Public

Personenbelasting inleidende begrippen

Taibo > Xead - Kennis & Educatie

weet u soms ook niet wat sommige begrippen betekenen in verband met de personenbelasting? wel hier zijn een aantal termen.

Begrippen personenbelasting
Inleidende begrippen
Rijksinwoners:
De natuurlijke personen die in belgie hun woonplaats of de zetel van fortuin hebben gevestigd + de Belgische diplomatieke ambtenaren en consulaire beroepsambtenaren die in het buitenland zijn geaccrediteerd en hun familie. Ook Belgische diplomaten in het buitenland. En alle andere ambtenaren,vertegenwoordigers en afgevaardigden van de Belgische staat.
Fiscale woonplaats:
Is de feitelijke woonplaats die noodzakelijk gekenmerkt wordt door een bepaalde bestendigheid of continuïteit. => de woning waar de belastingplichtige met zijn gezin werkelijk is gevestigd.
Zetel van fortuin:
De plaats van waaruit de belastingplichtige zijn vermogen beheert. Die plaats komt niet noodzakelijk overeen met de plaats waar de goederen gelegen zijn.
Belastbaar tijdperk:
Het jaar (of gedeelte ervan) waarin de belastingplichtige belastbare inkomsten heeft verkregen of behaald. In de personenbelasting valt het belastbaar tijdperk in beginsel altijd samen met een kalenderjaar.
Aanslagjaar:
Het jaar waarvoor die inkomsten aangeslagen of belast worden. In de personenbelasting is het aanslagjaar in beginsel altijd het jaar dat volgt op het belastbaar tijdperk.
Volledig decumul:
Vanaf 2005 ingevoerd, alle belastbare inkomsten van echtgenoten en wettelijk samenwonende volledig gedecumuleerd vastgesteld en belast. Door de integrale decumul wordt het individu getaxeerd op zijn eigen inkomsten en wordt niet langer het gezin belast. Per partner zal een gesplitste belastbare grondslag worden bepaald.
Basisbelasting:
De belasting die volgt uit de loutere toepassing van het belastingtarief, voor aftrek van de belasting op de belastingvrije som en voor de toepassing van enige belastingvermindering of vermeerdering of verhoging.
Om te slane belasting:
Krijgen we door het verschil te maken tussen de basisbelasting en de belasting op de belastingvrije som; vervolgens door dat verschil te verminderen met de eventuele verminderingen.
Verminderde basisbelasting:
De verminderde basisbelasting wordt verkregen door de om te slane belasting te verminderen met de verminderingen voor pensioenen en vervanginkomsten en de vermindering voor overuren.
Progressieve belasting:
De personenbelasting is een progressieve belasting. Dit wil zeggen dat het tarief van de belasting stijgt naarmate het inkomen groter wordt. (trapsgewijs)
vakII
bestaansmiddelen:
 
alle belastbare en niet-belastbare inkomsten met uitzondering van:
- wettelijke kinderbijslagen
- studiebeurzen
- premies voorhuwelijkssparen
- tegemoetkomingen voor mindervaliden
- …
belastingskrediet voor kinderlast
 
soms (vooral bij lage inkomens) kan de belastingvrije som (het basisbedrag en de verschillende toeslagen) hoger zijn dat het gezamenlijk belastbaar inkomen, waardoor de belastingplichtige niet ten volle  van het belastingvoordeel van de belastingvrije sommen kan genieten. Om dat te verhelpen, wordt het gedeelte van de belastingvrije som dat niet kan worden aangerekend op het belastbaar inkomen, omgezet in een belastingkrediet, maar slechts in de mate dat dit gedeelte betrekking heeft op: de toeslag op de belastingvrije som voor kinderen ten laste en voor kinderen die jonger zijn dan 3jaar en voor wie geen uitgaven voor kinderoppas zijn afgetrokken.
het belastingskrediet mag echter niet meer dan 390 euro bedragen per kind ten laste, en wordt pas uitgekeerd vanaf 2.50euro.
kadastraal inkomen:
er wordt een KI vastgesteld voor alle in belgie gelegen gebouwde (gebouwen, woningen,fabriekspand …) en ongebouwde onroerende goederen (gronder, bossen, wegen,vijvers …) als ook voor het materieel en de outillage die onroerend zijn van nature (toestellen,machines of installaties die in de grond of in een gebouw geïncorporeerd zijn of die minstens duurzaam met de grond verbonden zijn, zoals benzinepompen en silo’s) of door bestemming.
Het kadastraal inkomen van gebouwde en ongebouwde onroerende goederen is het normale gemiddelde jaarlijkse netto-inkomen dat door de administratie van het kadaster wordt vastgesteld op basis van de normale nettohuurwaarde op een bepaald referentietijdstip.
Normaal gebeurt de perequatie (algemene herziening van de kadastrale inkomens) om de tien jaar, maar degne die voorzien was voor 1992 blijft uit. Daarom worden de kadastrale inkomens vanaf inkomstenjaar 1991 jaarlijks geïndexeerd. Voor het inkomstenjaar 2010 bedraagt het indexcijfer 1,5461. Het geïndexeerde KI wordt steeds afgerond op de dichtstbijzijnde euro. voor het jaar  2011 bedraagt het indexcijfer 1,6790 (indexatiecoefficient)
Woningaftrek:
De belastingplichtige die geen gebruik kan maken van de vrijstelling van aangifte van het KI van de eigen woning heeft recht op een forfaitaire aftrek voor de eigen woning, ook wel woningaftrek genoemd.  Dit wordt automatisch door belastingcomputer gedaan. De woningaftrek kan nooit meer bedragen dan het geïndexeerde KI van de woning.
Vak IV
Bezoldigingen:
Bezoldigingen van werknemers zijn alle beloningen die voor de werknemer de opbrengst zijn van arbeid in dienst van een werkgever en dat ongeacht: de wijze van toekenning (in natura of geld), de benaming, de wijze van berekening ( per uur, per prestatie,…)
Belastbare bestanddelen:
In beginsel valt iedere vergoeding die de werkgever aan de werknemer uitbetaalt voor zijn uitgeoefende arbeidsprestaties onder de noemer ‘eigenlijke bezoldiging’.
-          Periodiek ontvangen wedden en lonen
-          Bezoldigingen die uit fooien bestaan
-          Het gewaarborgde week of maandloon dat werkgever verplicht is te betalen tijdens arbeidsongeschiktheid
-          Het jaarlijks vakantiegeld
-          Commissielonen, premies, dertiende maand, eindejaarspremie …
Voordelen van alle aard:
Een voordeel van alle aard maakt altijd deel uit van de belastbare bezoldiging van de genieter, op voorwaarde dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen het verkregen voordeel en de uitgeoefende beroepswerkzaamheid. Vb:
-          Verzekeringspremies die een werkgever definitief gestort heeft tot het uitsluitend individuele voordeel van de werknemer
-          Een huwelijkspremie toegekend in geld  ( meer dan 200euro)
-          Ancienniteitspremie  voorwaarden;
Maximaal 2x tijdens loopbaan van een werknemer bij een werkgever 1ste x na 25jaar dienst en bedraagt maximum 1 brutoloon 2e x n a 35 jaar en bedraagt maximun 2x brutoloon Vervroegd vakantiegeld:
Het gaat hier vooral om het vakantiegeld dat een werkgever vervroegd uitbetaalt aan een bediende die de onderneming definitief verlaat ( bij ontslag, opzegging, pensionering of brugpensionering), en dat normaal slechts het volgende jaar moest worden uitbetaald.
Eigenlijke opzeggingsvergoeding
Het gaat hier meestal om de vergoedingen die een werkgever uitbetaalt bij ontslag of afdanking van een werknemer. Zulke vergoedingen worden soms ook in de vorm van vertrekpremies, scheidingpremies, gouden handdruk … uitbetaald.
Werkelijke beroepskosten:
Als de werknemer zijn werkelijke beroepskosten in aftrek wil brengen, moet hij bij zijn aangifteformulier een bijlage voegen waarin hij de beroepskosten specificeert.
Hierbij moet hij aantonen dat hij die kosten gedaan heeft om beroepsinkomsten te verkrijgen of te behouden. Bovendien moet hij het bedrag en de echtheid van zijn kosten aantonen. Alle bewijsmiddelen van het gemeen recht zijn hierbij toegelaten, met uitzondering van de eed.
Dat de kosten verband moeten hebben met de uitgeoefende beroepsactiviteit betekent dat hij geen privékosten mag aftrekken en dat gemengde kosten gesplitst moeten worden. Alleen de kosten die rechtstreeks betrekking hebben op het beroepsgedeelte mogen worden afgetrokken als beroepskosten. Als een loontrekker een gedeelte van zijn woning heeft ingericht als bureau, moet hij bijgevolg zijn huurkosten, kosten voor verwarming, elektriciteit, telefoon … uitsplitsen.
Kosten waarvan wel de echtheid, maar niet het bedrak kan worden bewezen mogen in overleg met de belastingadministratie worden vastgelegd in een individueel akkoord.
Belangrijkste aftrekbare beroepskosten:
-          Kosten voor het woon-werkverkeer
-          Kosten voor beroepsverplaatsingen, andere dan het woon-werkverkeer
-          Kosten van een bureau
-          Kosten voor bureaubenodigdheden en vakliteratuur
-          Studiekosten
Forfaitaire beroepskosten:
Gewoon kostenforfait
 
Als de werknemer zijn werkelijke kosten niet kan of niet wil bewijzen ( omdat hij er bijvoorbeeld te weinig heeft), heeft hij in ieder geval recht op een kostenforfait. Dat kostenforfait moet door de belastingplichtige nog zelf ingevuld, nog zelf uitgerekend worden.
het wettelijk kostenforfait wordt berekend op het totaal van:
-          De bezoldigingen
-          Aandelenopties
-          Vervroegde vakantiegeld
-          Achterstallige bezoldigingen
-          Opzeggingsvergoeding
-          …
Bij gehuwden of wettelijk samenwonenden hebben beide echtgenoten elk afzonderlijk recht op het wettelijk forfait.
Huwelijksquotiënt
Slechts een van beide echtgenoten heeft beroepsinkomsten
Als slechts een van beide echtgenoten gezamenlijke belastbare beroepsinkomsten heeft, wordt een gedeelte daarvan toegekend aan de andere echtgenoot. Dat toegerekende gedeelte heet het huwelijksquotiënt. Concreet wil dit zeggen dat een gedeelte van de gezamenlijke belastbare nettoberoepsinkomsten ( na aftrek van de beroepskosten) naar de andere echtgenoot wordt overgeheveld. Merk op dat er geen huwelijksquotient kan worden toegepast op de afzonderlijk belastbare beroepsinkomsten.
Er kan maximaal 30% van de nettoberoepsinkomsten van de ene echtgenoot naar de andere worden overgeheveld.  Het overgehevelde gedeelte mag niet meer dan 9280 euro bedragen(niet geïndexeerd bedrag 6700)
Beide echtgenoten hebben beroepsinkomen
Er kan ook een huwelijksquotiënt worden toegekend. Dat is mogelijk wanneer het gezamenlijk belastbare nettoberoepsinkomen van een van de echtgenoten minder bedraagt dan 30% van de samengevoegde gezamenlijke belastbare beroepsinkomsten van beide echtgenoten ( en alleszins minder dan 9280 euro) als dat het geval is, wordt het laagste beroepsinkomen aangevuld met een huwelijksquotiënt zodanig dat de 30% grens bereikt is, met een maximum van 9280 euro.
Inhoudingen voor aanvullend pension:
Gewone bijdragen:
 
Het gaat hier om de op de bezoldigingen ingehouden en door de werkgever gestorte;
- persoonlijke bijdragen voor aanvullende verzekering tegen ouderdom en vrijgtijdige dood met het ook op het vestigen van een kapitaal of rente bij leven of bij overlijden ( groepsverzekeringspremies)
- persoonlijke bijdragen en premies voor de vorming van een aanvullend pensioen.
Bijdragen en premies voor individuele voorzetting:
 
Hier betreft het de op de bezoldigingen ingehouden en door de werkgever betaalde persoonlijke bijdragen en premies die betrekking hebben op de individuele voortzetting van een pensioentoezegging  voor de vorming van een aanvullend pensioen betreffende de aanvullende pensioenen. De premies en bijdragen mogen niet meer bedragen dan 2080,00 euro
deze bijdragen geven recht op een belastingsvermindering in het kader van het langetermijnsparen ( tussen 30 en 40%)
Bedrijfsvoorheffing:
 
Op de meeste beroepsinkomsten moet door de uitkerende werkgever of instelling bedrijfsvoorheffing worden ingehouden. Dat vormt een soort voorschot op de uiteindelijk verschuldigde personenbelasting. De BV is op de verschillende loonfiches terug te vinden onder de code 286. Het bedrag ervan zal verrekend worden met de principieel verschuldigde belastingen.
arbeiders moeten erop letten om ook de bedrijfsvoorheffing aan te geven die afgehouden is op hun vakantiegeld door de rijksdienst voor jaarlijkse vakantie of een speciale vakantiekas.
Vak VII
Onderhoudsuitkeringen:
80% van de onderhoudsgelden die een belastingsplichtige betaalt aan een persoon die geen deel uitmaakt van het gezin, op grond van een wettelijke verplichting, opgelegd door het burgerlijk wetboot, het gerechtelijk wetboek of de wet van 23 november 1998 tot invoering van de wettelijke samenwoning, is aftrekbaar van het totale netto-inkomen.
Giften:
Giften van minstens 30 euro gedaan aan een erkende instelling zijn aftrekbaar van het totale netto-inkomen van het jaar waarin ze zijn betaald.
 
Onverenigbaarheid van kosten voor kinderopvang
De aftrek van de kosten voor kinderopvang kan niet gecumuleerd worden met de verhoging van de belastingvrije som voor kinderen jonger dan drie jaar voor wie geen kosten van kinderopvang worden afgetrokken. Deze onverenigbaarheid moet echter beoordeeld worden per kind. Bij fiscaal co-ouderschap moet de keuze per co-ouder en per kind gemaakt worden.
Vak VIII
Europese economische ruimte:
Hiertoe behoren alle lidstaten van de europese unie ( belgie, Bulgarije, cyprus, denemarken, Duitsland,estland,finland,Fran​krijk,Griekenland, Hongarije, ierland, italie letland,litouwen,Luxemburg,mal​ta,Nederland,oostenrijk,polen,​portugal,roemenie,slovenie,slo​vakije, spanje, de tjechische republiek, het verenigd koninkrijk en zweden) alsook Ijsland, Liechtenstein en Noorwegen.
De verbeterde gemiddelde aanslagvoet:
De belastingsvermindering langetermijnsparen wordt berekend door op de kapitaalaflossingen die in aanmerking komen voor het langetermijnsparen een verbeterde gemiddelde aanslagvoet toe te passen. Dat is de gemiddelde aanslagvoet voor het geheel van de gezamenlijke belastbare inkomsten, maar zonder rekening te houden met de verhogingen van de belastingvrije som. De verbeterde gemiddelde aanslagvoet wordt uitgedrukt in een percentage en wordt afgekapt ( niet afgerond) na de eerste decimaal. Indien dit percentage lager is dan 30% wordt het opgetrokken tot 30%. Is het percentage hoger dan 40% dan wordt het teruggebracht tot 40% bij gehuwden/wettelijk samenwonenden wordt de aanslagvoet afzonderlijk voor elke echtgenoot vastgesteld.
De verhoogde belastingvermindering bouwsparen daarentegen wordt berekend tegen de marginale aanslagvoet. Dit is het hoogste belastingtarief waaraan de belastingplichte onderworpen is. De marginale aanslagvoet waartegen de verhoogdde belastingvermindering wordt berekend bedraagt minimaal 30%
Vak IX
Pensioensparen:
De bedragen die een belastingplichtige stort in het kader van pensioensparen geven recht op de gewone belastingvermindering langetermijnsparen. Men kan aan pensioensparen doen via een collectieve of een individuele spaarrekening die men bij een financiële instelling opent of via een spaarverzekering die men aangaat bij een verzekeringsmaatschappij. 3mogelijkheden:
-          Collectieve spaarrekening
-          Individuele spaarrekening
-          Spaarverzekering
Aandelen van de vennootschap-wergeefster:
Wanneer een belastingplichtige nieuwe aandelen aanschaft van een vennootschap waarvan hij gewone werknemer is ( niet als bedrijfsleider) dan komt deze aanschaffingsprijs onder bepaalde voorwaarden in aanmerking voor de gewone belastingvermindering langetermijnsparen. (max 690€)
Uitgaven betaald aan een plaatselijk werkgelegenheidsagentschap (pwa)
Een belastingplichtige kan een beroep doen op het PWA-systeem voor volgende activiteiten
-          Huishoudelijke hulp
-          Hulp voor de bewaking of begeleiding van zieken of kinderen
-          Hulp voor het verrichten van administratieve hulp
-          Hulp voor klein tuinonderhoud
Wanneer een belastingsplichtige een beroep doet op een werkloze in het kader van PWA’s  moet hij daarvoor PWA-cheques aankopen. De aanschaffingsprijs van deze cheques geeft, onder welpbepaalde voorwaarden, recht op de verbeterde gemiddelde aanslagvoet, met een minimum van 30% en een absoluut maximum van 40%
Dienstencheques
 
Alle particulieren (natuurlijke personen) kunnen een beroep doen op dienstencheques voor:
- hulp in het huishouden (schoonmaken,… => dagelijkse behoeften)
- hulp buiten het huis( boodschappen doen, strijken, hulp van vervoer aan personen,…)
uitgesloten zijn dus: reparatie van een gootsteen, levering van warme maaltijden of meubelen, schilder of behangwerk, tuinonderhoud.
Als een belastingsplichtige een beroep doet op dienstencheques voor welbepaalde werken, kan hij, onder bepaalde voorwaarden, recht hebben op een belastingsvermindering. Maar voor wie weinig of geen belasting betaalt leidt een dergelijke vermindering niet tot een effectief voordeel. Daarom is sinds 2009 een mechanisme ingebouwd dat de ‘niet-genoten’ vermindering voor dienstencheques omzet in een terugbetaalbaar belastingkrediet.
( er kan geen belastingsvermindering genoten worden van de 105 gratis zwangerschapcheques)
Er is een plafond van 2510 eur en dit geldt per echtgenoot en NIET per gezin. Sinds 2005 is de belastingsvermindering voor uitgaven gedaan voor prestaties betaald  met dienstencheques gelijk aan 30% op de uitgaven.
Winwinleningen
Sinds 1 september 2006 kunnen startende kmo’s in vlaanderen via de winwinlening rechtstreeks van particulieren een beperkt kapitaal krijgen. Strikt genomen is dit fiscale voordeel geen belastingsvermindering, maar een belastingkrediet omdat het terugbetaalbaar is. Bij een belastingvermindering kan er slechts een vermindering van belastingen toegekend worden tot op het niveau dat de belastingen volledig op nul gebracht zijn. Omdat men in het Vlaams Decreet de term belastingvermindering gebruikt heeft, wordt het fiscale voordeel opgenomen in het vak van de belastingverminderingen.
Uitgaven voor de vernieuwing van een woning gelegen in een zone voor positief grootstedelijk beleid:
Naast de bevriezing van het kadastraal inkomen voor een periode van 6 jaar van gerenoveerde woningen die gelegen zijn in een zogenaamde probleemwijk voorziet de fiscale wet ook nog in een belastingvermindering voor uitgaven die de belastingplichtige tijden het belastbaar tijdperk heeft betaald voor de vernieuwing van dergelijke woningen.
Vak XI
Voorafbetalingen:
In beginsel wordt de belasting betreffende de beroepsinkomsten van zelfstandigen, hun meewerkende echtgenoot en bedrijfsleiders met een bepaald percentage vermeerderd ( voor het aanslagjaar 2011 is dat gemiddeld 2.25%)  die vermeerdering kan evenwel worden vermeden door die belasting op welbepaalde tijdstippen vooraf te betalen. De andere belastingplichtigen (natuurlijke personen)  die, om welke reden dan ook, bij de regularisatie van hun fiscale toestand nog een supplement moeten betalen, kunnen een vermindering ( bonificatie) krijgen door dat supplement geheel of gedeeltelijk vooraf te betalen. Dat geldt ook voor de zelfstandigen, hun meewerkende echtgenoot en bedrijfsleiders, maar slechts met betrekking tot het gedeelte van de voorafbetalingen dat niet nodig is om de hierboven bedoelde vermeerdering te vermijden. De genoten bonificatie is niet belastbaar.
Natuurlijke personen die zich in 2008, 2009, 2010 voor de eerste maal hebben gevestigd in een zelfstandig hoofdberoep zijn geen vermeerdering verschuldigd over de belasting op de inkomsten die zij gedurende de EERSTE 3 JAREN van hun zelfstandige werkzaamheid verkrijgen. Voorafbetalingen gedaan door de op deze wijze vrijgestelde belastingplichtigen geven recht op belastingbonificaties voor zover voldaan is aan de andere toekenningsvoorwaarden voor deze bonificaties.
Vak XIV
Roerende inkomsten
5 categorieën van roerende inkomsten;
-          Dividenden
-          Intresten
-          Inkomsten van verhuring, verpachting, gebruik en concessie van roerende goederen
-          Inkomsten begrepen in lijfrenten die onder bezwarende titel zijn aangelegd ten laste van een rechtspersoon of een onderneming
-          Inkomsten uit de cessie of concessie van auteursrechten en naburige rechten alsook van de wettelijke en verplichte licenties

28/09/2012 12:11

Reacties (2) 

Voordat je kunt reageren moet je aangemeld zijn. Login of maak een gratis account aan.
03/07/2012 09:58
ik zal het proberen een beetje aangenamer maken om te lezen. het eerste deel is reeds aangepast
03/07/2012 09:58
Mijn God Taibo wat een verhaal zwaar lezen.

Pork geeft een DUIM.
FAN was hij al.

DRIMPELS.