Public

Loris Malaguzzi (Reggio Emilia)

Xchannx > Xead - Kennis & Educatie

In dit artikel schijf ik over de pedagoog en filosoof Loris Malaguzzi. Ik schrijf over zijn geschiedenis, visie, zijn doelen, de aanpak en omgang met kinderen, inrichting van de ruimte en welke materialen er worden gebruikt.

Geschiedenis:
Loris Malaguzzi is een pedagoog en filosoof en is in 1920 geboren in Reggio Emilia. Hij is overleden in 1994 op 74 jarige leeftijd. Zes dagen na de tweede wereldoorlog, in 1945, ontmoette hij de bewoners uit Villa Cella en zij wilden zelf een kleuterschool oprichten. Na zeven jaar werken op een middelbare school, ging hij naar Rome om Psychologie te studeren aan het Nationaal Centrum voor Research. Daarna ging hij weer terug naar Reggio Emilia en zette hij een eigen gezondheidscentrum op voor kinderen met leerproblemen. In 1963 heeft hij een voorschool, genaamd asilo nido opgericht voor kinderen van 3 tot 6 jaar. In 1970 werd het eerste kinderdagverblijf voor kinderen vanaf 3 maanden tot 3 jaar geopend en dit werd scuole dell’ Infanzia genoemd. Hij heeft in 1971 twee boeken geschreven; Esperienze per Una Nuova Scuola dell'Infanzia (de ervaringen met een nieuwe school voor jonge kinderen) en La Gestione Sociale nella Scuola dell'Infanzia (het gemeenschappelijk belang van voorscholen) 

Dit is een foto uit een Asilo Nido.

Visie:
De basis van zijn visie is de gedachte dat elk kind vanaf de geboorte zijn eigen talenenten en interesses heeft. Ze zijn nieuwsgierig en creatief en dat moet gestimuleerd worden.

In zijn methode wordt de nadruk gelegd op het luisteren in plaats van het vertellen. Dit wordt gedaan door middel van observeren en documenteren. Hierbij worden er veel foto's van de kinderen gemaakt en de werkjes worden bewaard.

De kinderen zitten in stamgroepen, dit is de groep waar het kind de dag mee begint en weer eindigt als het naar huis gaat. De kinderen eten en drinken met elkaar en verder kunnen de kinderen spelen op de andere groep(en). De stamgroepen zijn horizontaal,dus van 0-2 jaar, 2-4 jaar, 4-8 jaar en 8-12 jaar.

Een belangrijk aspect in de visie van Loris Malaguzzi is het opendeuren beleid. Hierbij krijgen kinderen de gelegenheid om in kleine ruimtes met verschillende materialen en kinderen van de andere groep(en) te spelen, zoals; een atelier voor creatieve- en bewegingsactiviteiten en de keuken voor kookactiviteiten. Dit stimuleert de exploratiedrang en de Sociale ontwikkeling bij kinderen. Naast de kleine ruimtes is er ook een speelhal, deze wordt de Piazza genoemd. Dit is een ruimte waar alle kinderen bij elkaar kunnen komen.

In zijn methode staan de honderd talen van kinderen centraal. Dit zijn de talen waarin kinderen zich kunnen uitdrukken. Een kind communiceert niet alleen door te praten, maar ook met klanken, bewegingen, kleuren, schilderen en brabbelen.
 

Doelen:
Respect voor andere ideeën:

Over het algemeen kunnen kinderen die op de Reggio manier grootgebracht word, goed samenwerken. De kinderen staan open voor ideeën van andere kinderen. Ze kunnen zich goed concentreren omdat ze de dingen doen die ze leuk vinden. De kinderen gaan respectvol met elkaars spullen om. Zoals Loris Malaguzzi dat zei: dat wat de kinderen uitdrukken in hun honderd talen (de producten van klei, bouwblokken en schilderijen) is van bijzondere kwaliteit. Kinderen maken vaak ook dingen alleen, maar ze werken ook vaak samen aan iets leuks. Zoals iets met klei.

Laat het kind zelf denken:
Loris Malaguzzi vind dat een kind een wezen is met veel mogelijkheden. Volwassen proberen te vaak hun denkbeelden over te brengen op kinderen. Waardoor kinderen kant en klare modellen worden. (zo zei Loris Malaguzzi het) Hierdoor worden de kinderen ingeperkt in de mogelijkheden die ze eigenlijk in aanleg hebben. Ieder kind is vanaf zijn geboorte rijk aan mogelijkheden, krachtig en creatief. Kinderen hebben behoefte aan ontwikkeling van hun communicatie, relatiewensen en wens tot groeien. Vanuit deze uitgangspunten werken pedagogen en kunstenaars in de kindercentra van Reggio Emilia al tientallen jaren dagelijks samen met jonge kinderen.

Ruimte geven voor kunst, creativiteit en spel:
Loris Malaguzzi vind het belangrijk dat kinderen zich kunnen uiten via kunst, spel en creativiteit. Het doel daarvan is dat kinderen hun creativiteit kwijt kunnen. In de praktijk zie je dat terug in toneelspel, tekenen, boetseren, dansen, gebaren, poppenkastspel, in draad, in papier, schimmenspel, bouwwerken, muziek. Dit zijn allemaal talen waarmee kinderen hun wereld onderzoeken. Vandaar dat kinderen worden benaderd als onderzoekers. Kinderen zijn voor elkaar 'de eerste pedagoog'. Er wordt in de centra het liefst in kleine groepjes gewerkt om de uitwisseling tussen kinderen zo veel mogelijk te stimuleren. Loris Malaguzzi gaat ervan uit dat kinderen uitvinders zijn en dus moeten experimenteren. Daarom wordt er veel gedaan aan kunstzinnige vorming. Leidsters observeren en documenteren wat kinderen zeggen en doen. Zij kijken en luisteren intensief naar de kinderen en bieden hen situaties, materialen en technieken aan waardoor kinderen zich op vele manieren kunnen uiten. Het is aan ons om hun de ruimte te bieden waardoor hun creativiteit tot uiting kan komen. Daarom moeten kinderen in een uitdagende omgeving zitten, moeten kinderen uitdagend speelgoed krijgen en leidsters moeten goed naar de behoeften van het kind luisteren. De volwassenen hoeven die creativiteit alleen maar te begeleiden. Kinderen komen zelf wel met vragen of ideeën. Het kind bepaald zelf wanneer en hoe hun ontwikkeling op gang komt. Deze manier van werken heeft consequenties voor volwassenen, die moeten zich meer afzijdig maken van de kinderen en er niet bovenop zitten. Volwassenen zijn de tweede pedagoog.

Zelfstandigheid:
Loris Malaguzzi vind zelfstandigheid belangrijk. Dat kun je ook wel zien aan zijn aanpak. Hij pusht de kinderen niet van doe dit en doe dat. En zo moet het. Kinderen worden vrij gelaten en moeten alles zelf ontdekken. Als je dingen zelf ontdekt stimuleert dat ook de zelfstandigheid en verantwoordelijkheid.

Een duidelijk beeld van het kind krijgen:
Op Reggio scholen nemen ze veel momenten op door te filmen, cassetteopnames of foto’s te maken. Het doel hiervan is dat ouders, leidsters een duidelijk beeld krijgen over wat hun kind doet en hoe het kind dat doet. Hierdoor leren volwassen hoe het kind is.


Hier verven de kinderen volgens de Reggio methode.

Aanpak en omgang met kinderen:
- Het krachtige, competente kind

Ontwikkelen van zelfvertrouwen en zelfstandigheid. Kinderen zijn intelligente wezens, nieuwsgierig en hebben een exploratiedrang. 
Voorbeeld: Zelf brood smeren, keuzes maken in welke speelhoek ze willen spelen, zoals; de bouwhoek, poppenhoek enz.

- De honderd talen van kinderen
Loris Malaguzzi zei dat kinderen niet alleen communiceren door middel van taal, maar dat er nog veel meer manieren zijn. Hij noemde dit de honderd talen van kinderen en hiermee onderzoeken kinderen de wereld.
Voorbeeld: brabbelen, zingen, kruipen, tekenen, kleien en lichaamstaal.

- De drie pedagogen
De eerste pedagoog zijn de kinderen voor elkaar, omdat zij erg veel van elkaar leren. De tweede pedagoog zijn de volwassenen; hiermee worden de ouders, leidsters, leraren, buren en kunstenaars bedoeld. De derde pedagoog is de omgeving; ruimtelijk, visueel, geluiden, geuren en kleuren.

- Onderzoek, observatie, documentatie en reflectie
In de Kinderopvang kijken de leidsters wat de kinderen doen en stemmen hun manier van werken hierop af. Door veel te observeren en te luisteren komen de leidsters erachter wat de kinderen belangrijk vinden. Er wordt veel gebruik gemaakt van documentatie; mijlpalen in de ontwikkeling en alle mooie momenten worden vastgelegd op foto en video. Ook worden de gemaakte werkjes van de kinderen bewaard.
Voorbeeld: Bij Kindercentrum de Buitenkans maken ze gebruik van een documentatiewand met daarop belangrijk nieuws en ze maken gebruik van digitale lijsten waar de foto's van die dag automatisch in draaien.

- Intersubjectiviteit, collegialiteit, participatie en communicatie
Iedereen heeft zijn eigen ideeën over wat het belangrijk vind. Deze verschillen zijn er ook tussen kinderen en hierdoor leren kinderen veel van elkaar.  
Voorbeeld: Het ene kind houd veel van lezen en het andere kind is heel erg creatief. Door te zien waar het andere kind goed in is, kan een ander kind worden beïnvloed en dit ook leuk gaan vinden.

Inrichting van de ruimte en omgeving:
In Reggio Emilia bleek dat kinderen veel rustiger en geconcentreerder bezig zijn als verschillende ruimtes één functie hebben. Zoals bijvoorbeeld een atelier, een ruimte voor taal- en muziekactiviteiten met kussens om op te zitten en muziekinstrumenten, een ruimte voor fantasiespel met bijvoorbeeld verkleedkleren en 'winkelspulletjes' en een ruimte waar kinderen flink kunnen bewegen. Kinderen kiezen in overleg met de leidsters waar ze gaan spelen. De ruimte en de aangeboden materialen hebben een eigen pedagogische waarde. Zij zijn de derde pedagoog. Zo is de indeling van de ruimte met verschillende ontwikkelingsgebieden, en zijn er verschillende hoeken ingericht. De inrichting van de ruimte en het aanbod van materialen worden afgestemd op de onderwerpen die de kinderen bezighouden en zijn zo steeds in ontwikkeling. De materialen nodigen uit tot spelen, maken en leren. Het is een leerrijke omgeving die er altijd goed verzorgd uitziet. Kinderen leren het materiaal waarmee zij werken en elkaars producten te waarderen en te respecteren.

Materialen:
Loris Malaguzzi werkt veel met kosteloos materialen zoals, wol, ijzer, papier, wc rollen, dozen, losse stukken hout, touw etc. Hij werkte met kosteloze materialen omdat je dan meer je fantasie erop los kunt laten gaan. Een spel met knoppen met geluid, stimuleert de fantasie minder dan bijvoorbeeld een stuk hout. Bij een stuk hout kan bijvoorbeeld het ene jongetje
denken, dit is een auto en een ander kind denkt weer dat het heel wat anders is.

# Loris
# Malaguzzi
 2
       
 
28/09/2012 12:10

Reacties (0) 

Voordat je kunt reageren moet je aangemeld zijn. Login of maak een gratis account aan.