Haar adem stokte in haar keel. Zo veel wat door haar heengaat, zo weinig uit te brengen. Benauwend, verstikkend, alles vernietigend. Op die plaats, op die plek en die tijd, stierf ze. Helemaal alleen. Zijn woorden galmden na, als klanken van een nietsontzienende, alles wegvagende klap. Zo scherp en pijnlijk als een pas geslepen ...