Public

Psychologische stromingen. De clientgerichte benadering

Xeadnl > Xead - Kennis & Educatie

Binnen de psychologie bestaan er verschillende stromingen. Deze stromingen kennen verschillende benaderingen naar de persoon met een psychisch probleem. Geen van deze verschillende benaderingen is fout. De een werkt alleen beter bij de een dan bij de andere. hier de clientgerichte benadering.

Cliënt gerichte benadering:

Inleiding:

Cliëntgerichte therapeuten zijn optimisten. Zij gaan ervan uit dat elke mens een aangeboren kracht heeft om zichzelf te ontwikkelen in een richting die goed is voor hemzelf en anderen. Mensen willen zichzelf ontplooien.
De grondleggers van de cliëntgerichte benadering zijn de Amerikanen Abraham Maslow (1908-1970) en Carl Rogers (1902-1987). Vooral de ideeën van Rogers zijn uitgewerkt in een therapie. Lange tijd heette deze benadering dan ook ‘Rogeriaanse psychotherapie’. Tegenwoordig spreekt de beroepsvereniging van ‘cliëntgerichte psychotherapie’. Met ‘cliëntgericht’ wil men aangeven dat de unieke manier waarop de cliënt de dingen beleeft, centraal staat in de therapie en dat de cliënt de therapie stuurt.

Het ontstaan van de cliënt gerichte benadering:

Roger verhuisde op zijn 12e naar een boerderij. Hij raakte daar gebiologeerd door de natuurlijke groeikracht van de gewassen. Dit beeld paste hij later als psychotherapeut ook toe op zijn patiënten, die hij omdoopte tot cliënten omdat het woord patiënt te veel de nadruk op ziekte en beperking legt en te weinig op de beschikbare mogelijkheden. Rogers zag een mens met een probleem als iemand die (tijdelijk) is vastgelopen in zijn ontwikkeling. Als de omstandigheden de groei niet blokkeren, ontwikkelen mensen de mogelijkheden die ze in zich hebben.
Rogers volgde eerst een opleiding op het gebied van de landbouw. Later begon hij met een theologie studie, maar die maakte hij niet af. Hij ging psychologie studeren. Toen Rogers begon als (kinder) therapeut, waren de psychoanalytische benaderingen nog dominant. Rogers ontdekte dat een andere benadering ook effectief kan zijn. Hij merkte dat het aandachtig luisteren en samenvatten van het verhaal van cliënten, zonder verdere ingrepen door de therapeut, een positief effect hebben. Hij werkte deze benadering verder uit in een therapie die voornamelijk de subjectieve beleving van de cliënt in het hier en nu begripvol volgt, exploreert en accepteert. Hierbij wordt niet gezocht naar onbewuste conflicten en er hoeft ook niet te worden teruggegaan naar de kindertijd, hoewel dat wel kan als die in de bewuste beleving in het hier en nu nog speelt. Inmiddels is de cliëntgerichte benadering een belangrijke psychotherapiebenadering en zijn de ideeën van Rogers over de juiste therapeutische houding en geschikte gesprekstechnieken breed geaccepteerd binnen de hulpverlening.

Waar richt de cliëntgerichte benadering zich op:

3 punten zijn erg belangrijk binnen de cliëntgerichte benadering.

  1. 1. Onvoorwaardelijke acceptatie

  2. 2. Incongruentie ( vervreemd van anderen en van onszelf)

  3. 3. Positieve mogelijkheden

1 onvoorwaardelijke acceptatie:
Het ‘zelf’ heeft positieve onvoorwaardelijke acceptatie nodig om zich te kunnen ontwikkelen. het is niet nodig dat we altijd door iedereen onvoorwaardelijk geaccepteerd worden. Het is echter wel belangrijk dat je in de kindertijd ervaart dat je door je opvoeders geaccepteerd wordt als persoon, ook al wordt je gedrag niet altijd geaccepteerd. Vaak is de acceptatie van ouders en andere opvoeders echter niet onvoorwaardelijk. We merken dan dat we pas geaccepteerd worden als we bijvoorbeeld anderen plezieren of als we prestaties leveren. Bijvoorbeeld dat je, je als kind zijnde pas geaccepteerd voelt als je zorgt voor je broertje, rekening houdt met de behoeften van de moeder en goede prestaties levert op school.
Als er sprake is van ‘voorwaardelijke acceptatie’, zullen de meeste mensen zich naar deze voorwaarden gaan gedragen, omdat ze behoefte hebben aan liefde en waardering. Hierdoor, door over aangepast gedrag, kun je van jezelf vervreemden. Je ontwikkelt dan een ‘onechte ik’, en het ‘ware zelf’ raakt op de achtergrond. Je weet op een gegeven moment niet meer wat je echt denkt en voelt, en wat je denkt en voelt, omdat anderen dat van jezelf verwachten. Je ‘zelfbeeld’ wordt bepaald door de voorwaarden die de omgeving stelt en niet meer door je ‘ware zelf’.

2 incongruentie (vervreemd van anderen en van onszelf.)
Als we incongruent zijn en onszelf anders voordoen dan we ten diepste zijn, slaat dit het contact met anderen in de weg. Als we allerlei gevoelens niet toelaten, is het contact met anderen ook niet open en onbevangen. En doordat we ervaringen en feedback die ons zelfbeeld aantasten buiten moeten sluiten, zijn we vaak star in ons gedrag. Bovendien kan het buitensluiten van allerlei gevoelens leiden tot gevoelsarmoede in het algemeen. In feite is er bij incongruentie sprake van een communicatiestoornis in onszelf: gevoelens en gedachten die niet passen bij ons zelfbeeld, worden niet toegelaten. Er is een gebrekkige verbinding tussen ons ‘zelf’ en hoe we ons uitten: wat we doen, klopt niet met wie we eigenlijk zijn.
Als het ‘zelf’ en het iedeaal-ik uiteenlopen, kun je allerlei problemen tegenkomen, bijvoorbeeld een ‘willen-moeten-dilemma’. Wat je zelf wilt, staat dan op een gespannen voet met wat je moet vanuit je ideaal-ik (vanuit verwachtingen van anderen). Het wordt een innerlijk conflict: je wilt diep in jezelf, het ene, maar moet van jezelf het andere.

(Freud beschreef ook ‘willen-moeten-dilemma’s’, maar hij zag ze als een conflict tussen de behoeften uit het ‘es’ en de eisen vanuit de omgeving en vanuit het ‘superego’. Het ‘ego’ moest hierin bemiddelen. Het superego bevat een ideaal-ik waar het ego naar moet streven. Volgens de psycho analytische therapeuten zijn dit soort conflicten onvermijdelijk, volgens cliëntgerichte therapeuten hoeft dat niet zo te zijn. Volgens cliëntgerichte therapeuten hoeven ideaal-ik en ‘zelf’ niet perse in conflict met elkaar te zijn. Volgens hen kan een mens congruent zijn en in harmonie leven met zijn omgeving.)

3 positieve mogelijkheden
Rogers zag incongruentie als het centrale probleem bij alle vormen van gedragsproblemen en bij alle stoornissen. Iemand met een stoornis is volgens hem van zichzelf vervreemd en ontwikkelt zich daarom op een onevenwichtige manier. De schreefgroei kan qua uitingsvorm verschillen (verslaving, depressie, angsten, gedragsproblemen), maar steeds is het een uiting van een verstoorde ontwikkeling van het ‘zelf’. De therapie is erop gericht het ‘zelf’ en het ideaalbeeld dichterbij elkaar te brengen. Het gaat erom dat je je ‘zelf’ weer ontdekt en je weer doelen stelt die passen bij je ‘zelf’. Daarvoor moet je het gevoel hebben dat je geaccepteerd wordt, ook al wordt je gedag soms wel gecorrigeerd. Het corrigeren en begrenzen van gedrag, wat elke goede opvoeder doet, hoeft niet te leiden tot incongruentie als de opvoeder duidelijk laat merken dat het kind niet wordt afgewezen in zijn beleving, maar dat uitsluitend het gedrag bijgesteld moet worden. Om congruent te blijven of opnieuw congruent te worden, zijn 3 zaken nodig:

  • - Onvoorwaardelijke positieve acceptatie

  • - Een echt contact

  • - Echte empathie


Als we congruent zijn, doen we dingen die bij ons passen, waar we echt goed in zijn en waar we plezier in hebben. We functioneren op een optimale manier.

Uitgangspunten bij de cliëntgerichte benadering:

- De mens moet worden omvat als 1 geheel van denken, doen en voelen, geïntegreerd in het ‘zelf’. Het ‘zelf’ wordt ook wel het ‘ware zelf’ genoemd.
- Het ‘zelf’ ontwikkelt zich in de richting van optimale zelfontplooiing, mensen hebben een natuurlijke neiging zichzelf te actualiseren.
- Het ‘zelf’ heeft onvoorwaardelijke positieve acceptatie, empathie en een echt contact met een ander nodig om te kunnen groeien.
- Leven betekend ‘ontwikkelen’, het leven ligt nooit stil. Het is, hoe miniem dit ook kan lijken, altijd in ontwikkeling
- Persoontyperingen of classificaties zijn slechts momentopnames.
- Het leven is een proces. Het bereiken van doelen is minder belangrijk dan het (ernaartoe) leven.
- Mensen hebben een zekere vrijheid. Zij zijn nooit volledig slachtoffer van de omstandigheden, zij kunnen zelf invloed uitoefenen op hun leven, er is altijd iets te kiezen en er is altijd groei en ontwikkeling mogelijk
- Mensen kunnen kiezen en zijn zelf verantwoordelijk voor de keuze die ze maken
- Elk mens beleeft zichzelf en de wereld om zich heen op een unieke manier, mensen geven betekenis aan de wereld
- Om iemand goed te begeleiden moet deze persoon begrepen worden in de manier waarop hij ‘zelf’ het leven ervaart
- Elk mens heeft een subjectief idee over zichzelf dat zijn gedrag beïnvloed, dit is het ‘zelfbeeld’.
- Als het ‘zelfbeeld’ afwijkt van wat iemand werkelijk ervaart, van het ‘ware zelf’, is er sprake van incongruentie.
- Mensen hebben naast het ‘zelfbeeld’ vaak een ideaal beeld, dat ‘moetens’ bevat die vanuit de omgeving zijn geïnternaliseerd.
- Als het ‘ideaalbeeld’ niet aansluit op het ‘zelf’, ontstaan eveneens incongruentie: iemand is dan niet meer zichzelf
- Om te kunnen groeien moet incongruentie opgelost worden in een accepterend, empathische echt contact.

Hoe ondersteund de hulpverlener de cliënt:

De hulpverlener ondersteund de cliënt bij het ontdekken en accepteren van zichzelf. Hij geeft de cliënt datgene wat hij heeft gemist, namelijk:

  • - Positieve onvoorwaardelijke acceptatie

  • - Empathie

  • - Een echt contact

Positieve onvoorwaardelijke acceptatie wil zeggen dat de therapeut alles accepteert wat de cliënt ervaart. De therapeut biedt een veilige sfeer waarin de cliënt zich uitgenodigd voelt om de eigen gedachte en gevoelswereld te verkennen. Dit houdt niet in dat ook elk gedrag wordt geaccepteerd.
Empathie wil zeggen dat de therapeut probeert de cliënt gedetailleerd te begrijpen. Het gaat niet om een vraag begrip, om een algemeen warme houding, of om het aardig vinden van de cliënt. Empathie wil zeggen dat je je concreet inleeft in de belevingswereld van de cliënt. Het gaat om ‘nauwkeurige’ empathie, dus om het genuanceerd en fijnzinnig begrijpen van wat de andere bedoelt. Empathie wil zeggen dat je je inleeft in de ander, zonder met de ander samen te vallen. Het zou onecht zijn als de therapeut doet alsof hij hetzelfde voelt als de cliënt. Bovendien helpt het de cliënt niet verder als hij de ander kwijtraakt doordat deze samenvalt met hemzelf. Het is de kunst van het vak om heel dichtbij te komen en toch afstand te bewaren.
Tot slot is het belangrijk dat de therapeut ‘echt’ is. Als de therapeut zelf incongruent is, en gevoelens weg moet drukken, kan hij onvoldoende openstaan voor alles wat zich in de therapie aandient.
Echtheid kan ook betekenen dat de therapeut iets laat merken van zijn eigen gevoelens over de cliënt. De therapeut laat zich kennen als een ‘echt mens’ die betrokken is vanuit zichzelf, niet uitsluitend vanuit zijn rol als therapeut. In hoeverre de therapeut alles laat zien wat in hem omgaat, is een punt van discussie. Sommigen laten ook irritaties en boosheid zien in het hulpverleningscontact, omdat de cliënt ermee geholpen wordt als anderen, dus ook de therapeut, eerlijk zijn in hun gevoelens. Het is dan van belang om de cliënt daarnaast het gevoel te blijven geven dat hij, hoe dan ook , als persoon geaccepteerd blijft. Meestal hebben irritaties te maken met onecht gedrag van de cliënt en helpt het hem dat de therapeut zijn eigen gevoelens hierover toont. Een therapeut oordeelt nooit over een cliënt. Als hij zich ergert aan een cliënt, zal hij zijn irritaties eventueel uiten via een ‘ik-boodschap’. Hij zegt iets over zichzelf, over hoe hij iets ervaart bij de cliënt, maar oordeelt niet over hoe de cliënt is. Latere cliëntgerichte therapeuten hebben de ‘echtheid’ van de therapeutische grondhouding verder uitgewerkt.

In de traditionele cliëntgerichte therapie worden geen oplossingen aangedragen, geen adviezen gegeven, geen vaste theorieën, interpretaties of diagnoses aangedragen. De therapeut doet niets anders dan verhelderen en reflecteren wat de cliënt zegt, verbaal en non-verbaal. De therapeut probeert te begrijpen wat de cliënt beleeft, en probeert dit naar voren te halen op een accepterende manier. Het is de bedoeling dat de cliënt op deze manier meer zicht krijgt op zichzelf en beter durft te ervaren wat er in hem omgaat. De cliënt moet weer keuzes leren maken die bij hem passen. Tijdens de therapie kunnen allerlei emoties loskomen die voorheen niet werden toegelaten, omdat ze bijvoorbeeld niet bij het (ideaal)beeld pasten dat men van zichzelf had. De therapie is erop gericht het zelfbeeld dichter bij het echte ‘zelf’ te brengen. De therapeut heeft een scala van gesprektechnieken die hij kan gebruiken om het proces van zelfexploratie te bevorderen:

  • - Doorvragen op het verhaal, vooral op gevoelens

  • - Samenvatten, zowel inhoudelijk als gevoelsmatig

  • - Aanmoedigen

  • - Spiegelen: het in andere woorden teruggeven wat de cliënt verbaal en non-verbaal zegt

  • - Confronteren met een verschil tussen de inhoud van wat wordt gezegd en de manier waarop het wordt gezegd

  • - Benoemen van gevoelens

  • - Zelfonthulling door de therapeut (ik heb het gevoel…)

  • - Verhelderend reflecteren

  • - Exploreren

  • - Het zoeken naar betekenis voor ervaringen

  • - Bevestiging

Maslow en de cliëntgerichte benadering:

Ook Maslow geloofde in een innerlijke groeikracht waardoor mensen zichzelf kunnen ontplooien. Maslow spreekt van ‘zelfactualisatie’. Zeflactualisatie houdt in dat je het maximaal mogelijke uit jezelf haalt. Veel mensen lukt dat niet, omdat ze blijven steken in lager behoeften. Hun leven is gericht op bevrediging van noodzakelijke lichamelijke of psychische behoeften, zoals voedsel, veiligheid en waardering. Volgens Maslow kan een mens pas waarlijk zichzelf worden als in een aantal basisbehoeften is voorzien. Hij moet voldoende te eten en te drinken hebben, een veilig thuis hebben, contact met anderen en zich geliefd en gewaardeerd voelen. Pas als deze behoeften vervuld zijn, komt er ruimte voor zelfactualisatie. In die zin sluit de benadering van Maslow aan bij die van Freud, die ook aandacht vroeg voor de basisbehoeften van de mens. Net als Freud gaat Maslow ervan uit dat de basisbehoeften bevredigd moeten worden voordat verdere ontwikkeling mogelijk is. Maslow heeft de verschillende behoeften in een hiërarchisch systeem geordend. Hij geeft in een piramidevorm weer hoe de verschillende behoeften gestapeld zijn. De behoeften onder in de piramide zijn het meest basaal. Die staan voorop. Daarna komen de anderen. Helemaal in de top staat zelfactualisatie.
De onderste 4 behoeften komen voort uit een tekort. Het zijn deficiëntiebehoeften. Zelfactualisatie komt niet voort uit het opheffen van een tekort, maar is gericht op groei. Hoewel Maslow oog had voor situaties waarin mensen geblokkeerd worden in hun groei doordat basale behoeften niet bevredigd zijn, hield hij zich hoofdzakelijk bezig met mensen die zichzelf actualiseerden. Dit is een voortdurend proces. We moeten wel moeite doen voor deze groei. Het gaat erom die keuzes te maken die goed voor ons zijn en goed voor anderen. In het proces van zelfactualisatie hebben we soms piekerervaringen. Dat zijn ervaringen waarin we ons volledig mensen voelen, waarin we onze mogelijkheden zien, waarin we in spanning of een ingrijpende gebeurtenis. Het gaat om een bepaalde openheid ten opzichte van het leven en de ervaring voor 100% aanwezig zijn. Piekerervaringen komen onverwachts en ze zijn er meestal maar kort.

Cliënt gerichte benadering en andere ontwikkelingen

De cliëntgerichte benadering heeft verschillende andere ontwikkelingen gestimuleerd omdat bij sommige problemen bijvoorbeeld bij schizofrenie en ernstige depressies non-directe interventies onvoldoende effect hebben. Er gebeurde te weinig bij de cliënt. In die gevallen moest de therapeut zich dus actiever opstellen. Irvin Yalom heeft rogeriaanse inzichten toegepast in groepstherapie. Twee andere door Rogers geïnspireerde richtingen zijn de Gestalttherapie en de experiëntiële therapie.
 

28/09/2012 12:08

Reacties (4) 

Voordat je kunt reageren moet je aangemeld zijn. Login of maak een gratis account aan.
03/07/2012 08:35
goed verhaal
Map
03/07/2012 08:35
Goed beschreven
03/07/2012 08:35
Maslow met de Pyramide heel mooi...Goed therapeutisch verhaal en goede oplossingen. Duim Taco
03/07/2012 08:35
interessant.