Het eilandenrijk Denemarken bestaat uit ruim 400 eilanden waarvan in dit artikel Laeso uitgebreid wordt toegelicht en de eilanden Funen Langeland Seeland en Bornholm beknopt.
Denemarken wat met een oppervlakte van ruim 43.000 kilometer is gelegen tussen de Noordzee en de Oostzee telt meer dan 400 eilanden. Tot Denemarken behoren eveneens de Faeröer eilanden en Groenland, zij hebben een grote mate van zelfstandigheid. De hoofdstad van Denemarken is Kopenhagen. Denemarken is een constitutionele parlementaire monarchie, net als Nederland, sinds 1953. De belangrijkste takken van de Denemarkse economie zijn de levensmiddelen-, de metaal-, de textiel-, en de machinebouwindustrie. Maar 5 procent van de werkende bevolking doet dit in de landbouw. In Denemarken heerst een zeeklimaat.
Men kan het eiland Laeso bereiken per veerboot vanuit Frederikshaven, de overtocht duurt ongeveer 80 minuten. Laeso heeft een afwisselend landschap waar het heerlijk genieten is voor rustzoekers. Een paar bijzonderheden van het eiland zijn de zoutwinning, de vangst van heerlijke langoustines en het maken van bijzondere honing. Natuurlijk zijn er ook nog andere uitstapjes te maken.
Zout speelt al eeuwenlang een belangrijke rol voor de Deense bevolking wat een echt vissersvolk is en zout gebruikt voor het conserveren van vis en visproducten. De zoutwinning is de oudste industrie van Denemarken. Men wint het zout hier niet door verdamping van zeewater door de zon in zoutpannen maar hier stookt men een vuur onder ijzeren bakken en wint zo het zout. Voor het gebruiken van de zon als hulpmiddel is het hier te noordelijk. Voor het stoken van vuur onder de ijzeren bakken gebruikte men zoveel hout dat deze manier van zoutzieden een poos werd verboden omdat het eiland ontbost zou raken. Sinds 1991 is het weer toegestaan om op deze manier zout te winnen.
De zoutwinning op Laeso vindt plaats in zogenaamde zouthutten die gemaakt zijn van houten palen en wilgentenen. De eerste fase in het proces van zoutwinning is het zieden van pekelwater. Zieden houdt in dat het water net niet kookt. Na 5 uur stelt men de temperatuur terug van 85 naar 60 graden. De zoutkristallen gaan zich nu afzetten op de bodem. Het oogsten van het zout gebeurt een etmaal later in de vroege morgen. Men verzamelt het zout in manden van wilgenteen zodat het pekelwater weg kan lopen en de zoutkristallen in de mand achterblijven.
Het zout van Laeso is van hoge kwaliteit en wordt verpakt in houten kuipjes of linnen zakjes en verkocht aan delicatessenwinkels of restaurants. Een bijzonderheid is de fleur-de-sel wat men in het Deens jom fru salt noemt. Fleur-de-sel kan ontstaan als men net nieuw water in de ijzeren bakken heeft gedaan, dan vormen zich soms aan de oppervlakte piramidevormige zoutkristallen die een lust zijn voor de echte zoutliefhebber. Men eet deze bijvoorbeeld op een heerlijk vers broodje met roomboter.
Langoustinen voelen zich op hun gemak in de slikbodems in de omgeving van Laeso, al vind men ze voor de hele Europese kust. De langoustinen leven op een diepte tussen de 50 en 300 meter in onderaardse gangen die ze in de zeebodem hebben gegraven. Overdag houden ze zich schuil maar wanneer het avond wordt gaan ze op jacht naar voedsel. Langoustinen eten kleine visjes en wurmen. Om op een diervriendelijke manier te vissen kan men beter kooien gebruiken dan sleepnetten. Op het eiland Laeso kan men heerlijk verse langoustinen eten. Bij verse langoustinen glimt het pantser en glanzen de zwarte oogjes.
Op Laeso treffen we een groot aantal bijenkolonies aan van de bruine bij. Van April tot Oktober vliegen de bijen van bloem naar bloem. Aan het eind van de zomer eens per jaar wordt er geslingerd, met als resultaat een erg lekkere, zuivere bloemige honing. Dan gaat de bij in een lange winterslaap van eind Oktober tot eind Maart. De bruine bij heeft geen agressieve aard.
Funen is het grootste eiland van Denemarken en heeft een prachtige natuur met bossen, glooiende heuvels en mooie kastelen. Uitstapjes te maken op Funen:
Op het eiland Seeland wonen plusminus 40 procent van alle Denen. Het eiland is erg groen, heeft leuke badplaatsen, mooie steden zoals Kopenhagen, Frederiksborg en Hillerod en mooie kastelen.
Ook op Bornholm is het heerlijk vertoeven, het eiland heeft een mild klimaat en de meeste zonuren van Denemarken. Door het milde klimaat komen hier bijzondere wilde planten en bloemen voor. Het eiland kenmerkt zich verder door: bossen, meren, heuvels, rotsen, rotskloven, mooie stranden en charmante stadjes. Men kan hier heerlijk fietsen en wandelen.
Bron eigen website : http://vakantie2014.com/eilandenrijk-denemarken/
Reacties (1)