Public

Fytotherapie - het gebruik van planten om ziekten te genezen

Aicha1968 > Lichaam en gezondheid

Kruidengeneeskunde is in de meeste culturen een traditie en wordt de laatste jaren aangewend als 'alternatieve'of 'additieve' therapie.

Veel moderne geneesmiddelen bevatten de plantaardige stoffen die ook de kruidendokters gebruiken. Kruidengeneeskundigen gebruiken het liefst de hele plant met het argument dat de werkzaamheid groter is bij gebruik van alle verschillende ingrediënten die de plant bevat.

De mens heeft altijd planten gebruikt als geneesmiddel en de gegeven over het gebruik en de helende werking opgetekend in herbaria (kruidenboeken).

Het eerste boek dat bekend is, de Pen Tsao, werd ca 5000 jaar geleden door de Chinese keizer Chi'en Nung geschreven. Het bevatte beschrijvingen van het medicinale gebruik van meer dan 300 planten. Hoewel de tekst verloren gegaan is, kennen we het werk door referenties eraan in andere geschriften.

In ca. 2000 v. Chr. gebruikten de oude Egyptenaren kruiden in hun geneesmiddelen en ook in cosmetica en balsemolie. Er bestaan kleitabletten uit Babylonië met beschrijvingen van honderden plantennamen en de plantendelen die werden gebruikt.

 

 

De farmacologische kennis van de Grieken en de Romeinen kennen we uit talrijke werken, zoals Corpus Hippocraticum van de beroemde arts Hippocrates uit de 5de eeuw v.Chr. en de geneesmiddelenleer van Dioscoride, De Materia Medica uit ca. 100n. Chr. En het 37 delen tellende Naturalis Historia van Plinius de Oudere uit dezelfde periode.

 

Verschillende scholen

In de Middeleeuwen waren er in Europa twee richtingen in de kruidengeneeskunde. Eén was gebaseerd op het aloude volksgeloof dat bepaalde plantendelen bij bepaalde lichaamsdelen hoorden, omdat ze erop leken. Zo heeft longskruid longvormige bladeren en werd gebruikt tegen hoest. Dit is 'de leer van de tekens'.

 De andere school was gestoeld op wetenschappelijke experimenten en de eerste experimenten werden gedaan door de monniken die in de kloostertuinen werkten. In de 13de eeuw was Londen een belangrijk centrum voor de handel in kruiden en specerijen en er was een bloeiende handel in al dan niet werkzame geneeskruiden. Planten die men medicinale eigenschappen toekende werden enkelvoudige middelen genoemd., combinaties van twee of meer planten noemde men medicamenten . In de 16de en 17de bloeide de kruidengeneeskunde en in die tijd ontstonden de eerste botanische tuinen, waarin vrijwel alleen geneeskrachtige planten werden gekweekt, waar onderzoek werd verricht en studenten werden opgeleid. De eerste werd aan gelegd in Pisa in 1543, de volgende in Padua in 1545. Vervolgens werden ze overal in Europa aangelegd, in Leiden in 1587, in Kopenhagen in 1600, in Londen in 1606, Parijs in 1635, in Berlijn in 1679, Tokio in 1684 en in Calcutta in 1787.

De kennis van de planten werd in de tweede helft van de 18de eeuw  uitgebreid door het werk van twee grote Zweedse wetenschappers, de plantkundige Carl Linnaeus (1707-78) en de scheikundige Carl Wilhelm Scheele (1742-86). In 1753 introduceerde Linnaeus een nieuw systeem van plantennomenclatuur. Daarmee kon men planten nauwkeurig determineren en lag de weg open voor het samenstellen van farmacopees, officiële boekwerken waarin de geneesmiddelen staan vermeld met een uitgebreide beschrijving van hun samenstelling en bereiding.

Plantaardige medicijnen

In de moderne geneeskunde is ongeveer een kwart van de middelen die door artsen worden voorgeschreven van plantaardig oorsprong. De bekendste middelen zijn:

Kinine dat wordt gewonnen uit de bast van de cinchonaboom, is een kleurloos, reukloos en erg bitter alkaloïde dat gebruikt wordt tegen malaria en bij koorts. Het sap van de dodelijke nachtschade (Atropa belladonna) bevat atropine, dat zeer giftig is, maar in de moderne geneeskunde wordt gebruikt  als mydriaticum (pupil verwijdend middel). Honderd jaar geleden toen verwijde pupillen een schoonheidsideaal waren, werd belladonna door vrouwen gebruikt in zorgvuldig gedoseerde hoeveelheden voor uiteenlopende cosmetische doeleinden.

 Dioscorea, een soort zoete aardappel (yam) levert diosgenine dat gebruikt wordt bij de bereiding van steroïden, zoals de ontstekingsremmende cortisonen. Steroïden zijn veel gemakkelijker en goedkoper te bereiden uit planten dan uit dierlijik weefsel. Moederkoren, een schimmel die grassen aantast, met name rogge, levert stoffen die worden gebruikt tegen bloedingen rijdens de zwangerschap en tegen migraïne. Vingerhoedskruid (Digitalis) is de bron van een van de standaardmiddelen bij de behandeling van hartklachten. 

 Witte papaver die veel voorkomt in graanvelden, bevat opium een narcoticum of verdovend middel, waarvan men morfine maakt. De planten familie Scopolia levert scopolamine,een hypnoticum dat gebruikt wordt om de narcose in te leiden en als krampwerend middel bij maag/darmklachten. Slangenwortel (Rauwolfia serpentina) behoort tot de familie van de Apocynaceae en werd in India al eeuwen gebruikt tegen slapeloosheid en als kalmerend middel tegen slangenbeten.                                                                                                                                                                                               

Reserpine, het werkzame bestanddeel wordt sinds 1949 in de westerse geneeskunde gebruikt bij verhoogde bloeddruk en als kalmerend middel. Uit de schors van Strychnos toxifera wordt curare gewonnen. Deze giftige stof wordt door de indianen in Zuid-Amerika gebruikt om de pijlen waarmee ze jagen in te smeren om de prooi te verdoven en in de moderne geneeskunde worden ze gebruikt als spierverslappend middel bij operaties.

Kruidengeneeskunde nu

Moderne kruidendokters gebruiken meestal niet alleen extracten, maar ook de hele plant bij hun behandeling. Veel plantaardige geneesmiddelen zijn algemeen bekend en overal verkrijgbaar. Zo helpt het kauwen van kruidnagels tegen kiespijn en fijngewreven zuring (Rumex) tegen huidirritatie door brandnetels. Veel andere planten hebben volgens de kruidengeneeskundigen hun geneeskrachtige werking vooral bij inwendig gebruik, zoals (Echinea echinacea) voor wondheling, de zaden van de teunisbloem (Oenothera) tegen eczeem. reuma en hartziekten, knoflook bij verhoogd cholesterolgehalte, verhoogde bloeddruk en mild antibioticum, valeriaanwortel (Valerianum officinalis) als rustgevend middel en bij nervositeit en slapeloosheid en moederkruid (Chrysanthemum parthenium) waarvan dagelijks een paar blaadjes helpen tegen migraine. 

                 
Valeriaanwortel Moederkruid

 

Dit zijn slechts een paar eenvoudige voorbeelden. Kruidendokters kunnen ook verschillende soorten thee voorschrijven, getrokken van bloemen of bladeren in kokend water. Zo is het heel bekend dat muntthee kan helpen bij indigestie en darmklachten. Kamillethee is goed voor de maag en helpt tegen menstruatiepijn en zweertjes in de mond. Kruidenaftreksels kunnen ook worden toegepast in omslagen.

               

28/09/2012 12:11

Reacties (6) 

Voordat je kunt reageren moet je aangemeld zijn. Login of maak een gratis account aan.
03/07/2012 10:06
Weet wat geleerd, informatief artikel. Duim!
03/07/2012 10:06
goede info, mooi artikel!
03/07/2012 10:06
dat is er eentje om op te slaan! Heel goed artikel!
Belgische duim
03/07/2012 10:06
heel erg interessant en goed beschreven !
03/07/2012 10:06
Een mooi artikel
03/07/2012 10:06
Prachtig artikel....dadelijk opgeslagen....Duim!