Een artikel over depressie en over hoe de kleine dingen, in dit geval een frietje, het leven zinvol maken.
Ik ben denk ik wel depressief geweest. Tenminste als ik terugkijk op een periode dat ik erg ongelukkig was, geen zin zag in het leven, geen nut, geen doel. Me soms voelde als een groot, kil blok ijs zonder enig gevoel, en op andere momenten dreigde te verzuipen in verdriet. Ik herinner me op een kruispunt te hebben gestaan in Leiden, waar het Rapenburg en de Breestraat samenkomen, en me afgevraagd te hebben waarom ik niet door zou lopen toen de bus aankwam. Er was een antwoord op die vraag, gelukkig, anders had ik dit nu niet geschreven misschien. Twee zelfs. Het ene was dat ik te veel van mijn familie hield om ze dat aan te doen, onder die bus lopen. Het tweede was dat er toch altijd wel dingen waren waar ik lol in had en dat ik er ergens van overtuigd was dat de zon altijd weer opgaat, vroeg of laat.
Voor mensen die mij kennen, is het misschien gek om dit te lezen. Ik heb het destijds namelijk nooit verteld dat ik me zo voelde. Vertellen hoe ik me voelde was sowieso een vaardigheid die ik niet had. Dat zal ook wel een deel van het probleem geweest zijn.
Maar goed deze gevoelens waren er, verdwenen een tijdje naar de achtergrond, kwamen weer terug. Het werd in de loop der jaren minder heftig allemaal, dat verdriet sleet langzaam, ik leerde er een beetje over praten, het leven ging verder. Maar die zin van het leven, dat hogere doel, ik zag het nog altijd niet. Ik heb me suf gepiekerd waartoe ik op aarde was, wat mijn richting in het leven moest zijn, hoe ik een bijdrage kon leveren aan het grote geheel. Grote frustratie dat ik “het” niet kon vinden. Ik zocht ver weg, letterlijk ook nog, tot in Roemenië aan toe.
Eenmaal terug uit Roemenië, woonde ik in Gennep in het bos. Werkte met paarden zoals ik gewild had, knutselde wat sjamanistische voorwerpen. Ik had het niet onaardig, beleefde genoeg leuke dingen op zich, maar toch was daar weer die frustratie en het gevoel van leegte en zinloosheid, nergens zin in hebben.
Ik besloot er aan toe te geven: ik ben op de grond gaan liggen en besloot net zo lang te blijven liggen, tot ik weer ergens zin in kreeg. En daar lag ik dan, vol mokkende gedachten, ellendig, beetje boos op mezelf. Nergens zin in te hebben, niks te willen, geen zin te hebben in het leven. Ik weet niet meer hoe lang het duurde. Ik kreeg er genoeg van op een gegeven moment, maar bleef stug liggen. Toen kreeg ik trek in een frietje. Ik weet het nog heel goed, want het leven begon opnieuw op dat moment. Een frietje. Er was dus toch iets, waar ik zin in had, hoe klein ook.
Ik ben een frietje gaan halen. En na dat moment bleken er meer dingen te zijn, waar ik zin in had. Kleine dingen, haalbare dingen. De grote doelen en idealen heb ik maar gelaten voor wat ze zijn. Ik had ze eigenlijk niet nodig. “De Zin van Het Leven”, met hoofdletters? Heb ik nog altijd niet gevonden, weet niet of het wel bestaat. Maar dat is niet belangrijk meer. Mijn leven heeft zin, mijn leven is zijn eigen zin, omdat ik die kleine dingen doe waar ik zin in heb. Het hele leven kan draaien om een frietje.
Depressief ben ik niet meer geweest. Verdrietig, ja, somber, ook wel. Maar in het algemeen voel ik me vervuld en gelukkig. Gezegend met lieve mensen om me heen, een leuke baan, een paard, een mooie leefomgeving enzovoort. Een prachtige zoon die ligt te slapen in mijn armen terwijl ik dit typ. Hele grote doelen of idealen heb ik nog steeds niet. Wensen wel, er blijft altijd wel iets te wensen over. Een trektocht met mijn paard maken zou ik nog graag doen, op een boerderijtje wonen. Maar heel belangrijk is dat niet. Belangrijk is dat ik wilde schrijven, dit stukje, deze woorden, en dat ik dat heb gedaan.
oorspronkelijk gepubliceerd op www.sjamanistisch.weblog.nl, janari 2012.
Reacties (6)
voor mij is een frietje met stoverij iets dat me helemaal blij kan maken.
dikke duim