Gaat de tijd voorbij.
Tijd. Een veelomvattend begrip. Tijd gaat te snel of te langzaam. Tijd is voorbij voor je er erg in heb. Je kijkt even opzij, en weer is een stuk tijd voorbij. Ingehaald worden door de tijd. Of blijven hangen in de tijd. Stilstaan bij de vorige tijd. Leven naar de tijd die komen gaat. Tijd. Voor iedereen weer anders. Zijn we bang voor de tijd? Voor het geen wat komen gaat? Wat de tijd met zich meebrengt? Leven we liever in het heden, verleden of naar de toekomst?
Tik. Tik.
De klok tikt en tikt.
Door en door.
Weer een seconde verder.
Weer een uur voorbij.
Weer een dag verder.
Een jaar.
Door en door.
Tik. Tik.
Ging het maar iets sneller.
Kon ik die klok maar verder doorzetten.
Of wacht, misschien juist trager.
Op die mooie momenten.
Of een stuk terug.
Even terug in de tijd.
Het verleden veranderen.
Zodat de huidige tijd anders is.
Tik. Tik.
De toekomst.
Het komt eraan.
Hoe zal het eruit zien?
Tik. Tik.
Sneller draait de klok.
Na elke seconde.
Minuut. Uur. Dag.
Dagen. Weken. Maanden.
Jaar.
Tik. Tik.
Bij het ouder worden slaat de klok steeds iets sneller.
Tijd vliegt voorbij.
Niet bij te houden.
Tik. Tik.
Zoveel te doen.
Zoveel te beleven.
Tik. Tik.
De tijd tikt door.
Te snel.
Of niet snel genoeg.
Tik. Tik. Tik. Tik.
Tik.
©JaneOnira
Reacties (3)