, het zijn zelfs geen honden maar nog steeds beren, beren op de grond! We worden opgejaagd door beren en mogen van geluk spreken dat we er goed vanaf komen”, roept hij vol wanhoop. De vrouw zegt helemaal niets, hij kijkt afwachtend naar haar, haar borsten vol en rond.
“Er is zo niets moois aan dit leven, zegt hij. ”Daar kun jij ook niets aan veranderen met je kamelen en beren in de lucht.” Zij heft haar armen op en legt ze liefdevol om de nek van haar man en trekt hem langzaam naar zich toe. Hij komt dichter bij haar sensuele mond en vraagt verbaasd, “Wat doe je?”
Ze blijft in stilzwijgen, hij zegt ook niets meer en bedenkt ineens hoe ongelooflijk gelukkig en rijk hij eigenlijk wel is!
Reacties (13)